Verslag Nu overheden door de crisis over minder financiële middelen beschikken om te investeren in gebiedsontwikkelingen, moet er worden geprioriteerd op projecten. Dat betekent dat enkele projecten doorgang krijgen en veel ontwikkelingen in de koelkast worden geparkeerd. Met veelal als gevolg gedupeerde publieke en private partijen. Centraal in dit debat over regionaal programmering stond de vraag welke ontwikkelingen doorgang krijgen, en waarom. De sleutel ligt in de keuze: tussen projecten, gebiedskwaliteiten en economische profielen. De economie is immers een belangrijke motor achter de vraag. Tijdens het parallelprogramma A. #010 en #40 gaven vier sprekers onder leiding van Agnes Franzen hierop hun visie.
Verslag sessie A, praktijkcongres 'Gebiedsontwikkeling Slim Vlottrekken'
Gemeenten in stadregio’s werken steeds meer samen om bijvoorbeeld hun woningbouw- of bedrijfsprogrammering beter op elkaar afstemmen. Wethouder Hans Versluijs van de gemeente Vlaardingen vertelde dat regionaal sturen in de Stadsregio Rotterdam tot gevolg heeft dat randgemeenten in de toekomst hun sociale voorraad zullen aanvullen. Voorheen ondenkbaar. Inzicht in de scheve sociale woningbouwvoorraad en de gezamenlijke wens om in de gehele regio migranten beter te spreiden, heeft nu echter tot afspraken geleid. Rogier van den Berg van bureau Zandbelt&vandenBerg toonde dat onderzoek naar diverse woonmilieus in deze stadsregio tot betere coördinatie van gekozen woonmilieus heeft geleid, want tot voor kort plande iedere gemeente voor zich vooral dezelfde milieus. Beide sprekers toonden dat samenwerken tijd kost. Via workshops met alle gemeenten moest een gezamenlijk vocabulaire gevonden worden voor de typering van woonmilieus. Voor afspraken tussen gemeenten komen wethouders geregeld bijeen voor overleg, bovendien zijn subregionale verbanden gelegd voor effectieve afstemming op lager schaalniveau.
Wethouder Mary Fiers van de gemeente Eindhoven reageerde echter kritisch op bovenstaand relaas. Want zonder financiële afspraken over winst/verlies bij regionaal deprogrammeren blijkt afstemming toch flink ingewikkeld: “Keuze maken betekent betalen.” Dus hoe worden die keuzes dan toch gemaakt? Soms valt een project gewoon af door externe randvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling rond Vliegveld Eindhoven. Soms werpen het (her)ontdekken en vormgeven van specifieke kwaliteiten in een gebied op termijn hun vruchten af. Zo toonde Christiaan Cooiman van Proper-Stok in zijn presentatie wat de kwaliteitsimpuls op Katendrecht te Rotterdam voor positieve ontwikkelingen teweeg heeft gebracht. Kennis van de samenleving, trends en maatschappelijke ontwikkelingen zijn creatief ingezet in het gebied. Maar het blijft spannend of het lukt de gewenste doelgroep aan het gebied te binden en of het gebied onderscheidend genoeg zichtbaar wordt. In ieder geval moeten marktpartijen in het huidig tijdsgewricht weten hoe ze partijen bij elkaar moeten brengen.
Strijp S & R in Eindhoven kennen een vergelijkbaar succesvol proces. Ook private partijen uit het publiek beamen het belang rond het gezamenlijk werken aan ‘kwaliteit’. De heer Feijtel van Nieuwoverstad vertelt dat samenwerking tussen private en publieke partijen in de stadsregio Alkmaar tot overeenkomst leidt wanneer de focus gericht is op kwaliteit (hier: afzetbaarheid) en op zeer korte termijn planning (verkoop binnen driekwart jaar). Én wanneer het principe van eigen grond niet meetelt en er geen verrekeningen plaatsvinden (want iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen keuzes in het verleden). Rumoer in het publiek: “De overheid neemt niet altijd een neutrale positie in bij het prioriteren.” “Nee,” legt wethouder Fiers uit, “want het grondbedrijf is van de samenleving en soms worden projecten met ‘lekkend gat’ door het maatschappelijke belang toch geprioriteerd.”
En stedelijke regio’s zijn niet met elkaar te vergelijken. Uiteindelijk wordt de regionale vraag naar woon- en werkruimte bepaald door de economische dynamiek. “Ik kan mijn agenda met gemak vullen met regionaal overleg, maar uiteindelijk gaat het om het stimuleren van onze regionale economie. Dat vereist een andere inspanning dan bestuurlijk overleg over woningaantallen,” aldus wethouder Fiers. “Weet waar je kracht zit als regio.” Eindhoven kiest de komende jaren voor het investeren in kennis en passend onderwijs.
Sprekers:
Rogier van den Berg, Mede-oprichter en partner Zandbelt&vandenBerg
Mary Fiers, Wethouder Gemeente Eindhoven
Christiaan Cooiman, gebiedsontwikkelaar Proper-Stok Ontwikkelaars
Hans Versluijs, Wethouder Gemeente Vlaardingen
Voor een overzicht van alle verslagen van het praktijkcongres klik hier
Sessie A, Praktijkcongres 2012
Slim regionaal sturen View more presentations from Praktijkleerstoel
Foto: Jean van Lingen
Cover: ‘Vergadering’