8 november 2010
6 minuten
In de ontwerpopgave wordt het planningsproces nagebootst door middel van een management game, waarin elke student een bepaalde rol vervult (er is bijvoorbeeld een ambtenaar milieu, een verkeersdeskundige en een stedenbouwkundige) en met zeven of acht andere studenten aan de slag moet om een verantwoord en geïntegreerd masterplan te maken. Na de afloop van de managementgame heeft elke student nog 7 weken om een domeinspecifieke uitwerking (een ontwerp) te maken. Binnen de domeinspecifieke uitwerking wordt de aandacht verlegd naar een deeluitwerking op een specifiek domein. Het in een eerder stadium gemaakte masterplan levert de kaderstelling voor de deeluitwerkingen.
In het kader van het vak wetenschapsleer wordt in een individueel rapport, het eindwerkstuk, op wetenschappelijke wijze gereflecteerd op de manier waarop inhoud is gegeven aan de ontwerpopgave.
De kennisvakken geven deels voeding aan mogelijke oplossingen in het kader van de ontwerpopgave. De kennis die binnen deze vakken aan de orde komt is inzetbaar binnen een breder scala van problemen waarmee de student later in de beroepspraktijk geconfronteerd zullen worden. In het vak architectuur-, stedebouw,- en kunstgeschiedenis bijvoorbeeld, wordt de stedelijke ontwikkeling in een historisch perspectief geplaatst. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan de betekenis die de historische ontwikkeling kan hebben bij de ontwikkeling en herstructurering van bestaande stedelijke gebieden zoals onderstaande casus van de Binckhorst. Het gaat om het onderkennen/herkennen van die betekenis in een gebied maar tevens om het zinvol integreren van deze betekenis in te maken plannen voor de toekomst.
Wordt Binckje Bink?
Op 12 maart jl waren in het kader het bachelor onderwijs aan de TU Delft masterplannen te zien voor binckhorst, een bedrijventerrein in Den Haag. De plannen werden beoordeeld door een vakkundige en kritische jury, die bestond uit onder andere decaan Wytze Patijn, hoogleraren Thijs Asselbergs, Hans Wamelink, Friso de Zeeuw (praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling), en Peter Smit, de Haagse wethouder voor verkeer, Binckhorst, binnenstad en milieu.
Friso de Zeeuw: “Het was een zeer geslaagde oefening. De studenten hebben in relatief weinig tijd een forse prestatie geleverd. Het blijkt steeds weer dat introductie van het competitie element zorgt voor hogere productiviteit, creativiteit en concentratie. Als jury stonden wij voor de onmenselijke taak om in turbotempo de verschillende voorstellen te bekijken, te doorgronden en te toetsen. We hebben er niettemin veel plezier aan beleefd, evenals aan de discussies tijdens de prijsuitreiking. Binnen de jury zat ik met wethouder Peter Smit duidelijk op dezelfde ‘’realistische’’ lijn. Bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer, de ‘’menselijke maat’’ in het ontwerp van buurten en werklocaties, een solide businesscase en een sterk gefaseerde aanpak, waren zaken die bij ons voorop stonden. Dat dit tot stevige meningsverschillen met Wytze Patijn en Thijs Asselbergs leidde, droeg vooral bij aan scherpte én vrolijkheid in de gedachtewisseling die door groot publiek aandachtig gevolgd werd”.
Er werden vier prijzen aan de studenten uitgereikt: een prijs voor het beste presentatieaffiche, het beste groepsproces, het meest creatieve masterplan en het meest realistische masterplan. De prijzen zelf waren bijzondere objecten: een startmotor voor het beste affiche, een oud wiel voor het groepsproces dat het meest "op rolletjes" liep, een zijruit voor het meest creatieve masterplan ("want door een zijruit heb je een ander uitzicht dan door andere ruiten" aldus Patijn) en een stuurwiel voor het meest realistische plan ("die sturen ons de toekomst in" aldus wethouder Smit). Alle 'prijzen' zijn afkomstig uit het gebied de Binckhorst, een gebied dat onder andere bekend staat om zijn vele autosloperijen.
Alleen de meest creatieve en realistische plannen werden door de studenten gepresenteerd, gevolgd door een discussie en vragen van de juryleden, die heel vaak in een discussie tussen de juryleden onderling eindigde. Tijdens de discussie deed Patijns opmerking dat het meest creatieve plan ook het meest realistische plan was, omdat dat masterplan het meeste geld tijdens de exploitatie zou opleveren, veel stof opwaaien. Wethouder Smit reageerde dat men niet kan verwachten een gebied als de Binckhorst winstgevend te maken, zeker niet als men daar 30% sociale woningbouw wil realiseren. “Met de helft van dit percentage aan sociale woningbouw kom je uit op positieve opbrengsten van 50 miljoen, met het volledige programma sociale woningbouw draai je een verlies van 150 miljoen”. Het meest creatieve plan had maar 20% sociale woningbouw, “wat ook een keuze is, maar die moet u zorgvuldig maken” aldus wethouder Smit. Ook over andere speerpunten was de jury verdeeld, bijvoorbeeld over mobiliteit. Waar Patijn en Asselbergs vooral de nadruk legden op het verminderen van het autogebruik en het intensief stimuleren van openbaar vervoer legde de wethouder de nadruk op de Binckhorst als een nieuwe entree van Den Haag, met een belangrijke verkeersrol voor de hele stad (er komt straks A13 uit in het gebied). Hij stelde dat er ruimte moet zijn voor auto’s, omdat de bewoners hun auto’s in de wijk willen kunnen parkeren. “Zonder parkeermogelijkheden creëer je een mooie wijk zonder inwoners”, aldus Smit. De vraag of ‘Binckje Binck wordt’ (aldus de titel van ‘het meest creatieve plan’) werd deze middag niet beantwoord, maar de wethouder heeft alle plannen in ontvangst genomen om misschien tot nieuwe inzichten over de ontwikkeling van de Binkchorst te komen. Voor studenten en medewerkers van de faculteit was de kous hiermee nog lang niet af. Tijdens de afsluitende borrel werd nog volop gediscussieerd over de prijsuitreiking en de ontwikkeling van de Binckhorst. Nu nog afwachten wat het nieuwe, nog te vormen College van de gemeente Den Haag voor plannen heeft met de Binkchorst en of deze plannen deels geïnspireerd zijn door de plannen van Bachelor 6.
De Binckhorst
De Binckhorst is een 130 hectare groot industriegebied in Den Haag, ontstaan uit een voormalig weiland met een kasteeltje (dat het gebied zijn naam gaf) aan de rand van de stad. In de jaren ‘30 van de vorige eeuw wilde de gemeente het gebied tot een modern industriegebied ontwikkelen, maar de economische crisis voorkwam dat er een structurele visie voor het gebied kwam. Het gebied ligt op loopafstand van Den Haag HS en CS en heeft een niet onaantrekkelijke ligging ten opzichte van het centrum van Den Haag. De gemeente Den Haag heeft daarom in 2007 besloten dat het gebied potentie heeft en wil het ontwikkelen tot een hoogstedelijk stadskwartier. Het oorspronkelijke masterplan voor het gebied werd door OMA gemaakt, maar door de recente financiële crisis bleek dit plan financieel onhaalbaar. Het huidige masterplan uit 2009 is gemaakt door Floris Alkemade, destijds partner bij OMA.
Cover: ‘2010.11.08_TUDelft logo_900px’