Interview Het klimaatbestendig maken van de leefomgeving is een van de uitgangspunten van hedendaagse gebiedsontwikkelingen. Het voorkomen en inspelen op klimaatrisico’s is daarbij essentieel. De rol van verzekeraars moet daarom veranderen, zegt Vylon Ooms van het Verbond van Verzekeraars. “Verzekeraars willen al in het begin van het proces betrokken worden.”
De gemiddelde maandelijkse hoeveelheid neerslag die binnen 24 uur valt, hagelstenen zo groot als tennisballen en extreme hitte die wordt opgevolgd door een orkaan. Het extreme weer in deze zomerperiode laat nog maar eens zien wat wereldwijd de gevolgen van klimaatverandering voor onze leefomgeving zijn. Ook in Nederland zijn de gevolgen overduidelijk. Zomerstorm Poly zorgde vorige maand voor 50 tot 100 miljoen euro aan verzekerde schade aan woningen, auto's en bedrijfsgebouwen. En twee jaar geleden kreeg Limburg te maken met enorme overstromingen (met een recordschade in Nederland, Duitsland en België als gevolg.)
Moeilijk verkopen
De harde cijfers bevestigen het beeld dat uit de nieuwsberichten naar voren komt. Met de jaarlijkse Klimaatschademonitor houdt het Verbond van Verzekeraars (VvV) bij hoe groot de schade is als gevolg van extreem weer. Daaruit blijkt dat in 2022 een recordbedrag van ruim 886 miljoen euro werd uitgekeerd door verzekeraars. “Doordat verzekeraars de klimaatschade zien toenemen, wordt preventie een steeds groter onderdeel van het beleid”, legt Vylon Ooms van het VvV uit.
“Dan gaat het vooral om de vragen hoe te bouwen en waar te bouwen. Vroeger stonden verzekeraars daar verder vanaf. Er werd iets gebouwd en verzekeraars kregen pas helemaal aan het einde de vraag hoe kan het dan verzekerd worden. Verzekeraars willen nu al in het begin van het proces betrokken worden bij gebiedsontwikkelingen.”
‘Vylon Ooms’ (bron: Verbond van Verzekeraars)
Ooms is sinds drieënhalf jaar beleidsadviseur Klimaatverandering bij het Verbond van Verzekeraars. Hij zag in die periode de positie van verzekeraars in het vakgebied sterk veranderen omdat de risico’s van klimaatveranderingen steeds groter zijn geworden. Preventie, het opstellen van nieuwe wetgeving en het bedenken van nieuwe instrumenten om de risico’s te kunnen inventariseren, staan steeds hoger op de agenda. “Klimaatrisico’s maken het onmogelijk om verzekeraars pas op het laatste moment in het proces te betrekken. Dat geldt zeker bij gebieden die eerder niet bedoeld waren voor bouw zoals uiterwaarden van rivieren. Dan zegt een verzekeraar na oplevering dat een woning toch niet te verzekeren is. Particulieren kunnen dan geen opstalverzekering afsluiten. Het wordt zo voor hen heel moeilijk een hypotheek te krijgen of voor ontwikkelaars heel moeilijk om die huizen te verkopen.”
Bewustwording aanwakkeren
Met zijn collega’s kijkt Ooms op welke manier verzekeraars eerder in gebiedsontwikkelingen betrokken kunnen worden. De landelijke lijn om water en bodem weer sturend te laten zijn, is een grote stap in de goede richting. En niet alleen de verzekeraars zelf zijn ervan overtuigd dat het goed is eerder aan tafel aan te schuiven, ook overheden en ontwikkelaars zien dat in. Wel moeten bepaalde vastigheden en routines doorbroken worden: “Preventie is voor verzekeraars heel logisch, kijk naar inbraakschade of brandschade. De consument is verplicht om bepaalde preventieve maatregelen te nemen om aanspraak te kunnen maken op de verzekering. Denk aan goede sloten of een brandmelder. Dat is bij klimaatrisico’s nog veel minder het geval. Maar als je kiest om op bepaalde plekken te gaan wonen waar het risico van schade door extreem weer erg hoog is, kan je dan als verzekeraar verwachten dat bewoners of ontwikkelaars meer preventieve maatregelen nemen?”
Ja, zeggen de verzekeraars. Het creëren van bewustwording is daarbij essentieel. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want klimaatverandering en -schade zijn moeilijk te vangen begrippen. De eerdergenoemde Klimaatschademonitor helpt verzekeraars én andere partijen het plaatje concreet te maken. “Schadebedragen bevorderen bewustwording richting overheden en consumenten. Je kunt per gemeente zien hoeveel schade deze jaarlijks ondervindt van verschillende weersgebeurtenissen. Of het nou storm, overstroming of hagel is.”
Het Verbond gaat eind 2023 de nieuwe KNMI klimaatscenario’s doorrekenen naar verwachte schadelast, om ook een beeld te kunnen schetsen van de schade van de toekomst. Door die toenemende schade zijn maatregelen om deze tegen te gaan van belang. Het gaat om kleine, voor de hand liggende en bijna kinderachtige maatregelen, zoals het bewaren van de laptop op de hogere verdiepingen. Maar ook om het hoger plaatsen van stopcontacten en zelfs ingrepen in het Bouwbesluit. “Allemaal heel belangrijk om die bewustwording aan te wakkeren. Bedragen werken daar heel goed in en door die bedragen kunnen verzekeraars ook gaan rekenen. Uit onderzoek van de VU en TU Delft in Limburg blijkt dat preventieve maatregelen 20 tot 50 procent van de schade kunnen voorkomen.”
Klimaatlabel
Een andere plek op de tijdslijn van een gebiedsontwikkeling betekent ook dat de rol van de verzekeraar in het gehele proces verandert. Alleen is dat in de praktijk nog niet altijd even makkelijk. Volgens Ooms willen verzekeraars bijvoorbeeld na een overstroming als in Zuid-Limburg veel verder gaan dan alleen het herstellen van de schade. Zij willen dit het liefst direct op een klimaatadaptieve manier doen, zodat bij een eventuele volgende overstroming de schade aanzienlijk lager is. “Alleen dan krijgen verzekeraars op dat moment te maken met het indemniteitsbeginsel. Dat is logisch, omdat anders de kans op fraude groot is. Maar dat beginsel staat verzekeraars vaak wel in de weg. Ze kunnen nu natuurlijk al wel aansturen op een klimaatadaptieve maatregel die door een particulier met een meerprijs is te realiseren. Daar ligt een kans. Maar idealiter neem je dat direct mee in een verzekering, zodat de verzekeraar direct het bedrag voor de klimaatadaptieve maatregel kan vergoeden.”
‘Overstroming in Limburg’ door MyStockVideo (bron: Shutterstock)
Met nieuwe wetgeving en bijbehorende instrumenten kan die stap ook daadwerkelijk worden gezet. Zo wordt er gewerkt aan een klimaatlabel, vergelijkbaar met het energielabel van huizen. Oftewel een meetlat waarlangs nieuwe huizen gelegd kunnen worden in klimaat-technisch opzicht. Ook de Maatlat klimaatadaptief bouwen kan helpen om het ‘klimaatadaptief herstellen’ na schade makkelijker te maken. Het wordt namelijk inzichtelijk wat er allemaal mogelijk is en welke preventieve maatregelen er zijn. “Maar dat zijn plannen die niet zomaar morgen klaarliggen en uitgevoerd kunnen worden, dat maakt het lastig. En daarom is het creëren van bewustwording zo belangrijk, dat kan veel sneller.”
Verleden tijd
Naast alle mogelijke (wettelijke) ingrepen, (gedrags)veranderingen en nieuwe instrumenten wil Ooms vanuit het Verbond gebiedsontwikkelaars vooral waarschuwen: zorg dat verzekeraars vroeg aan tafel komen in gebiedsontwikkelingen. En maak de toekomstbestendigheid van de woningen een van de uitgangspunten bij een ontwikkeling. “Als je de woningen niet kunt verzekeren, wordt het gewoon heel lastig om überhaupt woningen te kunnen bouwen. Niet alleen voor de ontwikkelaar zelf is dat heel vervelend, maar het heeft ook risico’s voor de toekomstige bewoners. Als die er uiteindelijk achter komen dat zij hun woning niet kunnen verzekeren, is dat vrij pijnlijk. Dit soort beslissingen kan je beter nu nemen dan te gaan bouwen en achteraf te constateren: oh nee, het kan toch niet.”
Dat zijn waarschuwingen niet volledig uit de lucht komen vallen, blijkt als Ooms wordt gevraagd naar concrete voorbeelden waar de verzekerbaarheid al een cruciale rol speelt in gebiedsontwikkelingen. “Bouwen in uiterwaarden van rivieren, waar de kans op overstromen in het algemeen hoger is dan elders, gebeurt steeds minder. Je kunt met preventie veel oplossen, maar er zit een grens aan het bouwen in dit soort gebieden. Dat is bij Nederlandse verzekeraars doorgaans onverzekerbaar.”
“Ook buitendijks bouwen is particulier doorgaans niet te verzekeren vanwege overstromingsrisico. Als je daar wil bouwen, heb je als ontwikkelaar een lastig project wat betreft verzekerbaarheid. Dat zijn zaken om over te praten, want er is wel genoeg mogelijk qua preventie. Wat kunnen preventieve maatregelen doen om ervoor te zorgen dat alles te verzekeren is?” Het uitgangspunt van het Verbond is niet dat de verzekeraars bepaalde ontwikkelingen sowieso willen verbieden of dat er projecten niet kunnen. Er moet vooral anders gedacht worden. “Preventie is dan een belangrijke knop om aan te draaien. Maar in veel laaggelegen gebieden kan met preventie nog een hoop worden gedaan, bijvoorbeeld door een betere waterberging of het verhogen van de woningen. Daar ligt een belangrijke taak voor verzekeraars om mee te denken. En dat is geen gesprek van ‘nee’ of ‘ja’. Er kan veel met preventie, die inzichten zijn er bij verzekeraars en daar kunnen we in gebiedsontwikkeling nu wat mee doen.”
Cover: ‘Rhenen, Utrecht’ door INTREEGUE Photography (bron: Shutterstock)