1 augustus 2010
2 minuten
Nieuws Het imago van aanbestedingsprocedures waarin publieke opdrachtgevers een architect selecteren wordt de laatste tijd gedomineerd door zorgwekkende krantenkoppen. Architecten vrezen dat de huidige aanbestedingscultuur de kwaliteit van de gebouwde omgeving aantast door een gebrek aan diversiteit, creativiteit en innovatie. Het lijkt erop dat in de praktijk opdrachtgevers hun eigenlijke wensen laten overheersen door de juridische eisen. Dit proefschrift gaat in op de oorsprong van de problemen zoals die momenteel ervaren worden door publieke opdrachtgevers en biedt pragmatische oplossingen voor de toekomst. Het is daarom interessant voor opdrachtgevers, consultants, beleidsmakers en juridische adviseurs maar ook voor ontwerpers en onderzoekers op het gebied van architectuur en besluitvormingsprocessen.
Waardeoordelen en besluitvorming tijdens architectenselecties van publieke opdrachtgevers onder Europese aanbestedingsregelgeving
De huidige praktijk van de architectenselectie door publieke opdrachtgevers heeft wortels in drie verschillende systemen: 1) het aanbesteden van diensten en werken, 2) het zoeken naar een geschikte architect of ontwerpteam, en 3) de architectonische ontwerpwedstrijd. Het zijn deze verschillen in de herkomst van de selectieprocedure, die conflicten tussen de juridische rationaliteit en de psychologische rationaliteit van het besluitvormingsproces lijken te veroorzaken. Omdat onderzoek op het gebied van architectenselecties schaars is, zowel in empirische studies als binnen besluitvormingstheorieën, heb ik ervoor gekozen om de case studie methode te gebruiken voor het verzamelen van empirische gegevens en om de mogelijke succesfactoren te valideren. Ik heb drie case studies uitgevoerd naar niet-openbare aanbestedingen: een school, een gemeentehuis en een provinciehuis. De cases verschilden in grootte, aard en kenmerken van de selectieprocedure. Daarnaast heb ik een case studie uitgevoerd naar een internationale ideeënprijsvraag voor een nieuw faculteitsgebouw. In deze cases heb ik verschillende soorten gegevens verzameld (met behulp van interviews, observaties, documenten) om triangulatie mogelijk te maken tussen zelfrapportage, waargenomen gedrag, en de officiële documentatie. De resultaten van het onderzoek zijn met succes getest in een workshop met deskundigen. In deze workshop zijn ook de mogelijke implicaties besproken voor het toekomstige ontwerp van selectieprocedures.
Het onderzoek is gebaseerd op vier theoretische perspectieven met betrekking tot het beoordelen van ontwerpkwaliteit (architectuur, omgevingspsychologie, productemotie en value management) en de meest recente besluitvormingstheorieën waarin betekenisgeving, emotie, intuïtie en expertise een belangrijke rol spelen.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_onderzoek_0_667px’