Opinie In 2010 presenteerde Porsche een revolutionair concept tijdens de Autoshow in Geneve. Het idee was even simpel als briljant: Porsche wilde na decennia lang vooral heel snelle en fantastisch rijdende benzineslurpers te bouwen een superauto presenteren die niet alleen nog veel sneller was dan alle auto’s die ze tot nu toe hadden geproduceerd, maar die ook nog eens extreem zuinig kon rijden. Onmogelijk?
De energierevolutie uitleggen aan de hand van een sportwagen? Laat het mij proberen:
Niets is onmogelijk: dit jaar presenteerde Porsche de 918 Spyder: 887 pk, 0-200 km/h binnen 8 seconden. Dan zit ik met een snelle auto nog maar op de 100 km/h! Dit alles in een machine die weliswaar zoveel kost als een vrijstaande villa, maar met uitstootcijfers die een bijtelling van 14% garanderen, dezelfde categorie als de Toyota Prius en vele kleine ecovriendelijke pruttelbakjes. Porsche presenteerde een auto die twee tegenstellingen met elkaar verenigde tot een onmogelijke combinatie: net zoiets als onbeperkt hamburgers eten en geen gram aankomen, of al je geld uitgeven aan kleding terwijl je spaartegoed maar blijft stijgen. Belachelijk. Belachelijk knap. En dit schrijft geschiedenis.
Posterboy
Wat maakt de 918 nu al tot een epische auto van de toekomst? Wat garandeert dat de Porsche 918 op posters boven menig jongensbedje prijkt? Wat maakt dat mensen wereldwijd hopen er ooit eentje in het echt te zien? De prestaties? Nee. Er zijn veel meer auto’s met geweldige prestaties. De techniek? Ik denk het niet. 1 op 30 rijden? Saai. De bijtelling? Hahahaha.
Nee, de reden dat de 918 Spyder wordt verheven tot posterboy schuilt in het geweldige concept. Eigenlijk in iets dat dieper ligt dan het concept zelf: vásthouden aan een geweldig concept.
Het concept klonk onmogelijk, en als zij dit idee hadden gedeeld met hun collega’s hadden die in hun vuistje gelachen. Toch hebben ze volgehouden. Het concept is niet veranderd. In plaats daarvan is de rest van hun wereld veranderd. Dus: niet zorgen dat je je idee aanpast aan de werkelijkheid, maar zorgen dat je de werkelijkheid aanpast aan je idee!
En daar word ik blij van. Dit zijn de verhalen die rondgaan. Dit zijn de dromen die waargemaakt worden. En bovenal: dit zijn de bewijzen die de wereld nodig heeft om zelf ook onmogelijke dingen waar te maken.
Weerstand
Toen ik in 2008 nadacht over hoe mijn bedrijf in elkaar zou moeten zitten had ik het geluk omringd te zijn door mensen die mij inspireerden tot de wildste ideeën enerzijds, en mensen die ieder idee dat ik presenteerde afslachtten anderzijds.
De inspiratie had ik nodig, maar ook de weerstand. De mensen die mij inspireerden maakten het concept mooi. De mensen die weerstand boden maakten het sterk.
Ik was werkzaam in de energiesector, en wat mij opviel was dat energiebedrijven hun klant aan alle kanten vertelden dat deze minder moest verbruiken. Tegelijkertijd verdienden dezelfde bedrijven hun geld met het verkopen van zoveel mogelijk energie. Dus: ofwel hun verhaal klopte niet, ofwel ze groeven hun eigen graf.
Ik zag ook dat energie een absolute basisbehoefte is voor alle organismen. Er wordt niets bereikt zonder energie. Je hebt dus een bron nodig waar je op kunt vertrouwen. In de hele natuur is de energiebron direct gekoppeld aan de gebruiker. Beestjes zoeken voedsel, eten het op en verkrijgen zo de energie die ze nodig hebben. Plantjes hebben zonlicht nodig om te groeien. Ieder organisme is op een bepaalde manier zelfvoorzienend. Kan een organisme niet in zijn energiebehoefte voorzien, dan houdt het op met leven. Bij mensen was dit ook het geval, tot ongeveer 1850. Vanaf dat moment zijn we massaal energiebronnen gaan gebruiken waar we zelf niet bij kunnen. Daarmee raakten we ongemerkt de controle kwijt. We hebben niet meer zelf in de hand of wij in de energie voorzien die wij nodig hebben. Een enge gedachte, want dat betekent dat we doodgaan als iemand de gaskraan dichtdraait.
Deze twee gedachten speelden een cruciale rol in de beslissingen die ik daarna nam. Het concept was simpel: een energiebedrijf dat mínder verbruiken tot doel verheft, en tegelijkertijd het eigenaarschap van energievoorziening weer volledig teruggeeft aan de energiegebruiker. Een anti-energiebedrijf dus.
Onmogelijk?
Volgens velen wel. Ik kreeg te horen dat het idee niet kon werken, dat het niet te financieren was, dat de wereld nou eenmaal draait om geld, en geld om energie. Ik kreeg ook duidelijk te horen dat ik beter energieadvies kon geven en zo best leuk zaken zou kunnen doen met bestaande energiebedrijven. Toch deed ik dat allemaal niet. Ik kon geen zaken doen met bestaande energiereuzen als het hele idee was om ze overbodig te maken.
Ook kreeg ik te horen dat het idee geweldig was, omdat het zo simpel was: met een product dat leek op een hypotheek (rente maakt gaandeweg plaats voor aflossing, en op het einde ben je eigenaar van je huis) energiegebruikers in staat stellen om eigenaar te worden van hun energievoorziening (conventionele energie maakt gaandeweg plaats voor eigen energie). Gewoon maandelijks een energiebudget betalen, en in ruil daarvoor niet alleen energie ontvangen, maar ook steeds meer financiële ruimte om te investeren in eigen energie. Geen moeilijke financieringsconstructies. Geen afhankelijkheden van subsidies. Een energietransitie die zichzelf financiert. De Weg naar Nul. Nul energiekosten, nul uitstoot van schadelijke stoffen, nul afhankelijkheid.
Vandaag precies 3 jaar geleden gingen we van start. Eerst met een paar klanten die energie van ons afnamen. Daar waren we goed in. We groeiden een beetje en konden zo investeren in fantastische mensen die de voor ons essentiële software zouden bouwen. We groeiden door en konden langzaamaan rekenen op een beetje meer aandacht vanuit de markt, en door de media. Echt groot worden kon nog niet. We waren er niet klaar voor.
Wij moesten zeker weten dat we konden doen wat we beloofden voordat we zouden vertellen wat we deden.
Overbodig
Alhoewel het idee fantastisch simpel was, bleek de uitvoering complex. Techniek, financien, software, energiehandel, energiebesparing, energieproductie: alles moest worden samengevoegd tot een vloeiend en naadloos product. Ondertussen boekten we succes met de verkoop van elektriciteit. Alhoewel het ons veel goeds bracht zat er ook een nadeel aan: het beheren van al onze energieklanten kostte tijd en energie die we niet meer konden investeren in de doorontwikkeling van onze Weg naar Nul. We groeiden hard totdat onze toeleverancier afgelopen winter plotsklaps failliet ging. Toen werden we weer even stevig herinnerd aan onze oorspronkelijke doelstelling. Ik kijk op deze periode terug als uitermate leerzaam. BAS is er niet om beter te zijn dan andere energiebedrijven. BAS is er om energiebedrijven overbodig te maken. Het anti-energiebedrijf. Met trots presenteren we sinds maart de eerste versie van de Weg naar Nul. En ondertussen hebben we nog zoveel werk te doen!
Inmiddels hebben de eerste klanten tientallen procenten op hun energieverbruik bespaard, en beginnen we langzaamaan met het plaatsen van de eerste energieproductie op hun daken. We hebben tot zover berekend dat de gemiddelde besparing bijna 30% in de eerste vier jaar is. 30% minder afhankelijkheid. 30% minder kosten. Nog 70% te gaan!
Blij
Ieder succesverhaal begint met een sterk concept. De echte kunst is om vast te houden aan dat concept: succes is dan de logische uitkomst. Als je om welke reden dan ook afwijkt van je oorspronkelijke concept, wijk je ook af van de reden waarom je begonnen bent op jouw reis. Dan is succes slechts tijdelijk van aard. In plaats daarvan: pas je concept niet aan de realiteit, maar pas de realiteit aan je concept, en verander de wereld terwijl je je werk doet! Ja, daar word ik blij van!
Arash is oprichter van BAS Energie, vindt dat iedereen over zijn eigen energie moet beschikken, en gelooft dat échte duurzaamheid begint met een écht goed concept. Oh ja, hij maakt ook nog muziek.
Lees al zijn blogs op www.aazami.com
Cover: ‘kerncentrale energie’ door Spreewald-Birgit (bron: Shutterstock)