Opinie Volgens Cees-Jan Pen, Fontys-lector De Ondernemende Regio, houden vijf misvattingen de duurzame inrichting van ons land tegen. Van online shoppen als oorzaak voor winkelleegstand tot bedrijven die dreigen weg te gaan: Pen legt uit hoe de vork écht in de steel zit.
Menig planoloog is groot geworden met het standaardwerk Facetten van de planologie geschreven door de helaas veel te vroeg overleden Henk Voogd; een inspirator voor velen. Zijn basisboek biedt inzicht in de bepalingen in ons land met betrekking tot het gebruik van de ruimte.
Tijdens de zomermaanden ben ik in artikelen over een duurzame inrichting van ons land helaas weer veel achterhaalde hardnekkige facetten van de planologie tegengekomen die leiden tot ruimteverspilling. De meest bekende en in het oog springende misvattingen zijn:
1. “De gestegen winkelleegstand dit jaar is het gevolg van online shoppen“
Voorbij wordt gegaan aan het feit dat Nederland overbewinkeld is, echte regionale afstemming van winkelplannen eerder uitzondering dan regel is, en winkels – los van de regionale en lokale vraag- vanuit de Excelsheet worden toegevoegd om een plan of project rond te rekenen. Met name laatstgenoemde planningspraktijk zorgt ervoor dat er nog veel verborgen ruimte voor nieuwe winkels zit in bestemmingsplannen.
2. “Het stellen van stevige duurzaamheidseisen en toepassen van eisen aan zonnecollectoren op daken schaadt de gronduitgifte van werklocaties en jaagt bedrijven weg”
Dit, terwijl de praktijk juist is dat duurzame gebieds- en vastgoedontwikkeling voor menig investeerder, financier en ook bedrijf een belangrijke vestigingsplaatsfactor is. Het gebouw en gebied moeten immers op langere termijn ook haar waarde behouden.
3. “Bedrijven trekken weg”
Sowieso zijn de bekende huil- en angstverhalen dat bedrijven wegtrekken – zeker vanwege het stellen van kwaliteitseisen – gebaseerd op weinig bewijs. Bedrijven zijn honkvast en regionaal gebonden. Dreigen met vertrek werkt echter bij sommige overheden nog steeds als krachtig lobbyargument.
4. “Er is woningnood, we willen nog steeds gewoon een rijtjeshuis en die trek naar de stad is maar een hype”
We geven provincies, gemeenteregels, de ladder duurzame verstedelijking en de korenwolf gewoon de schuld en verlangen terug naar de Vinex-tijd en Rijkssturing. We zetten dit kracht bij door zuchtend en kreunend te stellen dat woningen bouwen in de bebouwde kom duur, complex en tijdrovend is. Als we de woningnood snel willen oplossen, is er dus maar één optie: een nieuw soort Vinex-operatie. Waar komt toch opeens die hang naar Rijksingrijpen uit voort? Waarom zeggen we er niet bij waarom bepaalde duurzaamheidsregels nodig zijn? Ondertussen zijn en worden 100.000 woningen gepland en ook gerealiseerd in en om stations, knooppunten, binnensteden en tegen binnensteden aan. Er blijkt nog veel vraag naar te zijn ook en het bevordert duurzame mobiliteit.
5. “Er is geen klimaatverandering”
Dit is een vertragingstactiek. We kunnen helaas niet om klimaatverandering heen. Het weer wordt droger, natter en heftiger, de natuur minder biodivers. Dit vraagt een totaal andere manier van ruimtelijke inrichten en steden (ver)bouwen. Dat weten we ook wel, maar leuk is de boodschap niet. Het gaat namelijk zeker pijn doen en vraagt om een andere manier van werken en denken. Je diskwalificeert daarom de expertise en onafhankelijkheid van belangrijke boodschappers als KNMI en PBL, voert achterhoededebatten over meetmethoden, bestookt experts en weermannen die wel erg veel in de media komen, of maakt er een links-rechtsstrijd van. Gelukkig biedt de Nationale Omgevingsvisie een hoopgevend kader om gewoon aan de slag te gaan met klimaatverandering.
Deze column verscheen eerder op Cobouw.
Cover: ‘Afbeelding van moerschy via Pixabay’