Opinie ‘Leidsche Rijnen zullen er niet meer komen’, voorspelt voormalig SCP-directeur Paul Schnabel in een interview in de Volkskrant. Daar heeft hij gelijk in. Het feit dat de behoefte aan Vinexwijken verdwijnt, betekent echter niet dat er geen behoefte meer is aan de bouw. Het is minder, maar ook anders: en dus vernieuwend. De aanname van Schnabel dat het duurder en minder wordt, is waar, maar het wordt niet per se slechter.
Nederland zit in een overgangsfase. Bouw betekent niet langer meer vanzelfsprekend ‘bouwen’, oftewel stenen stapelen. Dat is het oude denken. De bouw krijgt nieuwe vorm en inhoud. Vandaar dit pleidooi voor het omarmen van deze nieuwe vorm en inhoud, waarvan niemand nog precies weet wat de uitkomsten zijn, maar waarvan de contouren al wel zichtbaar zijn.
De behoeften van mensen zijn veranderd, zijn specifieker geworden. En er zijn nieuwe behoeften. Jongere generaties streven niet meer naar eigen bezit. Ze zijn gericht op delen of tijdelijk gebruik. Geen auto, maar mobiliteit. Geen huis, maar wonen. Dat zijn andere markten dan we gewend zijn.
De focus ligt inderdaad minder op nieuwbouw. Die is niet verdwenen, maar kleinschaliger. Er is meer sprake van verbouw, van vernieuwbouw en van verduurzaming. De roep om energieneutraal wonen en werken wordt sterker. Mensen wonen graag in het centrum van de grote steden, ook al hebben ze er weinig ruimte. Ook willen mensen hun omgeving zelf inrichten en gaan ze over op zelfbouw, zoals in de Houthavens in Amsterdam en het Homeruskwartier in Almere. De transformaties in de zorg vragen om nieuwe woon/zorgvormen, nu mensen langer thuis moeten kunnen blijven wonen. Werk, wonen en recreëren zijn geen afgebakende eenheden meer, maar gaan hand in hand.
Snel bouwen en ontwikkelen, zonder creatieve en innovatieve kwaliteit, is voorbij. Nederland moet deze crisis ook niet willen afzakken naar goedkoop bouwen, zonder architectuur. Juist die veranderende behoeften over hoe we onze omgeving inrichten, vraagt om het inzicht van een architect. Die is als intermediair tussen gebruiker en gebouw als enige in staat wensen duurzaam te vertalen en in te passen.
Het is dan ook goed dat deze crisis, of liever deze nieuwe realiteit, het beste in de creativiteit en inventiviteit bij architecten omhoog haalt. Juist ook bij jonge generaties die met nieuwe, haalbare oplossingen komen voor urgente opgaven als duurzaamheid, sociale wijkaanpak of de zorg. Zo bedachten architecten, onder leiding van BNA Onderzoek, slimme ruimtelijke oplossingen voor eengezinsappartementen in de stad. Oplossingen die het gezinnen met gemiddelde inkomens mogelijk maakt zich te nestelen in de stad. Meer doen met minder dus.
Ondanks de harde economische tegenwind, is het zaak ons niet uit het veld te laten slaan. Ook niet door de enigszins sombere, wijze meester van de nuance die Schnabel is. Het is tijd voor een nieuw soort ondernemerschap en voor het - in bescheidenheid - dienstbaar zijn aan de samenleving. Want architectuur gaat over goede gebouwen, een betere leefomgeving, maar in essentie over gebouwd geluk.
Fred Schoorl is directeur van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA), de branchevereniging van architectenbureaus.
Cover: ‘Houthavens Amsterdam’ door Lea Rae (bron: Shutterstock)