Opinie De Fyra is opnieuw een debacle dat geweten wordt aan de aanbesteding. Het lijkt een trend te worden. De renovatie van het Stedelijk Museum, de thuiszorg, het onderhoud van NS-materieel en de Fyra zijn enkele voorbeelden waarbij het doel van de aanbesteding - burgers krijgen een publieke dienst voor de beste prijs - geheel verkeerd is uitgevallen. Daarvoor zijn verschillende oorzaken: het blijkt vaak moeilijk te zijn om een behoorlijke kwaliteitsbeschrijving op te stellen, de juridificering van de afspraken en vooral: niet de beste prijs, maar de laagste prijs blijkt vaak dominant te zijn.
Voor het grondbeleid kennen we over het algemeen eenzelfde actieve concurrentiebevordering. Grond- en vastgoedontwikkeling kunnen ook onderhevig zijn aan de aanbestedingsplicht. En als er geen sprake is van plicht hebben veel overheden daar beleid voor ontwikkeld. Ook hier is het doel: de beste ontwikkeling voor de beste prijs. In het grondbeleid komt daar tegenwoordig nog bij: bij voorkeur met de minste risico’s in grond- of vastgoedoverdracht. En daarin onderscheidt ‘gebiedsontwikkeling’ zich van ‘inkoop’. Maar het met een aanbesteding vroegtijdig binnenhalen van zekerheden over de grondprijs en risico-overdracht behoort voorlopig tot het verleden.
Is dit een pleidooi tegen aanbesteding? Neen, integendeel. “Niet de aanbesteding is het probleem, maar de manier waarop die wordt aangepakt”, zo constateert een aanbestedingsexpert in de Volkskrant en daar ben ik het van harte mee eens. Aanbestedingen moeten bewerkstelligen dat de markt wordt uitgedaagd om met een beter product te komen. Dit vergt overigens zowel kennis van de markt als van de gebiedsontwikkeling. En dat is nog niet eens zo makkelijk: de doorlooptijd is over het algemeen lang en in de huidige markt is opperste flexibiliteit in programmering en fasering noodzakelijk om de vraag te kunnen bedienen en het risico van de voorinvestering te beperken. Het simpelweg vragen om het beste plan, voor de hoogste (grond)opbrengsten en met het minste risico leidt dan niet tot een beter product, maar tot een gecalculeerde aanbieding. En wie het meeste belooft, die wint de aanbesteding.
Hoe dan wel aanbesteden? Om te beginnen is het goed om marktpartijen te betrekken bij de uitvraag en de procedure. Communicatie mag best, als het speelveld maar transparant en gelijk blijft. Soms is een marktconsultatie nuttig alvorens een aanbesteding te starten. Als de potentie van een gebied bekend is, kan in de uitvraag de kwalitatieve beoordeling voorrang krijgen op de financiële kant. In de uitvraag is vervolgens het formuleren van doelen belangrijker dan het formuleren van resultaten. Leg vast wat echt noodzakelijk is (eisen), maar geef ruimte voor niet voorziene oplossingen (wensen). En tot slot, gebiedsontwikkeling berust op vertrouwen. En vertrouwen berust op een combinatie van openheid, bekwaamheid en constructief gedrag. Het opslaan en delen van ervaringen wordt daardoor steeds belangrijker.
Roger Kersten
Cover: ‘2013.02.20_Aanbesteding: drama of kans_660’