26 april 2011
2 minuten
Onderzoek In Rijswijk-Zuid wordt gewerkt aan een gebiedsontwikkeling die op dit moment, medio 2011, qua omvang uniek is in Nederland. Er komen circa 4000 woningen en 15 ha bedrijventerrein in een gebied dat tot voor kort voornamelijk werd gebruikt voor glastuinbouw. Bij die ontwikkeling behoren een forse waterbergingsopgave, het verleggen van boezemwateren en de verbetering van de waterkwaliteit.
Het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeente Rijswijk nemen deel aan “Waterkader Haaglanden”, een kennis- en innovatieprogramma met een aantal regionale “proeftuinen”. In deze proeftuinen komen praktijk en wetenschap samen om te leren over gebiedsontwikkeling en water en om innovaties te beproeven. Een ontwikkeling als die in Rijswijk-Zuid biedt daartoe alle gelegenheid.
Eén van de projecten van de proeftuin Rijswijk-Zuid is gericht op de afstemming tussen de juridische water- en RO-procedures. Iedere gebiedsontwikkeling is gebonden aan juridische randvoorwaarden van de Wro en de Waterwet. De te volgen procedures variëren van een procesmatig juridisch instrument als de watertoets, tot ‘harde’ juridische voorwaarden, zoals watervergunningen en bijvoorbeeld de veiligheidskwalificatie van nieuwe of verlegde waterkeringen. Daarnaast worden afspraken gemaakt over de onderwerpen die hierdoor niet worden gedekt. Hoe de afstemming van al deze instrumenten met de ruimtelijke planvorming in Rijswijk-Zuid vorm kan krijgen en welke lessen dit oplevert, was onderwerp van onderzoek.
In grote lijnen kan een gebiedsontwikkeling, vanuit het perspectief van het waterschap, worden verdeeld in vier fases: ontwerp, ruimtelijke planvorming, realisatie en beheer en onderhoud. De eerste twee fases vallen onder het watertoetsproces. In Rijswijk-Zuid heeft dat proces ertoe geleid dat ruim voordat de feitelijke ontwikkeling start, overeenstemming bestaat over de globale inrichting van de oppervlaktewateren en kaden en over het peil in het gebied. De volgende stap is de inbedding van het watersysteem in het bestemmingsplan, met een positief wateradvies als resultaat.
De ontwikkeling in Rijswijk-Zuid gaat gefaseerd, vanwege de omvang. Daarom wordt gewerkt met een globaal bestemmingsplan, dat voor deelgebieden uitgewerkt wordt. Dat vraagt het nodige vertrouwen van het waterschap, dat in het kader van de uitwerkingsplannen immers niet (formeel) gehoord wordt. Tussen Rijswijk en Delfland is daarom in 2008 een intentieovereenkomst gesloten, die moet borgen dat Delfland ook nauw is betrokken bij de uitwerking van nu nog globale bestemmingen. Daarnaast is onderwerp van gesprek geweest hoe in het initiële bestemmingsplan al regels kunnen worden opgenomen die verzekeren dat in de latere uitwerkingen optimaal aan waterbelangen tegemoet gekomen kan worden.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_wet en regelgeving_0_1000px’