Analyse De aanhoudende populariteit van paneláks, door de communistische overheid uit de grond gestampte woningbouwcomplexen in Oost-Europa, kan de illusie geven dat het verleden oplossingen biedt voor de problemen van het heden. Experts pleiten niettemin voor nieuwe oplossingen om de woningnood te bestrijden.
Paneláks. Zo heten de appartementencomplexen
in Praag en vele andere gebieden in Oost-Europa die tijdens de communistische
periode tussen eind 1950 en 1980 gebouwd zijn, soms tot zestien verdiepingen
hoog. De naam is afkomstig van hun kenmerkende betonnen platen op de gevel. En
hoewel de gemiddelde bewoner van het westen geen fan is van deze Oost-Europese
anonieme woonkolossen, blijken ze nog altijd te voorzien in een grote vraag, stelt Bloomberg Citylab.
Konijnenhokken
Toen ze gebouwd werden, vormden paneláks een noviteit. De woningen konden industrieel gefabriceerd worden, waardoor in korte tijd complete wijken (en soms zelfs steden) ontstonden. En met centrale blokverwarming, balkons en veel invallend licht, betekenden de woningen vaak een enorme vooruitgang ten opzichte van bedompte woningen met kolenovens, geen warm water en slechte riolering.
Niettemin waren ook de Tsjechische woningen geen manna uit de hemel. De muren waren flinterdun, de wijken soms claustrofobisch druk ingekleurd met appartementencomplexen, en doordat de vraag nog altijd groter was dan het aanbod, huisvesten de kleine woningen soms meerdere generaties. Václav Havel, de laatste president van Tsjecho-Slowakije en de eerste van Tsjechië, betitelde de paneláks bijvoorbeeld als ‘konijnenhokken’ die enkel geschikt zouden zijn voor de sloop.
Soap-opera
Maar toen het ijzeren gordijn viel, Tsjechië overstapte op een democratie, en paneláks voor bodemprijzen in het bezit kwamen van hun bewoners, bleven ze moedig overeind. Martin Lux, woningbouwonderzoeker bij de Tsjechische wetenschapsacademie, vertelt tegen Bloomberg dat deze woningen zelfs meer in waarde zijn gestegen dan traditionele woningen.
Dat lukte onder meer omdat veel Europees geld naar Tsjechië ging en belandde in de renovatie van deze woningen, waardoor ze beter geïsoleerd werden én een frisse laag verf ontvingen. Tegenwoordig is er zelfs het online magazine Panel Plus dat tips en trucs geeft om het meeste uit je panelák te halen. Het naburige Slowakije zond zelfs enige jaren een soap-opera uit die plaatsvond in zo’n communistisch woningenblok.
Culturele obsessie
Niettemin kent de wonderbaarlijke wederopstanding van de panelák ook zijn keerzijden. Want waar in communistische tijden deze woningen voor iedereen bestemd én beschikbaar waren, zijn de tijden fundamenteel veranderd. Maroš Krivý, historicus en stedenbouwkundige, wijst erop dat de nostalgische liefde voor paneláks geen oplossing biedt voor de aanhoudende woningschaarste in het land.
“Ik vind het zeer problematisch dat paneláks gezien worden als een soort utopie van het verleden, niet van de toekomst. Deze culturele obsessie met de typologie van paneláks bevestigt ons onvermogen om ons in te beelden hoe de sociale woningbouw van de toekomst eruit kan zien. We hebben geen nieuwe paneláks nodig, we moeten de ideeën erachter opnieuw uitvinden.”
Waarschuwing
Ook Nederland kent woningnood. Door het gebrek aan bouwgrond, de financiële beperkingen van woningcorporaties en de complexiteit van binnenstedelijke verdichting, is er een groot gebrek aan betaalbare (nieuwe) woningen. En hoewel er uitzonderingen zijn waar de (lokale) overheid weer zelf investeert in woningbouw om deze impasse te doorbreken, is het de vraag hoe de disbalans tussen vraag en aanbod op landelijk niveau aangepakt kan worden.
Paneláks kunnen ons daarbij leren dat er niet per se iets mis is met eenvoudige, goed betaalbare woningen, maar ze waarschuwen ons er tegelijkertijd voor om niet terug te vallen op ideeën uit het verleden om de problemen van het heden - en de toekomst - op te lossen.
Cover: Wikimedia Commons
Lees verder op bloomberg.com
Cover: ‘Praag panelák woningbouw complex Oost-Europa > Door ŠJů, Wikimedia Commons - 2020’ door ŠJů (cs:ŠJů) (bron: Wikimedia Commons) onder CC BY-SA 3.0, uitsnede van origineel