Casus Nederlandse projectontwikkelaars zien bij een terugtredende overheid hun rol en verantwoordelijkheid in gebiedsontwikkeling langzaam aan belang winnen. Het is tot nu toe vrijwel onbekend hoe private gebiedsontwikkelaars zich kunnen committeren aan duurzame gebiedsontwikkeling. Deze duurzame gebiedsontwikkeling vormt een nieuwe majeure toekomstige opgave voor steden en een uitdaging voor ontwikkelende partijen. Dit artikel laat zien dat Nederlandse projectontwikkelaars zich nog onvoldoende bewust zijn van de veelzijdige kenmerken van duurzame gebiedsontwikkeling. De internationale voorbeeldcase, King’s Cross in Londen, leert dat een duurzame private gebiedsontwikkelaar duurzaamheid in de breedste zin van het woord proactief implementeert in bedrijfscultuur en ontwikkelstrategie en zich hieraan committeert in vastgoed- en gebiedsontwikkelingen. Dit is een verkorte versie van het originele onderzoek; in deze projectbeschrijving wordt ingegaan op de beschrijving van de case King’s Cross in Londen.
Wat wij in Nederland kunnen leren van gebiedsontwikkeling in het buitenland is ook het thema van het Praktijkcongres van de Praktijkstoel Gebiedsontwikkeling op 7 november (voor aanmelding, zie onderaan dit artikel).
Duurzame private gebiedsontwikkeling King’s Cross in Londen (Urban Land Institute, 2014)
‘image1.png’
Duurzame private gebiedsontwikkeling King’s Cross Londen
King’s Cross is een mixed-use binnenstedelijk herstructureringsproject in het centrum van Londen. De wijk ligt nabij het internationale treinstation St. Pancras Station en metrostation King’s Cross. In het voormalige industriële spoorweggebied, vindt een 27 ha. grote gebiedsherstructurering plaats, waarin de herontwikkeling van historische monumenten en de ontwikkeling van nieuw vastgoed centraal staan. Inmiddels is een (deel van het) gebied getransformeerd tot een nieuwe stadsbuurt met veel ontmoetingsplekken, een sterke identiteit en verschillende publiektrekkende voorzieningen. Met name de integratie van ecologische, economische en sociale duurzaamheid, en de leidende rol van ontwikkelend belegger Argent, maken King’s Cross tot een duurzame private gebiedsontwikkeling. De case studie resultaten naar de rol en commitment van de ontwikkelaar zijn hier vertaald naar een aantal inspirerende lessen, die een mogelijk antwoord vormen op Nederlandse belemmeringen bij duurzame gebiedsontwikkeling (DGO).
Context
Les 1: Ambitieuze gemeente en sturing op duurzaamheid in de breedste zin van het woord.
Ondanks
dat er in Engeland meer sprake is van privaat-gestuurde
gebiedsontwikkeling speelt de gemeente een cruciale rol in het King’s
Cross project. Vanaf de start van het project heeft de deelgemeente
Camden London de ambitie uitgesproken om de gebiedsontwikkeling
duurzaam te realiseren. Hierbij ligt in tegenstelling tot de
Nederlandse praktijk, niet alleen de nadruk op energiezuinigheid van
vastgoed, maar ook op zachte (sociale) aspecten. Publieke
duurzaamheidsdoelen worden middels een ‘planning brief’ aan
private partijen gesteld, om vervolgens via publiek-private
onderhandeling verder te worden gedetailleerd, leidend tot een
bouwvergunning. Daarbij vergt het vertrouwen en durf om taken die in
Nederland voornamelijk bij publieke partijen liggen over te dragen
aan private partijen, zoals de ontwikkeling en beheer van openbare
ruimte en energievoorziening.
‘DSC_0029.JPG’
Waarom?
– Motieven en doelen
Les 2: Neem maatschappelijke verantwoordelijkheid en zet duurzaamheid in als marketing voor het bedrijf.
De oorspronkelijke focus van Argent op het gebied van duurzaamheid is volgens Dutton (sustainability manager Argent) afkomstig vanuit de basisprincipes van de oprichters en huidige directie van het bedrijf. Directieleden delen de visie dat duurzame succesvolle gebiedsontwikkeling een maatschappelijk verantwoorde manier van ondernemen betreft, die tegemoet komt aan de eisen en wensen van toekomstige gebruikers. Het zetten van een stap extra, en niet alleen het voldoen aan wet- en regelgeving, wordt als vanzelfsprekendheid gezien binnen de bedrijfscultuur. Argent stelt bovendien dat deze focus er mede voor heeft gezorgd dat het bedrijf is aangesteld als ontwikkelaar van het King’s Cross project. Het profileren als duurzame ontwikkelaar vergroot het vertrouwen bij andere stakeholders en dit soort projecten fungeren daarbij als de beste reclame voor het bedrijf.
Wie?
& Wat? – Verantwoordelijkheden en taken
Les 3: Commitment vergt zowel sturing van de top als initiatieven vanuit de organisatie.
De integratie van duurzaamheid binnen het King’s Cross project heeft plaatsgevonden door het vooraf in het proces te integreren in de gebiedsvisie en ontwikkelstrategie. Dit heeft binnen King’s Cross vorm gekregen door het opstellen van het (werk)document ‘Principles of a Human City’ door Argent (Madelin et al., 2001). Niettemin is dit een standaard werkwijze bij projecten van Argent en gaat het niet zozeer om het toewijzen van specifieke taken binnen projecten, maar juist om de integratie binnen de bedrijfscultuur en het stimuleren van initiatieven vanuit de organisatie. Dit commitment op organisatieniveau lijkt een voorwaarde te zijn voor het integraal meenemen van duurzaamheid in het ontwikkeltraject van het project.
‘DSC_0046.JPG’
Hoe?
– Methoden en uitvoering
Les 4: Creëer een overkoepelende visie en committeer aan deze visie.
Doordat Argent haar duurzaamheidswaarden en visie vanaf het begin af aan uitdraagt en bespreekt met andere actoren zoals de lokale gemeenschap en publiek partijen, worden deze uiteindelijk aangevuld en overgenomen door partijen en wordt het richtinggevend bij het maken van (gedeelde) beslissingen en geïmplementeerd. Argent stelt in haar ‘sustainability policy’ dat besluiten omtrent DGO ook uiteindelijk geformaliseerd worden in contracten. Op deze manier is de kans veel groter dat ze realiteit worden dan wanneer ze worden geschouwd als ‘nice-to-haves’ ideeën die gedurende het proces vervagen.
Les
5: Stel ‘enabling partnerships’ op.
Het creëren van sociaal-maatschappelijke en politieke commitment aan de visie kan versterkt worden door het aangaan van zogenoemde ‘enabling partnerships’ (zie ook Heurkens & Hobma, 2014). Hierbij sluit de ontwikkelaar (informele) samenwerkingsverbanden met zowel publieke als private partijen. Door het organiseren van verschillende workshops en online fora zijn belangen en meningen van verschillende stakeholders verkend en samengevoegd, en is draagvlak gecreëerd onder vele betrokken partijen. Bijkomend voordeel hiervan is dat suggesties van stakeholders hebben geleid tot het verbeteren en ‘finetunen’ van het masterplan en dat de oppositie tegen plannen gereduceerd is.
‘DSC_0068.JPG’
Les
6: Stel de openbare ruimte centraal (placemaking).
Ondanks dat het gebied nog in ontwikkeling is heeft het al een grote aantrekkingskracht op bezoekers, gebruikers en investeerders. Argent heeft dit gerealiseerd door niet het vastgoed, maar de openbare ruimte centraal te stellen in de ontwikkelstrategie. Nog voor het ontwikkelen van het vastgoed is er een investering gedaan in de openbare ruimte en zijn er vele tijdelijke functies gecreëerd om mensen naar het gebied te trekken, waardoor aan placemaking gedaan is. Argent stelt hierover dat het diverse gebruik uiteindelijk bepaalt of een gebied duurzaam is, en niet de energieprestatie van het energiezuinige vastgoed. Het gaat om het creëren van een kwalitatief hoogwaardige plek, waar zowel bezoekers als vastgoedgebruikers waarde aan kunnen ontlenen. Daarnaast zijn co-investeerders in King’s Cross, naast de waardevastheid van BREEAM- certificeringen in het vastgoed, ook geïnteresseerd in indirecte waardestijging van het vastgoed als gevolg van investeringen in de (openbare) ruimtelijke kwaliteit.
Heurkens,
E.W.T.M. & Hobma, F.A.M. (2014). Private sector-led urban
development projects: Comparative insights from planning
practices
in the Netherlands and the UK. Planning
Practice and Research,
29
(4),
350-369.
Madelin,
R., Evans, R., Gibbs, A. & Aplin, D. (2001). Principles
for a human city.
London: Argent.
Urban
Land Institute (2014). ULI
case studies: King’s Cross.
Washington: Urban Land Institute.
Afbeeldingen: Heurkens, E.W.T.M.
De praktijk en kennis van gebiedsontwikkeling is grensoverschrijdend. Daarom stellen we ons tijdens het praktijkcongres 2017 de vraag: Gebiedsontwikkeling, doen ze dat in het buitenland? Hoe gaan overheden en markt elders met de grote opgaven van deze tijd om en wat kunnen we daarvan leren? Best practices, reflecties, praktijkkennis en inspiratie. Dat alles op één dag!
Geïnteresseerd? Klik hier voor meer informatie en mogelijkheden om u in te schrijven.
Cover: ‘DSC_0023.JPG’