Recensie Journalist Karin Sitalsing volgde begin deze eeuw de totstandkoming van het megaproject Blauwe Stad in Groningen. Twintig jaar later keert ze terug om de balans op te maken. Het boek ‘Blauwestad’ levert een prettig leesbaar – maar niet volledig – beeld op van deze gebiedsontwikkeling, concludeert recensent Kees de Graaf.
In 1989 werden de eerste streken op papier gezet voor de ontwikkeling van wat we nu Blauwestad (aanvankelijk als Blauwe Stad geschreven) noemen: het grote nieuwe meer bij Winschoten, omgeven voor koopwoningen – destijds bedoeld om vermogende bewoners uit de Randstad te naar Groningen te lokken. De gedachte was dat het opgeven van landbouwgrond ruimschoots gecompenseerd zou worden door de economische impuls die toebedacht werd aan het aantrekken van deze nieuwe doelgroep.
Kaart Blauwestad
Hoe dat in de praktijk uitpakte, reconstrueert Karin Sitalsing in ‘Blauwestad, een gebiedsontwikkeling die nu nog steeds in uitvoering is. De ondertitel – ‘Een dorp in uitvoering en een poging het land naar onze hand te zetten’ – geeft al aan dat dit vermoedelijk niet het laatste boek over Blauwestad zal zijn. Daarvoor is het nieuwe dorp nog te weinig ‘af’.
Spreekuur voor verhalen
Af of niet, een aantal bestuurders uit het noordoosten van Groningen vond dat er een boek over dit project moest komen, zo legt de auteur achterin de publicatie uit. De groep van vijf (waaronder oud-burgemeesters Emme Groot en Rika Pot en de eerste projectdirecteur Roel Vos) regelden het benodigde geld voor het boek en vroegen Sitalsing om zich van deze taak te kwijten. En dat heeft ze zeker met verve gedaan. Sitalsing woont zelf al een kwart eeuw in het noorden en volgde begin deze eeuw de totstandkoming van dit gewaagde nieuwbouwproject voor de Volkskrant.
‘Blauwestad in Oldambt, Groningen’ door INTREEGUE Photography (bron: shutterstock)
Gewapend met die kennis keerde ze terug en sprak ze van april 2021 tot en met voorjaar van 2023 met tal van direct betrokkenen, de meeste afkomstig uit het gebied zelf. Daarbij verbleef ze onder meer een aantal maanden in het havenkantoor van Blauwestad, om als steeschrijver middels een ‘verhalenspreekuur’ iedereen te woord te staan die maar iets kwijt wilde over deze plek en de transformatie daarvan. Een beetje vergelijkbaar met de manier waarop Geert Mak terugkeerde naar Jorwerd en daar zijn bestseller over het Friese krimpdorp concipieerde.
Het is volgend jaar 25 jaar geleden dat ambtenaar Wim Haasken en architect Jan Timmer het concept voor Blauwestad bedachten. Een nieuw meer van 800 hectare met daaromheen luxe woningbouw. Het zou tot 2005 duren voordat koningin Beatrix het vollopen van het meer in gang zette; de jaren ervoor waren gebruikt om de haalbaarheid te onderzoeken en de samenwerking tussen de publieke en private partijen te smeden – met de provincie Groningen als de grote gangmaker. Vergezeld van drie gemeenten en drie marktpartijen. Binnen een paar jaar spatte die publiek private samenwerking (PPS) al uit elkaar omdat de kavelverkoop fors tegenviel en vervolgens zelfs compleet opdroogde.
‘Blauwestad in Oldambt, Groningen’ door INTREEGUE Photography (bron: shutterstock)
Het kan verkeren in gebiedsontwikkelingsland: in 2005 won Blauwestad de Gouden Piramide, de Rijksprijs voor excellent opdrachtgeverschap. De jury zal toen niet vermoed hebben dat in 2010 het eerste Rekenkamer-rapport over de bar slechte aansturing van het project het licht zag, met name vanuit de publieke kant. Maar inmiddels worden er de afgelopen jaren weer de nodige kavels verkocht en lijkt Blauwestad dan toch echt op weg naar een zekere mate van voltooiing. Alhoewel er, zo concludeerde collega Gebiedsontwikkeling.nu-redacteur Ineke Lammers in 2020, nog een lange weg te gaan is.
Groen licht
Inmiddels wonen er zo’n 1.200 mensen op de plek waar 1.500 hectare akkerland week voor waterrijk wonen. Sitalsing beschrijft beeldend de weg ernaartoe, waarbij het nota bene de communisten in de gemeenteraad van Reiderland waren die het laatste zetje richting de realisatie gaven. “Toen rood Blauwestad groen licht gaf,” vat Sitalsing dat moment kernachtig samen nadat ze op fraaie wijze communistenvoorman Modderman uit Winschoten in het debat portretteert. Zijn weerstand mocht niet baten, net zo goed als er eigenlijk vanuit het hele gebied weinig echte tegenstand te noteren viel.
Fascinerend is de manier waarop beschreven wordt hoe dit top-down plan pur sang het tot realisatie wist te schoppen. Het was wel een beetje de tijd van het megalomane denken, zeker ook in provincieland. In diezelfde tijd stak bijvoorbeeld de provincie Noord-Holland ver de nek uit om het Wieringerrandmeer (pdf) te creëren en zo van Wieringen weer een eiland te maken. In 2010 werd dat plan afgeblazen, omdat de provincie het financieel niet rond kreeg. In Groningen nam de provincie na het al heel snel afhaken van de drie marktpartijen het project over, geheel voor eigen rekening en risico. En bleef er maar miljoenen erin steken. We lezen hoe voormalig bestuurders als gedeputeerde Marc Calon het project typeert: “Er moest een cultuurshock komen en die veroorzaak je door in één keer een hele bak nieuw volk in een gebied neer te zetten.”
Schijn ophouden
Wie op zoek is naar intelligente bijdragen van vakgenoten over de aanpak van de gebiedsontwikkeling zelf, zal die in deze publicatie maar heel beperkt vinden. Voormalig projectdirecteur Jan Postema wordt aan de tand gevoeld over de uitbundige locatiemarketing in de beginjaren en over zijn vermeende fraude met grondtransacties. Eerlijk is hij wel, zoals over het naar buiten toe ophouden van de schijn dat het project wél goed liep: “Blauwestad moest verkocht worden, en daar ging het om.” (..) “Natuurlijk zijn we een tijd lang optimistischer geweest dan de omstandigheden toestonden.”
De enige die echt iets vertelt over de locatieontwikkeling is Geveke-directeur Harry Leggedoor, die aan Sitalsing uitlegt hoe hij erin slaagde uiteindelijk toch meer betaalbare koopwoningen aan Blauwestad toe te voegen, in het meer compacte Havenkwartier.
‘Huizen langs het Oldambtmeer, Groningen’ door INTREEGUE Photography (bron: shutterstock)
Is het boek daarmee niet interessant voor gebiedsontwikkelaars? Dat wil ik zeker niet beweren, want er komen genoeg aspecten langs die wel degelijk met het vak te maken hebben: de uitbundige gebiedsmarketing, het – aanvankelijk – zeer eenzijdige woonprogramma, de te beperkte scope (zo viel de vernieuwing van de omliggende dorpen buiten het project en moest apart georganiseerd worden), het ontbreken van ontmoetingsplekken (‘third places’) en de afwezigheid van een goede afscheidsregeling voor de marktpartijen. Daar staat tegenover dat bepaalde aspecten weinig of helemaal geen aandacht krijgen. Neem bijvoorbeeld de aanleg van het nieuwe meer: wat heeft dat in termen van water- en natuurbeheer voor voeten in de aarde gehad?
Verder ontbreken de visies van enkele vroegbetrokkenen in het boek (de eerder genoemde Roel Vos maar ook bijvoorbeeld projectleider Jan Kleine en architect/stedenbouwkundige Jurjen van der Meer). Wat evenmin helder wordt, is wat nu de echte toegevoegde waarde van het project voor de noodlijdende regio is geweest. Sitalsing doet nog wel een poging door de stijging van de woningwaardes in de omgeving te achterhalen, maar heel duidelijk wordt het allemaal niet. In die zin zal het geen kwaad kunnen te zijner tijd een maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) ex post voor dit project uit te voeren. Wat hebben al die miljoenen geïnvesteerd publiek geld nu echt opgeleverd?
Onder water
Tot die tijd is ‘Blauwestad’ van Karin Sitalising een prima titel voor gebiedsontwikkelaars om inzicht te krijgen hoe heel uiteenlopende mensen door een project als dit zijn geraakt. En die ervaringen zijn heel uiteenlopend. Is Blauwestad uiteindelijk geslaagd? Sistalsing houdt daarbij de nodige distantie: “Het is maar net aan wie je het vraagt.”
De VPRO maakte in 2012 een video van Blauwestad in de serie Nederland van Boven:
‘Blauwestad’ van Karin Sitalsing is verschenen bij uitgeverij Atlas Contact.
Cover: ‘Blauwestad, Groningen’ door Aerovista Luchtfotografie (bron: shutterstock)