Interview Eerder wezen we al in deze kolommen op de lancering van Rijkswege van de ‘Landelijke Maatlat voor een groene en klimaatadaptief gebouwde omgeving’. Danielle Freriks (BZK) en Eva Baron (IenW) waren intensief bij de ontwikkeling van dit nieuwe instrument betrokken. Ze gaan nader in op het waarom, het hoe en het voor wie.
Waarom is de maatlat nodig? Daarover komt Danielle Freriks (ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) als eerste aan het woord: “Het belang van klimaatadaptatie wordt breed gedragen, maar groen en klimaatadaptief bouwen is nu nog te vrijblijvend. Onderzoeken laten zien dat mitigatie, oftewel het beperken van klimaatverandering, niet genoeg is. We moeten daarom echt anders gaan bouwen en onze omgeving aanpassen aan het veranderend klimaat. Er zijn al veel goede voorbeelden, maar een versnelling en opschaling is nodig zodat Nederland in 2050 klimaatbestendig is ingericht. De maatlat definieert voor nieuwbouw wat we hieronder verstaan. Ook bleek uit gesprekken met gemeenten en bouwende partijen dat groen en klimaatadaptief bouwen en inrichten nog te veel moet concurreren met andere ontwerpeisen waar de energietransitie bijvoorbeeld om vraagt. Klimaatadaptatie dreigde dus te veel onder te sneeuwen.”
Gelijk speelveld voor nieuwbouw
“De maatlat richt zich in eerste instantie op gemeenten en andere decentrale overheden. Zij schetsen de voorwaarden in nieuwbouwprojecten. Gemeenten moeten de doelen, richtlijnen en prestatie-eisen uit de maatlat vertalen naar bijvoorbeeld een bestemmingsplan en opnemen in de aanbestedingsprocessen. De maatlat is dus ook belangrijk voor projectontwikkelaars en andere partijen uit de bouw. Bouwende partijen weten beter wat ze kunnen verwachten en zo ontstaat overal een gelijk speelveld voor nieuwbouw.”
Geen specifieke maatregelen
Eva Baron (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) vult aan: “De maatlat bevat ook richtlijnen die lokaal verder ingevuld moeten worden. Zo vragen we gemeenten bijvoorbeeld om een lokale groennorm vast te stellen. De maatlat schrijft bewust geen specifieke maatregelen voor. Het is in hoog stedelijk gebied moeilijk om meer bomen te planten, en op sommige plekken in het landelijk gebied staan misschien al bomen genoeg. Je kunt daarom geen landelijke maatregel voorschrijven, maar gemeenten kunnen zelf invulling geven aan de richtlijnen en prestatie-eisen van de maatlat.”
Danielle Freriks: “In de maatlat staat onder meer dat neerslag op het eigen terrein wordt opgevangen en verwerkt of dat je in de directe omgeving maatregelen moet treffen. Zo kun je water ook opvangen in de openbare ruimte via wadi’s of in een waterplein dat een waterbuffer combineert met een recreatiefunctie. De maatlat geeft kaders aan, maar de uitdaging om daar invulling aan te geven ligt bij ontwerpers. Zo willen we innovatieve en slimme oplossingen vanuit de markt stimuleren.”
Behoefte aan duidelijkheid
Eva Baron: “Mijn indruk is dat de maatlat positief is ontvangen. Wij merkten dat er echt op gewacht werd. Gemeenten en waterschappen, maar ook de bouwsector hebben allemaal behoefte aan duidelijkheid. Ze willen weten wat groen en klimaatadaptief bouwen en inrichten in de praktijk betekent. Dat is ook de reden dat we de maatlat hebben ontwikkeld.”
Danielle Freriks duidt de brede betrokkenheid vanuit het Rijk: “Vanuit het Rijk zijn drie ministeries betrokken: Infrastructuur en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Klimaatadaptie heeft raakvlakken met andere grote opgaven, zoals de energietransitie, de kwaliteit van de natuur en de woningbouwopgave. Daarom vinden wij het belangrijk om samen met andere partijen één boodschap uit te dragen.
‘Eva Baron (links) en Danielle Freriks (rechts)’ door Eva Baron en Danielle Freriks (bron: Linkedin)
Hierdoor raakt ‘groen en klimaatadaptief bouwen’ ook meer geïntegreerd in al deze opgaven. Maar de maatlat is niet een feestje van het Rijk. We hebben de maatlat ontwikkeld in nauwe samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen, het Rijksvastgoedbedrijf, het College van Rijksadviseurs, kennisinstellingen, de bouwsector en natuurorganisaties. Adviesbureaus TAUW en Arcadis hebben hierbij ondersteund.”
Reparatie is duurder
Freriks vindt de maatlat geen extra drempel: “De maatlat zie ik juist als een kans om onze gebouwde omgeving beter en meer toekomstbestendig in te richten. Ik zei al eerder: met mitigatie alleen komen we er niet. Natuurlijk is een extra inspanning nodig. Maar door in een vroeg stadium rekening te houden met klimaatverandering, vallen de extra kosten en inspanningen erg mee. Bovendien zijn de kosten veel groter wanneer je achteraf moet repareren. Door nu klimaatadaptief te bouwen willen we voorkomen dat we later met een enorme opgave zitten voor reparatie of zelfs voor sloop.”
‘Klimaatadapatieve wand’ door Rene Notenbomer (bron: Shutterstock)
Over de verhouding van de maatlat tot regionale afspraken, zoals het Convenant Klimaatadaptief Bouwen in Zuid-Holland, zegt Eva Baron: “Ik denk dat regionale afspraken en de maatlat elkaar versterken. Er is veel overlap, maar de maatlat vult ook aan. De doelen zijn gelijk maar in sommige regio’s zijn een aantal richtlijnen uit de maatlat al verder ingekleurd. Tegelijkertijd helpt de maatlat gemeenten in provincies, waar geen regionale afspraken over klimaatadaptief bouwen en inrichten zijn gemaakt, om hier invulling aan te geven.”
De ministeries hebben bewust besloten niet te wachten op een wettelijke verandering, zo legt Danielle Freriks uit: “Juridische borging is een zorgvuldig proces en is niet van vandaag op morgen geregeld. Als we een paar jaar wachten hebben we kansen gemist en dat zou doodzonde zijn. We hebben een enorme bouwopgave en moeten nu al rekening houden met het veranderende klimaat.”
Verkenning van praktijk
En dan de onvermijdelijke slotvraag: hoe nu verder? Eva Baron: “Iedereen kan nu met de maatlat aan de slag. Daar is geen wetgeving voor nodig. We vragen gemeenten en andere decentrale overheden, vastgoedeigenaren en bouwende partijen om dat ook te doen. Voor juridische borging gaan we de mogelijkheden in kaart brengen.”
Danielle Freriks: “We gaan ook een verkenning doen aan de hand van praktijkervaringen met de maatlat om inzicht te krijgen in de kosten. We kijken naar de investeringen die nu nodig zijn, de extra beheerskosten van klimaatadaptieve oplossingen, maar evengoed de vermeden schade in de toekomst. We willen ook inventariseren welke regelingen en constructies gebruikt kunnen worden om klimaatadaptatie te financieren. Daarnaast gaan we onderzoeken of de maatlat in de huidige vorm ook voor bestaande bouw kan worden gebruikt. Ons doel is dat groen en klimaatadaptief bouwen en inrichten de standaard wordt en dat iedereen in een veilige en gezonde omgeving kan wonen, werken en verblijven. Niet alleen de inwoners van een gemeente die vooroploopt.”
Dit artikel verscheen eerder op de site van Kennisportaal Klimaatadaptatie.
Cover: ‘Klimaatadaptief bouwen’ door Rene Notenbomer (bron: Shutterstock)