Onderzoek Aan de Nederlandse kust strijden natuur, recreatie en stedenbouw om de ruimte. Om Nederland te beschermen tegen het water, zal het kustlandschap anders ingericht moeten worden. Dat onderzocht Janneke van Bergen in haar promotieonderzoek aan de TU Delft.
Rijkswaterstaat stort jaarlijks tien miljoen kuub zand uit over de Nederlandse kustlijn. Dat is gelijk aan zeven keer voetbalstadion De Kuip, tot de nok toe gevuld met zand. Dat doet ze om de kust te beschermen, die voortdurend slijt onder invloed van wind, golven en stroming. Zo blijft het land beschermd tegen de zee en de alsmaar stijgende zeespiegel.
In de weg
Janneke van Bergen promoveert deze week aan de TU Delft met haar proefschrift over deze manier van kustbescherming, genaamd zandsuppletie, en de daaropvolgende duinaangroei. Ze onderzocht hoe het neergelegde zand via de wind bijdraagt aan het vormen van duinen. Immers: het zand dat Rijkswaterstaat over de kust uitstort, kan via de wind op een natuurlijke manier in de duinen terecht komen en daar bijdragen aan het versterken van de kering.
Dat klinkt heel mooi, maar in de praktijk zitten talloze strandhuisjes, beachclubs en terrassen deze duinvorming vaak in de weg. Van Bergen richt zich voor haar onderzoek dan ook vooral op de stedelijke gebieden, waar de uitdaging om bebouwing, recreatie en natuur te combineren het grootst is.
Paviljoen op pootjes
In tien jaar tijd is de hoeveelheid strandbebouwing in Nederland vertwintigvoudigd, vertelt de onderzoeker. Het is daarom de kunst om manieren te vinden waarop strandbebouwing het natuurlijke proces van duinvorming zo min mogelijk negatief beïnvloedt – of dit zelfs kan stimuleren.
“Op een onbebouwd strand kan tot een kwart van het suppletiezand doorstuiven naar de duinen. Maar op plekken waar veel strandbebouwing is, is die duinvorming de helft minder. Het kan elkaar nu dus behoorlijk in de weg zitten. Door het type bebouwing aan te passen, bijvoorbeeld door gebouwen verder uit elkaar te zetten, is het effect minder negatief”, legt Van Bergen uit.
Met een aantal ontwerpprincipes kan het landschap anders worden ingericht en de duinvorming positief beïnvloed worden, maar het moet wel passen. “Bij de badplaatsen wordt nu al maatwerk geleverd, zoals Noordwijk en Katwijk. Maar ook hier moeten we zorgen dat de duinkering kan blijven meegroeien met de zeespiegelstijging”, zo concludeert Van Bergen. Dat kan bijvoorbeeld door het creëren van openingen in bebouwing zodat het zand door kan stuiven of door de duinen het dichtst bij de kust te beplanten, waardoor het zand beter vastgehouden wordt.
Ook gebouwen kunnen opvallend genoeg een bijdrage leveren. De onderzoeker kwam erachter dat strandpaviljoens op pootjes het zand hoger het duin op kunnen blazen. Terwijl kleine strandhuisjes met de kop in de wind juist zorgen dat het zand zich ophoopt direct achter de huisjes, waardoor duinen breder worden. Zo kunnen kustversterking en stedelijke ontwikkeling beter samengaan.
Bouwen met de natuur
“De duinen zijn onze belangrijkste zeekering”, volgens Van Bergen, die naast promovenda ook landschaparchitect bij OKRA is. Een van de uitgangspunten van haar onderzoek is dat de duinaangroei op natuurlijke wijze wordt gestimuleerd. Die aanpak wordt ‘Building with Nature’ genoemd. In plaats van dijken te bouwen, worden zand en natuurlijke processen zoals getij en wind ingezet om de kust te beschermen.
‘Klein kind fietsend naar de vuurtoren op het eiland Ameland in Friesland, Nederland’ door Travel Telly (bron: Shutterstock)
Na suppletie is er nog veel winst te behalen om de duinen beter te laten aangroeien, vooral in stedelijke gebieden, denkt Van Bergen. Door de zeespiegelstijging is er voor de kustveiligheid op termijn meer duin nodig, maar kustgemeenten kunnen wel meedenken hoe dit zandvolume vorm krijgt. Bijvoorbeeld in relatie tot de lokale functies van een kust, zoals de aanwezigheid van een boulevard of strandbebouwing
“Als je weet welke ontwerpkeuzes er zijn, zoals bijvoorbeeld duinverbreding of duinverhoging, kun je als kustgemeente kijken wat voor jouw regio het beste past en hoe je het duinprofiel daarop kan inrichten”, vertelt Van Bergen in een artikel op de website van TU Delft.
Strijd tegen de klok
Maar ondertussen wordt verwacht dat de zeespiegel versneld stijgt – al zijn wetenschappers het er niet over eens hoeveel precies – en is duinvorming een langzaam proces. De grootste uitdaging voor het beschermen van de kust op een natuurlijke manier is dan ook de strijd tegen de klok, aldus de onderzoeker.
“We kunnen de zeespiegelstijging wel bijhouden, maar niet helemaal compenseren. Als we de duinen als kering veilig willen houden, moeten we ervoor zorgen dat ze mee blijven groeien en robuust genoeg zijn wanneer de zeespiegel versneld stijgt.” Daarvoor moeten we nu al beginnen met bouwen, geeft Van Bergen aan. “Als we er te lang mee wachten, zal het minder natuurlijk kunnen.”
Lees op de website van de TU Delft meer over het proefschrift van Janneke van Bergen.
Cover: ‘De 'Amsterdamse waterleidingduinen'. Een duingebied tussen Zandvoort (Noord-Holland) en de Langevelderslag in Noordwijk (Zuid-Holland). Nederland’ door Atosan (bron: Shutterstock)