coins planning law

Boekaankondiging: Planning and Development Law in the Netherlands

8 februari 2017

3 minuten

Recensie Nederland wordt door de internationale gemeenschap gezien als een voorbeeldland van goede ruimtelijke ordening. We hebben een sterke reputatie op het gebied van ruimtelijke planning. Er is daarom vanuit het buitenland altijd veel interesse voor ons ruimtelijke ordeningssysteem. Die interesse strekt zich ook uit tot de juridische zijde van de ruimtelijke ordening. Handboeken over het ruimtelijk bestuursrecht in de Nederlandse taal zijn er genoeg, maar die zijn uiteraard van weinig betekenis voor buitenlandse geïnteresseerden. Voor hen is er nu het boek Planning and Development Law in the Netherlands. Het beschrijft de formele kant (het wettelijk systeem), maar ook de implementatie van plannen door middel van overeenkomsten tussen gemeenten en ontwikkelaars.

De doelgroep bestaat behalve uit buitenlandse onderzoekers en praktijkbeoefenaren ook uit studenten. Steeds meer opleidingen in Nederland worden in de Engelse taal gedoceerd. Planning and Development Law in the Netherlands kan daarom worden gebruikt door opleidingen als Real Estate, Regional and Urban Planning, Policy Sciences of Planning Law.

Er wordt wel gezegd dat in Nederland een ‘westenwind’ waait, waarmee wordt bedoeld dat we in onze maatschappij sterke invloeden vanuit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk ondervinden. Ook wat betreft gebiedsontwikkeling wordt regelmatig naar de Angelsaksische landen gekeken. Het zijn landen met een in vergelijking met Nederland kleinere overheidsrol en meer ruimte voor de private sector. In ons land is een verschuiving naar meer ruimte voor de private sector zichtbaar. Nieuwe begrippen als organische gebiedsontwikkeling en uitnodigingsplanologie getuigen daarvan. Voor studenten, onderzoekers en praktijkbeoefenaren is het daarom interessant dat op meerdere plaatsen in Planning and Development Law in the Netherlands korte vergelijkingen worden gemaakt tussen Nederlandse gebiedsontwikkelingsinstrumenten en die in andere landen. Zo krijgt de lezer inzicht in de wijze waarop sommige onderwerpen met name in de Verenigde Staten of Verenigd Koninkrijk zijn geregeld en worden toegepast.

Planning and Development Law in the Netherlands bevat een uitgebreide lijst met de Engelse vertaling van Nederlandse ruimtelijk bestuursrechtelijke begrippen. Van bestemmingsplan (land-use plan) tot bouwclaim (development rights) en veel meer. Gebiedsontwikkelaars die zich regelmatig in het Engels moeten uitdrukken kunnen daarmee hun vocabulaire uitbreiden.

In de hoofdstukken komt het volgende aan de orde:

Planning powers beschrijft de bevoegdheden van de overheid. Onderscheid wordt gemaakt tussen reactive powers (bijv. het vereisen van een omgevingsvergunning voor een bouwproject) en proactive powers (bijv. onteigening). Ook EU planning powers en financial powers komen aan de orde.

Planning and property rights behandelt de inbreuken op het eigendomsrecht (van grond en gebouwen) door middel van het vaststellen van bestemmingsplannen, voorkeursrechten (pre-emption rights) en onteigening (expropration). In dit verband worden ook planschadevergoeding (planning compensation) en onteigeningsschadeloosstelling besproken. Het blijkt dat vergeleken met andere landen Nederland ruime mogelijkheden voor schadevergoeding kent.

The environmental permit bespreekt het toetsingskader en de procedure van de omgevingsvergunning voor een bouwproject. Daarom wordt ingegaan op o.a. the Building Decree (Bouwbesluit) en the policy document on external appearance (welstandsnota).

Statutory spatial plans staat met name stil bij procedure en inhoud van het bestemmingsplan. Ook de rechtsbescherming (scope of judicial review) en de afwijking van bestemmingsplannen worden besproken. Geconstateerd wordt dat Nederlandse bestemmingsplannen een preciezer soort regulering kennen dan vergelijkbare plannen in de meeste andere landen.

Private law planning instruments gaat in op de vele privaatrechtelijke wijzen waarmee gebiedsontwikkeling plaatsvindt. Active land policy, ground lease, public private partnerships en cost recovery (kostenverhaal) zijn o.m. onderdelen van dit hoofdstuk.

Infrastructure planning law gaat over de procedures voor de aanleg van hoofdinfrastructuur. Het blijkt dat in vele landen de laatste jaren versnellingen zijn doorgevoerd in procedures.

Research obligations regarding environmental aspects of spatial planning bespreekt de vele onderzoeken die plaats moeten vinden voordat een ruimtelijk plan kan worden vastgesteld: environmental impact assessment, noise, air quality, external safety, soil assessment en meer.


Planning and Development Law in the Netherlands

F.A.M. Hobma and P. Jong

IBR, The Hague, 2016

140 p., € 34.95

ISBN 978-94-6315-012-5

www.ibr.nl/publicaties/ibr-publicaties

ibr planning boek

‘ibr planning boek’



Cover: ‘coins planning law’


Fred Hobma

Door Fred Hobma

Afdeling Management in the Built Environment, TU Delft


Meest recent

GO Weekoverzicht 21 november door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week waarin bleek dat het einde van de Didam-saga nog niet in zicht is

Wil je helemaal bij zijn bij de (gebieds)ontwikkelingen van deze week? Dan zijn dit de stukken die je gelezen moet hebben. Er is een nieuw hoofdstuk in de Didam-saga en de waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg.

Weekoverzicht

21 november 2024

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024