Opinie In de memories van toelichting bij de begrotingen 2015 van de Ministeries van BZK, I&M en EZ wordt melding gemaakt van een nieuw Rijksinitiatief: “De Agenda Stad”. Doel is blijkbaar: ‘de concurrentiekracht en de leefbaarheid van de Nederlandse Steden te versterken.’ Wie kan daar tegen zijn? Een poging om wat meer vat op dit initiatief te krijgen.
Opvallend is dat minister Stef Blok niet genoemd wordt bij de ondertekenaars. Traditioneel waren de rijksdisciplines Wonen, Volkshuisvesting en Woningmarkt zeer prominent aanwezig in de Rijksaanpak voor de stedelijke gebieden. Jarenlang waren de zeer aanzienlijke geldstromen uit het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV) leidend voor de Rijksbemoeienis met de stedelijke ontwikkeling. De al enige jaren aangekondigde beëindiging van deze geldstroom (2013) is aanleiding geweest voor veel gemeenten en gremia als de G32 om te pleiten voor een nieuwe subsidiestroom. Tevergeefs. De Rijkssturing met Rijksmiddelen beperkt zich, begrijpelijk, steeds meer tot zaken die specifiek van nationaal belang zijn.
Blijkbaar is het nodig dat de teleurgestelden nog een doekje voor het bloeden krijgen. Want zo is de “Agenda Stad” wel te karakteriseren: heel veel woorden, weinig daden en vooral geen geld. Minister Plasterk meldt dat het gaat om de concurrentiekracht en leefbaarheid van de steden, waarbij het de uitdaging voor zijn departement is om interdepartementaal deze Agenda te concretiseren. Precies lezen van deze zinsnede leert ons: dat blijkbaar BZK aan het stuur wil zitten, met EZ en Ie&M op de achterbank. Maar ook dat het allemaal nog vaag is: de Agenda moet immers worden geconcretiseerd.
In de reactie van het kabinet op de Adviezen van de Raad voor de Leefomgeving Toekomst Stad en Kwaliteit zonder groei (Tweede Kamer, 19 september 2014) gaat het om “versterking van de stedelijke regio’s als motoren voor economie en innovatie en – in een breder perspectief- duurzame ontwikkeling.” Heel veel goede bedoelingen waar niets op af te dingen valt, maar nergens is nog een begin van concretisering. Platform 31 is blijkbaar ingehuurd om de Agenda mee vorm te geven.
Die formuleert de motivering voor de Agenda Stad als volgt: “Niet alleen vinden op het sociale domein grote transities plaats, hetzelfde geldt voor de structuur van onze economie. In de wijken van onze steden is dat zichtbaar, zie de opkomst van de kleinschalige economie, in relatie tot de ruileconomie en sociale economie.” Als dit de toon wordt, moet het ergste worden gevreesd. Hoe interessant als fenomeen wijkeconomie ook moge zijn, het gaat hier niet om een dominante stroming die de werkelijkheid van alle dag bepaalt.
Pupillenvoetbal
Is er van dit initiatief voor deze Agenda Stad echt iets te verwachten? Of is het zoveelste tandeloze initiatief dat bergen interdepartementale energie gaat opvreten? Moeten we Agenda Stad scharen onder het bekende pupillenvoetbal waarbij iedereen probeert dicht bij de bal (lees: hype) te komen en niemand het hele veld meer overziet? Het lijkt er wel op kijkend naar al opborrelende initiatieven: Smart City, Pop-up City, Bottum-up City, De Circulaire Stad etcetera etcetera. Misschien is het allemaal wel onschuldig. Maar tegelijkertijd gaat een enorme hoeveelheid ambtelijke aandacht en energie verloren aan wat waarschijnlijk toch niet veel meer zal worden dan hoogdravende, wollige geestesbezweringen. Met als “automatische” consequentie dat bestuurders meegetrokken worden in een stapeling van goede bedoelingen en ronkende nietszeggendheid. Gemeentebestuurders laten zich soms tegen beter weten toch meelokken: als ex-junk weet je maar nooit; er zou misschien toch nog wel eens een Rijksgeldstroompje van de kar kunnen vallen, al is het maar methadon. Of zien sommige gemeentebestuurders er een kans in om de figuur van de leidende centrumstad opnieuw te promoten? Hoe dan ook: voor de komende jaren mogen we een kluwen aan conferenties, kennisuitwisselingen, wollige ambtelijke teksten, interdepartementaal overleg en symposia verwachten. Zou de reden dat de als nuchter bekend staande Stef Blok niet mee heeft ondertekend bij de Agenda Stad, kunnen zijn dat hij ook verantwoordelijk is voor de afslanking van de ambtelijke organisatie?
Praatfabriek
Aan het begin van zijn toelichting op de begroting 2015 schrijft Minister Plasterk: “Burgers nemen steeds vaker in hun woonomgeving taken over die oorspronkelijke in handen waren van de lokale overheid. Aan de overheid de taak om burgers hiertoe de ruimte te geven en waar nodig en gewenst te helpen”. Hoe omvangrijk dat “steeds vaker” is, wordt nergens gekwantificeerd. Maar als hij bedoelt dat lokale overheden meer ruimte moeten laten voor initiatieven van burgers en marktpartijen en meer moeten “loslaten”, dan is dat toe te juichen. Maar waarom zou de Rijksoverheid niet ook wat meer mogen “loslaten” en een tijdje afwachten op welke wijze steden hun eigen (economische en sociale) ontwikkeling ter hand nemen? Voorlopig is de meerwaarde van een Agenda Stad nog niet in de verste verte aan te tonen of te concretiseren. Het barst al van de praatcircuits die niks opleveren. Vaak gaat het ook nog om concurrerende zaken waarbij de diverse departementen zich maar al te graag laten verleiden om allemaal mee te betalen. Het Jaar van de Ruimte is zo’n voorbeeld van die praat- en papierfabriek. Het lijkt erop dat met Agenda Stad weer een nieuwe praatfabriek is gevonden om Rijksambtenaren aan het werk te houden in tijden van decentralisatie.
Ik laat me graag overtuigen als er over een jaar echt iets tastbaars uit de Agenda Stad is te presenteren, niet zijnde de zoveelste rapportage met goede bedoelingen.
Cover: ‘De Erasmusbrug en de Rotterdam in Rotterdam’ door Leonid Andronov (bron: Shutterstock)