“De afgelopen jaren zat Nederland in een economische crisis. Die leidde tot veel leegstand van vastgoed. De afgelopen jaren zijn veel leegstaande gebouwen getransformeerd tot bijvoorbeeld woningen.
Nu is het de vraag wat de volgende stap wordt. Is het verstandig om landelijke gebieden te gaan bebouwen of moeten juist de stedelijke gebieden verder worden ontwikkeld? Projectontwikkelaars met grondbezit zullen liever aan de slag gaan in buitenstedelijke gebieden. Maar als alle kosten worden meegerekend, zoals van infrastructuur en bereikbaarheid, dan is het vaak effectiever om al bebouwde gebieden beter te benutten.
Nieuwe opgaven en kansen
Veel woonwijken zijn er aan toe om weer eens goed onder de loep genomen te worden. Veranderingen in de zorg en in de maatschappij leiden tot nieuwe ruimtelijke opgaven en kansen in woonwijken. Dat is een interessante opgave, want het gaat om heel andere bebouwing dan bedrijfspanden. Veel woonwijken zijn verouderd. Ze zijn opgezet in een tijd dat de verzorgingsstaat van alles regelde.
Er waren grote gezinnen en de wijken hadden een goed functionerend sociaal netwerk met bijvoorbeeld kerken en een levendig verenigingsleven. Tegenwoordig zien we juist dat sociale netwerken wegvallen. Veertig procent van de bevolking is alleenstaand. Er is meer individualisering, waardoor bijvoorbeeld vereenzaming ontstaat. Dat zijn ontwikkelingen die nu urgent worden en om een aanpak vragen.
Veel verschillende partijen zijn daar nu mee bezig. Dat is niet makkelijk want er spelen veel belangen, alleen al op het gebied van grondeigendom. Bovendien raakt het veel maatschappelijke vraagstukken. Maar steden zijn volop bezig met het zoeken naar binnenstedelijke oplossingen, zonder de woonkwaliteit teniet te doen. Zo zijn er bijvoorbeeld veel bedrijventerreinen met leegstand, dat geeft mogelijkheden aan de ring van woonwijken voor verdere uitbreiding.
Bewoners betrekken
Plannen beginnen met het in kaart brengen van het vastgoed dat getransformeerd zal gaan worden; waar staat het? Wat zou het toekomstig gebruik kunnen zijn, en welke randvoorwaarden horen daarbij? Uiteraard worden bewoners betrokken bij de plannen voor binnenstedelijke bebouwing. Dat moet ook wel, omdat bouwen leidt tot allerlei activiteiten in een wijk. Het is niet zo dat bewoners altijd overal tegen zijn. Als je hen bij ontwikkelingen betrekt, leidt dat tot verrijking van de plannen.
Om bewoners en andere partijen te stimuleren tot ideeën, zijn de afgelopen tijd verschillende prijsvragen uitgeschreven. Bijvoorbeeld de prijsvraag A Home Away From Home, voor nieuwe huisvestingsoplossingen voor asielzoekers en andere woningzoekenden.
Dat leverde maar liefst 366 inzendingen op met een heel scala aan oplossingsrichtingen, variërend van opbouwbare units en bouwpakketten tot sociale strategieën die ook breder inzetbaar zijn bij vraagstukken van flexibele huisvesting. Van de winnende concepten waren afgelopen oktober prototypen te zien tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven.
Ouderen een rol geven
De huidige prijsvraag Who Cares mobiliseert ideeën om wijken beter in te richten voor ouderen. Het gaat om aanpassingen aan zowel woningen als de infrastructuur. Een stad die goed is ingericht voor senioren en kwetsbaren is een goede stad voor iedereen.
We moeten vergrijzing niet alleen zien als een probleem, want dan doen we zowel de ouderen als de maatschappij tekort. Deze mensen hebben enorm veel kennis en ervaring, en we kunnen hen een rol geven midden in de samenleving. We kunnen bijvoorbeeld andere vormen aanbieden van samenwonen, ook met andere leeftijdsgroepen.
Binnenstedelijke ontwikkeling doet een beroep op integraal denken en verbeeldingskracht. Het vraagt ook samenwerking tussen partijen, zoals corporaties, ontwerpers, zorgmedewerkers en bewoners. Dat is niet altijd eenvoudig, maar het is wel nodig. Het kan uiteindelijk een rijk resultaat opleveren.”
Bron: Mediaplanet
Cover: ‘binnenstedelijk bouwen’