Nieuws Dit collegejaar begint het co-creatie lab voor afstudeerders van de MBE (Management in the Built Environment) mastertrack aan de TU Delft. In het lab studeren studenten af op onderwerpen zoals eigenaarschap, gezondheid, zeggenschap van burgers en de rol van het ontwerp hierin. Voor inspiratie en kennis doet Flip Krabbendam aanbevelingen in een serie essays voor ontwerpers. Hij onderzocht hoe de gebouwde omgeving kan uitnodigen tot de betrokkenheid van gebruikers. Het gaat niet alleen om functie, maar ook om de beleving.
Een samenvatting, 16 essentials voor stedenbouwers
1) Boomstructuur voor bewoners
Voor de betrokkenheid op de gebouwde omgeving is het van belang dat bewoners hun woning kunnen herkennen in een context, die weer herkenbaar is in een grotere context, die weer herkenbaar is in een nog grotere context… Zo ontstaat een boomstructuur waarin elk niveau van de reeks herkenbaar is in de context van een hoger niveau.
2) Boomstructuur voor bezoekers en buitenstaanders
Deze boomstructuur is ook van belang voor de betrokkenheid van bezoekers en buitenstaanders, omdat zij op elk niveau van de reeks de lagere niveaus kunnen herkennen, waardoor zij houvast hebben op weg naar een bepaalde plek.
3) Stempel en context
Voor de betrokkenheid is het ook belangrijk dat bewoners hun eigen stempel op de verschillende schaalniveaus van de boom kunnen drukken. Dat bevordert het gevoel ‘thuis’ te zijn en het maakt dat de schaalniveaus beter herkenbaar zijn in de context van de reeks.
4) Centrale ontsluiting
De reeks van schaalniveaus gaat samen met een ‘centrale ontsluiting’ die de niveaus verbindt en de samenhang in de reeks verheldert. Laat de ontsluiting hand in hand gaan met schaalniveaus die een eigen identiteit hebben.
Centrale ontsluiting (rood) en perifere ontsluiting (blauw)
‘Betrek de bewoner bij de stad: Essentials voor stedenbouwers - Afbeelding 1’
5) Perifere ontsluiting
Ter bevordering van de openheid naar de buitenwereld kan de boomstructuur van de centrale ontsluiting worden aangevuld met een ‘perifere ontsluiting’. Een dergelijke ontsluiting kan er tevens voor zorgen dat gemotoriseerd verkeer ‘buitenom’ naar de laagste niveaus wordt geleid.
6) Context voor de perifere ontsluiting
Om te voorkomen dat men op de perifere ontsluiting verdwaalt omdat deze ‘in de lucht hangt’ is het aan te bevelen ook deze ontsluiting in een context te plaatsen, namelijk in de context van de centrale ontsluiting.
Dit maar niet
‘Betrek de bewoner bij de stad: Essentials voor stedenbouwers - Afbeelding 2’
7) Tussendeuren
Voor contacten met de buitenwereld die wat dichterbij is kunnen we ook gebruik maken van ‘tussendeuren’, verbindingen tussen nevengeschikte niveaus
Centrale boom(rood) met tussendeuren (rode stippellijnen)
‘Betrek de bewoner bij de stad: Essentials voor stedenbouwers - Afbeelding 3’
8) Grid
In een grid kunnen zowel een centrale, boomvormige structuur worden ingepast, alsook tussendeuren en een perifere ontsluiting.
Stedenbouwkundige studie met centrale boom, tussendeuren en perifere ontsluiting
‘Betrek de bewoner bij de stad: Essentials voor stedenbouwers - Afbeelding 4’
9) Bestaand netwerk
Herinterpretatie van een bestaand netwerk van wegen en bestaande verkavelingen kunnen problemen geven. Bekijk deze problemen als een uitdaging die tot nieuwe oplossingen kan leiden.
10) Ruimtelijke en sociale betrokkenheid
Betrokkenheid heeft een ruimtelijk en een sociale kant. Dit betekent dat alle schaalniveaus ook belangrijk zijn als sociale context.
11) Openbare privéruimten en een gespreksaanleiding
Om contacten op de hogere niveaus van de reeks te faciliteren kan gebruik worden gemaakt van openbare privéruimten met een uitzicht dat een aanleiding tot een gesprek kan bieden.
Openbare privéruimten
‘Betrek de bewoner bij de stad: Essentials voor stedenbouwers - Afbeelding 5’
12) Flaneren
Er zijn drie vormen van deze ‘terloopse contacten’ te onderscheiden. De formele variant vinden we bij het flaneren, dat meestal plaats vindt in de meer representatieve delen van de gebouwde omgeving. Hiervoor kunnen speciale flaneergelegenheden worden aangeboden.
13) Wandelgangen
De informele variant vinden we In de wandelgangen van de gebouwde omgeving, vaak margegebieden waar alternatieve bedrijfjes en starters zich hebben gevestigd. Dit is het gebied van ‘bottom up’, de tegenhanger van de formele ‘top down’ wereld waar we het flaneren aantreffen.
14) Buitenstaanders
Tussen de sferen van het ‘bottom-up’ en het ‘top-down’ kunnen gemakkelijk fricties ontstaan. Hier kunnen contacten met buitenstaanders uitkomst bieden. Hun belangeloos commentaar kan hier als smeerolie dienen.
Smeerolie?
‘Betrek de bewoner bij de stad: Essentials voor stedenbouwers - Afbeelding 6’
15) Drempels
Een schaalniveau kan op de grens met een hoger schaalniveau van een drempelgebied worden voorzien, een soort ‘veranda’ die uitzicht biedt op het hogere schaalniveau. Omgekeerd heeft men dan vanaf het hogere schaalniveau ook zicht op deze drempelgebieden van de lagere schaalniveaus. Dit kan de samenhang ondersteunen in de boomstructuur die wordt gevormd door de reeks van schaalniveaus.
16) Werk
Op elk schaalniveaus moet werk gedaan worden, zoals onderhoudswerk. De bijbehorende voorzieningen daarvoor, zoals werkplaatsen en opslagruimten, kunnen worden gedecentraliseerd en zichtbaar gemaakt. We kunnen ook nieuwe, decentrale voorzieningen toevoegen (voor duurzame energieopwekking of stadslandbouw). Dit kan weer een uitnodiging zijn voor betrokkenheid op de fysieke en de sociale kant van de gebouwde omgeving.
Stadslandbouw
‘Betrek de bewoner bij de stad: Essentials voor stedenbouwers - Afbeelding 7’
Flip Krabbendam is een architect en promoveerde met zijn onderzoek over hoe de gebouwde omgeving kan uitnodigen tot de betrokkenheid van gebruikers.
Heb je vragen of opmerkingen? Stuur een mail.
Cover: ‘2015.09.01_Betrek de bewoner bij de stad_0_950’