Verslag Hoe combineer je verstedelijking met mobiliteit? Wat zijn de barrières? En wie moet wat doen? Die vragen stonden centraal tijdens de sLIM Masterclass ‘Bereikbare verdichting’ van Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling van de TU Delft, die plaatsvond op 13 februari in het stadskantoor van de gemeente Delft. De sprekers gaven 4 adviezen aan de ruim 60 aanwezigen voor een groeiende stad waarin mobiliteit een belangrijke plek inneemt.
sLIM Masterclass 'Bereikbare verdichting' - plenaire gedeelte
1: Combineer
ruimtelijke ordening en mobiliteit
Martina
Huijsmans vertelt hoe zij in Delft als wethouder ‘ruimtelijke ordening’ en
‘mobiliteit’ combineert. “Dit waren altijd twee aparte domeinen. Maar voor de
kwaliteit van de leefomgeving is het belangrijk om naar verkeersstromen te
kijken. We scheiden die functies dus niet, maar mengen ze, inclusief de sociale
opgave, duurzaamheid en de energietransitie.” Zo zijn er mobiliteitshubs in aanbouw
voor gedeelde auto’s en (bak)fietsen. “Daar geven we ruimte aan, zodat we ook
ruimte kunnen teruggeven aan de stad.”
2: Een stationsgebied
ontwikkel je niet zomaar
Sanne
Broeksma geeft daar als gebiedsmanager voor het stationsgebied van Delft
Zuid invulling aan. Dat mag ook wel, want het onbekende station (5000
gebruikers per dag, tegenover 35.000 voor Station Delft) staat in de leegte en
is onderdeel van de transformatie van de Schieoevers. Het is daarom de
bedoeling dat hier flink verdicht wordt (met - naast bedrijven - duizenden
woningen, zodat er heel de dag levendigheid is), het traject van 2 naar 4
sporen gaat, het station zelf energieneutraal wordt, en het gebied bijdraagt
aan de betere verbinding tussen oost- en west-Delft. Bovendien moet Delft-Zuid
(dat einde 2019 omgedoopt wordt naar ‘Delft Campus’) een logistieke hub worden,
waar je eenvoudig wisselt tussen trein, (deel)auto, fiets, voet, etc.
Broeksma en haar team hebben daarbij 4 uitdagingen:
- Wat je over 5 jaar gerealiseerd wilt hebben, kan niet altijd makkelijk nu al opgestart worden (bijvoorbeeld doordat de gemeente eisen stelt aan de hoeveelheid parkeerplaatsen, terwijl je juist wil voorsorteren op lagere parkeernormen)
- De verschillende projecten op en rondom het station hebben verschillende tijdspaden en faseringen, dus die moeten continu op elkaar worden afgestemd
- Er zijn nieuwe vormen van samenwerking en financiering nodig, dus alle partijen (ontwikkelaars, grondeigenaars, NS, Prorail, TU Delft, gemeente) moeten leren over de eigen grenzen te kijken en allianties aan te gaan.
- Innovaties zijn noodzakelijk, maar vaak nog niet beschikbaar op het gewenste schaalniveau. Durven partijen het aan om onzekere toekomsten in te bouwen?
3: Durf te dromen
De A13 verdeelt Rotterdam-Noord in tweeën. Wat als je daar
een wandelpromenade van maakt? Of de A10 bij Amsterdam, waarom wordt dat geen
amusementsgebied à la de Vegas Strip in de Verenigde Staten? Marcel Hertogh,
hoogleraar Infrastructure Design and Management bij de TU Delft, droomt er
zonder schroom op los. Hij doet dat via interdisciplinaire teams die
maatschappelijke vraagstukken van vele kanten benaderen. “De focus ligt vaak op
je eigen discipline, maar bij ruimtelijke opgaven heb je alle disciplines
nodig. Wij proberen ervan te leren wat er gebeurt als disciplines bij elkaar
komen. Wat is succesvol, wat niet?”
Centraal staat daarbij ontwerpend onderzoek, waarbij experts (ontwerpers, architecten, planologen) en stakeholders (zoals bewoners en overheden) heel vroeg in het proces samen oplossingen ontwikkelen. “Dat geeft veel ideeën over wat mogelijk is én wat de barrières zijn. Ook kun je zo snel wijzigingen doorvoeren en schalen verbinden.”
Hertogh was ook betrokken bij de Stad van de Toekomst, een ontwerpopdracht waarbij tien van multidisciplinaire teams vier gebieden (inclusief station) in Nederlandse steden mochten herontwikkelen. Hun uitkomsten gaven vijf leidraden voor populaire toekomstdromen:
- denk niet vanuit tabula rasa, maar vanuit de bestaande stad; gebruik de context van wat een stad identiteit geeft.
- geef veel ruimte aan water en groen
- geef vooral aandacht aan voetgangers, fietsers en het ov, stem die modaliteiten op elkaar af, en geef veel minder ruimte aan de auto
- geef de publieke ruimte terug aan de bewoners, want dat vergroot de kwaliteit van de stad en de kans op ontmoeting
- zorg ervoor dat ruimtes niet mono-functioneel zijn, maar maak ze meerdere malen bruikbaar, afhankelijk van het tijdstip
KCAP
Hoewel het onderwerp ‘mobiliteit en verstedelijking’ veel
aandacht krijgt (de sLIM-sessie was volledig vol en de oproep vooraf om
inspirerende voorbeelden te sturen, werd tientallen malen gedeeld en geliket),
merkt Tom Daamen (directeur SKG) op dat slechts één partij heeft gereageerd op
de oproep om inspirerende voorbeelden te delen. Jeroen Dirckx, partner bij
KCAP, vertelde daarom over de beoogde transformatie van het stationsgebied in
Eindhoven naar een Central Innovation District. Daar is volgens Dirckx nu nog
veel ruimte voor auto en bus. “Breng je dat terug, bijvoorbeeld door bussen
onder de grond te plaatsen, dan creëer je ruimte voor bedrijven in de kenniseconomie.”
4: Treinstations zijn cruciaal voor gebiedsontwikkeling
Daan Klaase heeft het er maar druk mee. Als manager Planontwikkeling NS Stations moet hij ervoor zorgen dat de treinstations meegroeien met de tijd én als vliegwiel fungeren voor hun omgeving. Vooral dat laatste is een wereldwijd unicum. “In het buitenland stopt een station bij de drempel. Hier verknopen we stations met andere vormen van mobiliteit en zorgen we voor een goede aansluiting op de stad. Maar ik ben een roepende in de woestijn, want veel mensen zien het belang van stations nog niet.”
Klaase schetst 4 belangrijke ontwikkelingen, inzichten en problemen die gebiedsontwikkelaars in gedachten moeten houden als zij in de buurt van een station aan de slag gaan.
1: er komt een ov-infarct aan
De reizigersgroei groeit de capaciteit van de stations boven het hoofd, dus er moet veel nieuwe infra komen. Vooral Schiphol wordt een steeds groter probleem, ook omdat er - ondanks de beschikbaarheid van een half miljard euro voor het probleem - gewoon geen oplossing is.
2: van treinstation naar ov-knooppunt
Wil je de wat meer ‘trieste’ stations (zoals in Schiedam, Almere, Den Haag Laan van NOI en Rotterdam Alexander) aanpakken, dan moet er meer op de schop dan het station alleen. De winkels moeten beter, er moeten fietsenstallingen komen, de veiligheid in de omgeving moet omhoog. Oftewel: er moet serieus aan gebiedsontwikkeling gedaan worden door alle betrokken partijen, zoals NS, Prorail, winkeliers, gemeenten, et cetera.
3: de fiets de fiets, en verder even niets
Het succes van de ov-fiets is veel groter dan verwacht. Ook fietsgarages komen steeds voller te zitten. Bij stationstransformaties komen die garages het liefst in de grond, zodat het stationsplein leeg blijft en mooier wordt. NS heeft in de afgelopen jaren alle (private) fietsstallingen naar zich toe getrokken (of door Prorail laten leggen), opgeruimd en gratis gemaakt.
4: het station is een magneet voor verstedelijking
Bij Rotterdam CS staan drie nieuwe (kantoor)torens op stapel, vlakbij het station, onder meer vanwege de uitstekende logistiek. Klinkt handig, maar het betekent volgens Klaase bijvoorbeeld wel dat taxiplaatsen al snel op honderd meter afstand van het station moeten komen. “Dat is slecht nieuws voor mensen die slecht ter been zijn en met de trein reizen. Verstedelijking heeft dus ook nadelen.”
Een toekomstplan van NS is om te kijken of er bovenop stations gebouwd kan worden (geïnspireerd door stations in Londen), waarvoor Klaase in eerste instantie denkt aan Amsterdam Sloterdijk. “De opbrengsten van boven het spoor bouwen kunnen hoger zijn dan wat het kost. Daarmee kunnen wij dan nieuwe stations bouwen of bestaande stations verbouwen.”
Cover: Roy Borghouts
Dit artikel is een verslag van het plenaire gedeelte van de sLIM Masterclass 'bereikbare verdichting' van afgelopen 13 februari. Lees meer over deze masterclass in de verslagen van de deelsessies inclusief downloadbare presentaties:
1. deelsessie mobi-hubs
2. deelsessie deelmobiliteit
3. deelsessie gedrag in mobiliteit
Meer informatie over de Spoorzone waar deze bijeenkomst werd gehouden is in dit artikel te vinden.
Foto's zijn te vinden op onze Flickr-pagina.
Cover: ‘plenair1’