aardbeving groningen boerderij

Aardbevingsgebied Groningen: bedreiging of kans voor gebiedsontwikkelaars?

12 januari 2018

4 minuten

Persoonlijk De aardbevingen hebben een grote invloed op de leefbaarheid in Groningen. Veel mensen maken zich ongerust en zien de toekomst somber in. De dreiging van massale sloop van woningen en andere gebouwen helpt daar niet bij. Wat zijn de gevolgen voor gebiedsontwikkeling in het noordoosten van Nederland? Stedenbouwkundige Enno Zuidema en stadsbouwmeester Jeroen de Willigen geven hun visie. ‘Oppassen voor tupperware-toestanden.’

‘Gasberaad vreest massale sloop in Groningen’, kopte het Dagblad van het Noorden onlangs. De situatie is inderdaad zeer ernstig, bevestigt Enno Zuidema. De huidige aanpak van woningversterking voldoet wat hem betreft absoluut niet. Van een ‘integrale versterking’ zoals nodig is, is geen sprake: ‘Veiligheid in relatie tot techniek staat voorop, in een aanpak per object die maanden in beslag neemt omdat de computers zoveel rekentijd nodig hebben. En daar komt dan uiteindelijk een boodschap uit terug die onaanvaardbaar is. De aanpak staat onder regie van de Nationaal Coördinator Groningen. Voor het dorp Overschild bijvoorbeeld: daar zou 50 procent van alle gebouwen moeten worden gesloopt! En wanneer de bewoners massaal kiezen voor nieuwbouw in het geval dat de kosten van versterking en nieuwbouw elkaar niet veel ontlopen, kan dat percentage stijgen naar 80%. Het is hier weliswaar niet gebombardeerd, maar dan ziet het er in Groningen uit zoals in Rotterdam in 1940.’

Bij sloop ziet het er hier uit als in R’dam in 1940

Eerste voorbeelden 
In plaats hiervan moet er veel meer gebiedsgewijs en met inwoners worden gewerkt, aldus Zuidema. ‘Het verduurzamen en toekomstbestendig maken van woningen kan dan in één keer worden opgepakt. Daarover moet met grotere groepen bewoners veel eerder het gesprek worden aangegaan. Dan hoef je ook niet te wachten op wat de pc’s zeggen. Eerste voorbeelden zoals de dorpsvisies voor Onderdendam en Uithuizermeeden laten zien dat bewoners – ondersteund door professionals – zelf heel goed in staat zijn hun toekomstperspectief te duiden. Gebiedsontwikkeling gaat over deze actoren: laat ze hun rol pakken!’ Een cruciale voorwaarde daarbij is wel dat de NAM uit het proces wordt verwijderd.

Zuidema: ‘De NAM stelt nu de kaders en niet de tientallen Groninger dorpen samen met de gemeenten zelf. Daar moeten we doorheen breken.’ Ook gemeenten hebben naar zijn idee nog een slag te winnen: ‘Ze zijn nog niet gewend dat bewoners zich uit durven spreken over de gebouwde omgeving om hen heen en dat zij ook aan de gemeenten vragen stellen. Daardoor laat de ondersteuning van dorpen die vooruit willen in de wereld soms te wensen over.’ 

Complexe opgave 
De stadsbouwmeester van Groningen, Jeroen de Willigen, kan de noodzaak van een integrale aanpak onderschrijven: ‘Deze ontbrak tot nu toe, maar inmiddels wordt daar op tal van fronten aan gewerkt, door onder meer het College van Rijksadviseurs. Daarin wordt geprobeerd de gevolgen van de aardbevingen te verbinden met demografe, economie, energie en  andere vraagstukken.’ Het is een aanpak die door haar complexiteit de nodige tijd vergt om tot wasdom te komen: ‘Ik snap dat de eerste reactie is om de veiligheid centraal te stellen, maar het zou jammer zijn wanneer we niet tegelijkertijd aan de andere vraagstukken in het gebied werken.’ 

Druk op de markt 
Ook op ‘zijn’ architectonisch gebied hebben aardbevingen invloed, zo legt De Willigen uit: ‘Onze bouwbedrijven en bouwmethoden zijn niet klaar voor het op grote schaal versterken van bestaande woningen en het  aardbevingsbestendig bouwen van nieuwe. De vrees is dan dat er tupperware-toestanden ontstaan: kaalslag en vervolgens herbouw in een karige en generieke architectuur.’ Ontwerpers – ook in het gebied zelf – moeten hun rol pakken om dit gevaar af te wenden: ‘Kijkend naar de stad Groningen: de druk op de markt is daar fors en er moeten veel woningen worden bijgebouwd. Het ommeland is het spiegelbeeld, met krimp. Maar beide zijn onderling verbonden en vragen daarom een integraal plan. Een plan dat verbindt en inspireert. Techniek is daarbij belangrijk, maar net zo goed industrieel en circulair bouwen. De uitdaging is om in Groningen op dit vlak een kennisvoorsprong op te bouwen, die straks ook elders in Nederland van pas kan komen.’

De aardbevingen hebben een grote invloed op de leefbaarheid in Groningen. Veel mensen maken zich ongerust en zien de toekomst somber in. De dreiging van massale sloop van woningen en andere gebouwen helpt daar niet bij. Wat zijn de gevolgen voor gebiedsontwikkeling in het noordoosten van Nederland? Stedenbouwkundige Enno Zuidema en stadsbouwmeester Jeroen de Willigen geven hun visie. ‘Oppassen voor tupperware-toestanden.’ 


Dit item verscheen eerder in de publicatie Gebiedsontwikkeling 2GO - Wintereditie 2018



Cover: ‘aardbeving groningen boerderij’


Kees de Graaf door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Kees de Graaf

Eindredacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Peter Pelzer door Faculteit Bouwkunde TU Delft (bron: Faculteit Bouwkunde TU Delft)

“We moeten de lange termijn meer gaan voelen in gebiedsontwikkeling”

Peter Pelzer is sinds 1 januari hoogleraar aan de TU Delft en werkte aan een geactualiseerde versie van zijn stadsessay Verantwoordelijk voor de toekomst, waarin hij op zoek gaat naar een planologie voor de lange termijn.

Interview

21 januari 2025

De L-flat in Zeist door Patrick Verhoef (bron: shutterstock)

Wijkaanpakken in middelgrote gemeenten, drie praktijkvoorbeelden

Onderzoekers van Platform31 destilleren uit drie praktijkvoorbeelden een aantal lessen die volgens hen relevant zijn voor middelgrote Nederlandse gemeenten die aan de slag willen met een brede wijkaanpak.

Onderzoek

20 januari 2025

Huis onder constructie door Fokke Baarssen (bron: Shutterstock)

Friso de Zeeuw over zijn rol als voorzitter van adviesgroep STOER

Het programma STOER moet ervoor zorgen dat de kabinetsambitie om 100.000 woningen per jaar te bouwen sneller, efficiënter en goedkoper wordt gerealiseerd. Friso de Zeeuw is benoemd tot voorzitter van de adviesgroep van het programma.

Interview

17 januari 2025