Nieuws Wie wil weten hoe Nederland eruit ziet als het blijft bezuinigen op het onderhoud van de openbare ruimte, moet in het Ruhrgebied kijken. Jarenlange structurele bezuinigingen leidden tot een openbare ruimte die vooral armoede uitstraalt. Slecht onderhouden straten, verwaarloosd openbaar groen, vuil op straat.
Zover zijn we nog niet in Nederland, maar we hollen wel die kant op. Uit onderzoek van Binnenlands Bestuur blijkt dat gemeenten een vervangingspiek voorzien die niet is begroot. Het is natuurlijk een wrang gelijk, maar daar waarschuwden wij (Cees Jan Pen en ikzelf) al voor in 2013.
Binnenlands Bestuur onderzocht (samen met I&O-research) ook de beleving van burgers. Die blijken nog steeds redelijk tevreden en geven de openbare ruimte een 6,7. Het is jammer dat de onderzoekers niet ook het bedrijfsleven hebben ondervraagd, want dat heeft ook baat bij een goede openbare ruimte. Daarbij is het wederom interessant te kijken naar het Ruhrgebied, dat te kampen heeft met een stevige braindrain. Veel van het talent dat wordt opgeleid aan de universiteiten in het Ruhrgebied vindt werk ergens anders in Duitsland of de wereld. Zeker het toptalent kiest vaak voor een baan elders. Dat komt enerzijds omdat er in absolute zin veel meer banen buiten dan in het Ruhrgebied zijn, maar ook omdat de levenskwaliteit van het Ruhrgebied als laag wordt ervaren. En niet zo’n beetje laag, in de Städteranking van WirtschaftsWoche en Immobilienscout24 stond zo ongeveer het hele Ruhrgebied stijf onderaan. Je hoeft maar een beetje thuis te zijn in de theorieën van Richard Florida om te begrijpen dat de creatieve klasse alleen daarom al niet kiest voor het Ruhrgebied. Met als gevolg dat de recruiters van de grote werkgevers harder moeten zoeken naar toptalent of genoegen moeten nemen met de net-iets-minder-goede mensen. Uiteindelijk kost dit die grote bedrijven geld. Ze moeten meer moeten investeren in recruitment en die investering levert relatief weinig op.
De vraag is waarom werkgevers dit laten gebeuren. Waarom grijpen ze niet in? Waarom investeren ze niet in de levenskwaliteit van de steden in het Ruhrgebied? Waarom laten ze de overheid zijn gang gaan? Natuurlijk betalen ze belasting, maar als het niet werkt dan grijp je toch in? Als je merkt dat toptalent kiest voor München, Hamburg en zelfs Jena of Leipzig en niet voor Dortmund of Essen, dan doe je toch wat?
Dezelfde vraag geldt voor de Nederlandse ruimtelijke ordening. Waarom is de interesse van het bedrijfsleven in de levenskwaliteit in onze steden zo laag? Waarom was het Jaar van de Ruimte en het bijbehorende manifest vooral een overheidsfeestje? Waarom maken grote (en kleinere) bedrijven zich niet openlijk zorgen dat er geen één Nederlandse stad in de toptien van de Mercer Quality of Living Index staat (terwijl zeven van de tien steden Europees zijn)? Een goede ruimtelijke ordening draagt bij aan de kwaliteit van leven en daarmee aan de economische kracht van Nederland. Daar moeten Nederlandse bedrijven zich openlijk mee bemoeien. Het is in hun belang.
Cover: ‘ruhrgebier’