Nieuws Een opmerkelijk initiatief: in de regio Alkmaar hebben 30 organisaties zich gezamenlijk tot de gemeenten in hun gebied en de provincie gericht. Ze willen meer woningbouw, grotere aantallen, meer flexibiliteit en minder belemmerende regels. Vijf corporaties, twaalf ontwikkelaars, elf makelaars en twee architectenbureaus willen o.a. af van de “rigide eis van 30% sociale woningbouw in elk plan”. Dat moet per situatie kunnen verschillen. Ze vragen van de overheden om minder op het rempedaal te staan en meer op het gaspedaal. Andere regio’s in Nederland zouden hier iets van kunnen leren.
van rempedaal naar gaspedaal
De initiatiefnemers willen dat er weer meer sprake is van samen optrekken van gemeente en markt. Meer afstemming om samen na te gaan wat goed is voor de regio en de inwoners. Zoeken naar goede kwaliteit en de goede woningtypen moet voorop staan. De 30 organisaties noemen vier speerpunten voor de komende tijd. Als eerste vinden ze dat de huidige praktijk van het maken van Regionale Actieplannen Woningbouw anders moet. Nu zijn deze regionale plannen nog vooral ingegeven door crisistijd: oppassen dat we niet te veel woningen bouwen. Dat moet inmiddels helemaal andersom worden gekeerd: ‘we moeten van maximale naar minimale aantallen’. Met name voor de provincie die medeondertekenaar is van de Regionale Actieplannen zal dat een grote verandering zijn. Volgens de initiatiefnemers is de zorg dat er te veel woningen worden gebouwd compleet achterhaald. “Het overkoken van de markt in Amsterdam en Haarlem betekent dat ook in onze regio weer veel woningen worden verkocht aan mensen die in het zuiden van de provincie niet meer aan de bak komen”, zegt een van de makelaars.
Meer flexibiliteit
Als tweede speerpunt noemen de briefschrijvers dat er weer een basishouding moet komen bij de overheden om zoveel mogelijk flexibiliteit te betrachten. “Een onverwacht leegkomend kantoorpand dat geschikt is om te transformeren naar appartementen, laat zich niet twee of drie jaar van tevoren vastleggen in een RAP. Daar moet je meteen op kunnen insteken. En dan moet dan niet, zoals nu, betekenen dat je elders in de gemeente of in de regio woningcapaciteit moet schrappen. Dat is eeuwig zonde”, aldus dezelfde makelaar.
Van “getallen naar woningen” is het derde speerpunt. Niet de plancapaciteit moet maatgevend zijn maar de aantallen woningen waaraan daadwerkelijk behoefte is en die ook aan mensen moeten worden opgeleverd. En dat houdt in dat er veel creatiever gezocht moet worden naar meer locaties waar woningbouw kan plaatsvinden. In plaats van steriel naar plancapaciteit te kijken moet er steeds ruimte zijn om vooruit te kunnen op veel meer locaties tegelijk. In het laatste speerpunt doen de partijen een beroep om intensievere samenwerking. “Het valt ons op dat het overzicht en inzicht in welke woningbouwprojecten in voorbereiding zijn soms ontbreekt en daarnaast vaak te weinig met de marktpartijen wordt gedeeld”. Maar ook de samenwerking in de projecten zelf moet beter. “We willen weer meer dat rode loper idee”.
Ongetwijfeld is deze brief ook bedoeld om een bijdrage te leveren aan de debatten ten behoeve van de gemeenteraadsverkiezingen. Maar ook bij de daarop volgende coalitieonderhandelingen zal dit onderwerp van gesprek zijn. “Wij kiezen daarbij niet voor een polariserende opstelling, maar we willen meer samenwerking”.
EMU
Een bijzonder punt van aandacht is de EMU, de Europese Geneesmiddelenorganisatie die als gevolg van de Brexit naar Amsterdam komt. Een van de Alkmaars makelaars vertelt dat hij nu al regelmatig EMU medewerkers rondleidt. “Ze hebben hoge eisen, zijn gewend aan hoge woningprijzen en zoeken woonruimte in een ruime cirkel rond Amsterdam. Maar komen vaak ook in onze regio uit omdat er maar één Europese School is en die staat in Bergen. Het zou volgens hem ontzettend dom zijn om die kansen te laten verlopen door rigide regels of grenzen die in de ‘crisis-RAP’s’ om locaties zijn gelegd”.
De briefschrijvers noemen zichzelf de “Woningmakers van de regio”. Ze benadrukken dat nu juist nu nodig is om gas te geven. De doorlooptijd van een woningbouwproject is toch al gauw minimaal een jaar of 5, vaak zelfs langer. Dus moeten we op verschillende fronten tegelijk aan de slag: nu alle kansen benutten op de al eerder gevonden locaties en tegelijk nieuwe locaties voorbereiden.
Herhaling
Een van de briefschrijvers benadrukt dat het moet kunnen. “Acht jaar geleden, midden in de crisis lag de woningbouw helemaal op z’n gat. De jaarproductie moest eigenlijk 600 à 700 woningen zijn, terwijl toen niet meer dan 150 à 160 woningen per jaar van de grond kwamen. Een speciaal aanjaagteam (met interne en externe trekkers; ontslakken en versnellen avant la lettre) slaagde er binnen twee jaar de woningbouwproductie weer op te krikken naar 600 woningen per jaar. Dat was in crisistijd. Nu zijn de omstandigheden heel anders; maar als het toen onder die moeilijke omstandigheden kon moeten we nu zeker in staat zijn om op stoom te komen”.
Cover: ‘woningbouw | adobe stock’