Onderzoek Duidelijkheid, daadkracht en draagvlak. Met dit trio kunnen gemeenten volgens de Taskforce Nieuwbouw Woningcorporaties het positieve verschil maken in de zoektocht naar meer sociale nieuwbouw. Daarbij is ook een belangrijke rol weggelegd voor de woningcorporaties.
De Taskforce Nieuwbouw Woningcorporaties is een samenwerking van Aedes, de VNG, BZK en IPO. De coalitie is speciaal in het leven geroepen om gemeenten en woningcorporaties te ondersteunen bij de snelle realisatie van sociale huurwoningen. Vorige maand kwam het samenwerkingsverband met de publicatie Succesverhalen uit de Volkshuisvesting. Tips van 6 gemeenten waar veel sociale nieuwbouw is gerealiseerd. De auteurs gingen op zoek naar de belangrijkste lessen van zes gemeenten waar woningcorporaties in de afgelopen jaren veel sociale huurwoningen hebben gerealiseerd. Ze spraken met de verantwoordelijke wethouders over de succesverhalen in deze gemeenten.
Uit de ervaringen van de wethouders destilleerden de auteurs zes lessen die gemeenten en andere partijen kunnen gebruiken in hun dagelijkse praktijk, wanneer zij streven naar het realiseren van voldoende sociale nieuwbouw. Les één is dat dit proces begint bij de combinatie van inzicht en motivatie. Intrinsieke motivatie is gestoeld op een (goed onderbouwd) inzicht in de noodzaak van de opgave, is de conclusie. “Bij alle geïnterviewde gemeenten valt op dat zij hun bestuurlijke of ambtelijke inzet heel goed kunnen onderbouwen met inzicht in de bouwopgave en kunnen terugvallen op het vertrouwen dat ze ook daadwerkelijk waarmaken wat ze zeggen.” Bijvoorbeeld door de gegevens scherp te hebben wat betreft de woningbehoefte naar inkomenscategorie, de lengte van wachtlijsten of het percentage urgente woningzoekenden. Die duidelijkheid zorgt direct bij alle betrokken partijen voor motivatie.
Het geheim
Les twee is dat er ook duidelijkheid ontstaat over het aantal te realiseren sociale huurwoningen. Onmisbare stap in het proces is verder dat er ook bestuurlijke terugkoppeling over plaatsvindt. “Dat geeft politieke rust en geen discussies per project.” De volgende les is dat het creëren van een effectieve samenwerking en de bijbehorende draagkracht gebaat is bij een gezamenlijke projectenportefeuille. Gemeenten en corporaties trekken samen op om een gedeelde programmering en planning te realiseren. Want, zeggen de schrijvers, de volgende belangrijke les volgt direct uit die gezamenlijkheid: bouwen doe je samen.
Geen holle frase volgens de onderzoekers, maar een pleidooi om de bestuurders te dwingen een goede, langjarige samenwerkingsrelatie met andere actoren op te bouwen. Deze loopt over collegeperiodes heen. En doe dat niet alleen formeel op afstand, maar vooral ook informeel met korte lijntjes.
Uit het interview met de gemeente Assen kwam de vijfde les naar voren: investeer structureel in draagvlak bij huurders en andere inwoners. En het liefst voordat er een plan op tafel ligt, niet alleen tijdens het bouwproces. De laatste jaren zijn niet of nauwelijks bezwaren tegen bouwprojecten in de Drentse hoofdstad ingediend bij de Raad van State. Het geheim? Betrek bewoners en huurders nog voordat een plan is gemaakt. Maak hun behoeften het startpunt van het planproces. En wees niet terughoudend in het ondersteunen van bewonersinitiatieven. Dat betaalt zich terug. Tot slot adviseert het zestal andere gemeenten om daadwerkelijk te sturen op het realiseren van voldoende bouwlocaties voor woningcorporaties. Een actieve sturing op ontwikkelposities voor corporaties is hard nodig, ook omdat “het een gedeelde opgave is om voldoende corporatiewoningen te kunnen bouwen.”
Lees de gehele publicatie via de website van Aedes.
Cover: ‘Huis onder constructie in Ysbrechtum’ door Jaap Posthumus (bron: Shutterstock)