Oslo, Noorwegen. Luchtfoto van het Sentrum gebied door Madrugada Verde (bron: shutterstock)

De 15-minuten-stad niet als wondermiddel, maar als meetlat voor (duurzaam) beleid

4 april 2024

4 minuten

Casus Ondanks de groeiende populariteit wordt het concept van de 15-minuten-stad nog lang niet in alle steden toegepast. Is dat erg, vroegen drie wetenschappers van de universiteit van Oslo zich af. Zij laten in een nieuwe studie zien hoe gebiedsontwikkelaars het concept het best kunnen gebruiken.

Wonen de ruim 700.000 inwoners van de Noorse hoofdstad Oslo al in een 15-minuten-stad? En moet het concept van de 15-minuten-stad geïntegreerd worden in de bestaande strategieën waarmee steden ruimtelijk worden ontworpen? Op deze twee vragen geven wetenschappers Mahsa Akrami, Marcin Wojciech Sliwa en Maja Karoline Rynning antwoord in het artikel Walk further and access more! Exploring the 15-minute city concept in Oslo, Norway, dat deze week verscheen. Het drietal hoopt met het onderzoek de mogelijkheden en beperkingen van het 15-minuten-concept aan te tonen. Ook willen ze ontdekken of het concept ook daadwerkelijk toegepast kan worden in stedelijke planning en gebiedsontwikkeling.

Het is geen nieuws, de conclusie van het trio onderzoekers dat het concept in een korte tijd steeds populairder is geworden in het vakgebied. De afgelopen jaren hebben onderzoekers bijvoorbeeld al de zeven ontwerpprincipes opgesteld die onmisbaar zijn voor de 15-minuten-stad. Ook is onderzocht of Amsterdam deze titel mag dragen en bleek eerder dat het concept ook grote economische voordelen heeft. Maar voor veel professionals blijft het 15-minuten-idee misschien ook vooral een droombeeld. Het werkt goed bij de “beste kindjes van de klas” als Parijs, maar voor Nederlandse steden (en dus ook een stad als Oslo) is het vaak nog ongrijpbaar.

Niet verrassend

In de Noorse hoofdstad deden de wetenschappers onderzoek met een mix van kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Met kwantitatieve analyses is voor de hele stad gekeken hoeveel voorzieningen er nu daadwerkelijk binnen een kwartier fietsen of lopen te bereiken zijn. Door het analyseren van beleidsdocumenten en het interviewen van ambtenaren hebben de onderzoekers geprobeerd in kaart te brengen in hoeverre het concept nu al onderdeel is van het ruimtelijke beleid in Oslo. Tot slot is er een casestudy verricht in Hovinbyen, de grootste gebiedsontwikkeling van Oslo met een oppervlakte van 11 vierkante kilometer. Dit voormalige industriegebied ondergaat een transformatie naar een gebied waar wonen en werken worden gemengd. Het gebied moet in de toekomst ook een van de drie innovatieve districten van de hoofdstad worden. De vraag is welke rol het 15-minuten-concept in deze ontwikkeling kan spelen.

Oslo, Noorwegen door photovideoworld (bron: shutterstock)

‘Oslo, Noorwegen’ door photovideoworld (bron: shutterstock)


Het antwoord op de eerste onderzoeksvraag is dezelfde als vorig jaar in Amsterdam: “ja, maar”. Ja, Oslo is in principe een 15-minuten-stad, blijkt uit de analyses. De stad heeft volgens de onderzoekers het realiseren van een 15-minuten-stad niet als expliciete doelstelling geformuleerd, maar door de inhoudelijke gelijkenissen tussen de uitgangspunten van het concept en het bestaande ruimtelijke beleid in de stad kunnen we Oslo toch zo noemen. Maar, dan gaat het vooral over het centrum van de stad. Hoe verder je uit het centrum gaat, hoe minder het principe van toepassing is.

Niet verrassend, stellen de onderzoekers, maar wel belangrijk voor de professionals in Oslo die zich bezighouden met gebiedsontwikkelingen en stedelijke herontwikkelingen als Hovinbyen. Stedelijke verdichting en de inzet op mixed use kunnen bijdragen aan het transformatieproces zodat ook de buitenwijken zich ’15-minuten-wijken’ mogen noemen.

Flexibel instrument

Maar moet dat streven ook het uitgangspunt van ruimtelijk beleid worden in Oslo en Nederlandse steden? Nee, zeggen de onderzoekers. Het 15-minuten-concept is voor bestaande steden geen universeel geschikt planologisch model om blind naar te streven. Het 15-minuten-concept is voor bestaande steden geen universeel geschikt planologisch model. Voor de dunner bevolkte buitenwijken is het concept vaak al helemaal geen realistisch streven. En de onderzoekers stellen dat de focus binnen het concept wel heel sterk ligt op toegankelijkheid en bijvoorbeeld niet op de mate waarin die voorzieningen gebruikt worden of de hoeveelheid geschikte voorzieningen. Dat zijn in sommige gevallen veel relevantere vragen.

De onderzoekers adviseren gebiedsontwikkelaars en andere ruimtelijke professionals dan ook om de 15-minuten-stad vooral als “nuttig analytisch instrument te gebruiken om te beoordelen hoe effectief het bestaande ruimtelijk beleid is om de vooraf vastgestelde doelen te bereiken.” Essentieel is daarbij wel dat er een “data gestuurde analyse” wordt gebruikt om de 15-minuten-stad te analyseren en te beoordelen. Dat is van belang om maatregelen, ingrepen en belemmeringen tussen steden en gebieden onderling te kunnen vergelijken. Alleen op die manier kunnen (potentiële) 15-minuten-steden van elkaar leren. Waarom lukt het in stad A wel om de bereikbaarheid van sportvoorzieningen te vergroten? Of waarom komen fietsers er in stad B zo bekaaid vanaf?

Wij adviseren het 15-minuten-concept niet te gebruiken als een op zichzelf staande of leidende planningsstrategie

Juist in gebiedsontwikkelingen en/of binnenstedelijke herontwikkelingen als Hovinbyen is het concept volgens de onderzoekers perfect geschikt als analyse- en controlemodel om te kijken of het voorzieningenniveau op alle fronten op peil is. “Wij adviseren dan ook niet het 15-minuten-concept te gebruiken als een op zichzelf staande of leidende planningsstrategie. Het concept kan wel een middel zijn om duurzame en gezonde mobiliteitsingrepen in ruimtelijke planning te implementeren. En kan daarom het best worden beschouwd als een flexibel instrument dat andere planningsstrategieën kan ondersteunen die gericht zijn op het bevorderen van lopen en andere duurzame vormen van transport of op het creëren van leefbare en meer zelfvoorzienende buurten.”


Lees het volledige onderzoek in het Journal of Urban Mobility.


Cover: ‘Oslo, Noorwegen. Luchtfoto van het Sentrum gebied’ door Madrugada Verde (bron: shutterstock)


Jasper_monster_sandervanwettum door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Jasper Monster

Redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Waddinxveen, Nederland door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Friso de Zeeuw: “Dit coalitieakkoord biedt kansen voor gebiedsontwikkeling en daarmee voor de aanpak van de wooncrisis”

Het coalitieakkoord dat gisteren werd gepresenteerd biedt volgens emeritus hoogleraar Friso de Zeeuw voldoende aanknopingspunten voor gebiedsontwikkeling en daarmee om de wooncrisis aan te pakken. “1 miljard euro per jaar, dat is geen kattenpis.”

Opinie

17 mei 2024

Wateroverlast Hattem door Paul Klein NL (bron: Shutterstock)

Klimaatrisico’s vragen om versneld en vooral veel concreter beleid

Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft de risico’s van teveel en te weinig water in kaart gebracht. Conclusie: het beleid om de zo noodzakelijke klimaatadaptatie vorm te geven is te abstract. Een concretiseringsslag is node gewenst.

Onderzoek

17 mei 2024

GO weekoverzicht 16 mei 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week met een nieuwe toekomst in de glazen GO-bol

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu vol nieuwe toekomstvisies. Die zijn nodig voor droge voeten, betere centrumgebieden, bouwen ondanks netcongestie en een geslaagde formatie.

Weekoverzicht

16 mei 2024