1 juni 2011
2 minuten
Onderzoek Met het nieuwe regeerakkoord als leidraad, werkt het Rijk aan de actualisatie van het ruimtelijk beleid en een prioritering van ruimtelijke plannen en investeringen. Buck Consultants International heeft samen met de Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft, in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, een procesaanpak ontwikkeld waarmee de gebiedsagenda’s kunnen worden geactualiseerd en geoptimaliseerd.
Een gebiedsagenda schetst een beeld van de ruimtelijke opgaven op de korte, lange en middellange termijn. Afgelopen jaren hebben acht regio’s gebiedsagenda’s opgesteld: Noord- Nederland, Oost-Nederland, Noordwest-Nederland, Zuidvleugel, Utrecht, Zuidwestelijke Delta, Brabant en Limburg. Het is een instrument, ontwikkeld in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Het MIRT brengt voor het fysiekruimtelijk domein samenhang aan tussen wonen, werken, bereikbaarheid, water, natuur en landschap. Een gebiedsagenda vormt in dit verband een inhoudelijk, dynamisch document, maar het is tevens het product en symbool van een nieuw proces van samenwerken tussen Rijk en regio’s. De gebiedsagenda’s hebben geen formele status; ze vormen vooral de grondslag voor besluitvorming over het al dan niet doorzetten van een project naar de formele MIRT-procedure (te beginnen met de MIRT-verkenning). Daarbij dient de actualisatie bij te dragen aan een proces van verdere aanscherping en prioritering van opgaven.
Noodzaak van aanscherping
De acht gebiedsagenda’s hebben met elkaar gemeen dat ze alomvattend zijn of trachten te zijn. Alle regionale opgaven en bijbehorende projecten worden benoemd. Dat resulteert in zeer omvangrijke lijsten met ‘gewenste ingrepen’ in het fysiekruimtelijk domein. Deze overvloed tast de effectiviteit van het instrument gebiedsagenda aan. Een aanscherping is noodzakelijk, op twee vlakken:
- een inhoudelijke noodzaak tot aanscherping: niet elke opgave is van hetzelfde kaliber en niet alles is even belangrijk;
- een pragmatische noodzaak tot aanscherping: niet alles kan. Verdere prioritering van opgaven is nodig.
Er is geen geld (bij de overheid) om alle projecten op te nemen in het MIRT en uit te voeren. In het verlengde hiervan is een verschuiving zichtbaar naar het mobiliseren van private investeringen op regionaal niveau. Vanuit het Rijk wordt hier een belangrijke rol gezien voor de regio’s zelf. Wat kan het Rijk van de regio’s verwachten aan inspanningen? En waar is ondersteuning nodig, niet alleen met geld, maar ook bijvoorbeeld met wet- en regelgeving?
Cover: ‘Thumb_ontwerp en proces_0_1000px’