Verslag Onderzoekers Frank Suurenbroek en Gideon Spanjar organiseerden een online boeksymposium met toonaangevende internationale onderzoekers, naar aanleiding van de Engelse uitgave van hun boek ‘Neuroarchitecture: Designing High-rise Cities at Eye level'. Rode draad: welke ontwerpprincipes kunnen bijdragen aan een gezonde stad en wat kan neuroarchitectuur hierin betekenen? Regien Stolp rapporteert.
Tijdens het online seminar, waaraan maar liefst 150 geïnteresseerden deelnamen, bespraken onderzoekers vanuit diverse disciplines zoals architectuur, landschapsarchitectuur, planologie en stedenbouw de laatste ontwikkelingen uit het hybride werkveld van neuroarchitectuur. Suurenbroek en Spanjar van de Hogeschool van Amsterdam demonstreren met 'Neuroarchitecture' hoe het gebruik van eyetracking-technologie ingezet kan worden om de ervaring van stedelijke ontwerpen op ooghoogte vast te leggen. Door het koppelen van interviews met de analyse van oogbewegingen wordt achterhaald in welke mate gebruikers de beschikbare visuele informatie uit de omgeving in zich opnemen, grotendeels onbewust.
Voorbeelden van straatbeelden met hoogbouw uit steden als Vancouver, Oslo en Amsterdam illustreren hoe ontwerpprincipes de gebruikersbeleving positief beïnvloeden. Denk aan de integratie van openbare en privéruimtes, de verhouding van straatbreedte tot gebouwhoogte en de diversiteit in materialen.
Menselijke maat
Op de vraag of er ook rekening gehouden wordt met andere zintuigen, antwoordt Spanjar dat zogenaamde mobiele eyetrackers precies registreren waar iemand naar kijkt en luistert. “Zo zien we dat geluid een enorme impact heeft op het sturen van de aandacht.” Volgens de onderzoekers bieden deze technologieën handvatten voor het ontwerpen van steden die rekening houden met de menselijke maat en de wijze waarop gebruikers de visuele informatie uit hun omgeving opnemen. “De realiteit laat zien dat stedenbouwkundigen en (landschaps)architecten veel afwegingen moeten maken bij het behoud van essentiële elementen tijdens het ontwerpproces,” aldus Suurenbroek. "Met dit onderzoek zetten we de eerste stappen richting evidence-based kennis over de soort ontwerpoplossingen voor het behouden van een menselijke maat. Essentieel voor een praktijk die middenin een enorme verdichtingsoperatie zit.”
In 'Neuroscience for Designing Green Spaces: Contemplative Landscapes' toont neurowetenschapper en landschapsarchitect Agnieszka Olszewska-Guizzo oprichter van NGO Neurolandscape dat belangrijke ruimtelijke karakteristieken als kleur, licht en vorm van groene ruimtes een stressreducerende werking kunnen hebben. Zij kunnen een zogenaamde staat van contemplatie faciliteren. Dit past bij de toenemende aandacht voor de kracht van groene ruimtes in verdichte omgevingen – en het toenemende besef dat groene “restoratieve” plekken niet langer als een bijkomstigheid worden gezien, maar een essentieel onderdeel vormen voor het werken aan het welzijn in de stad.
Leidraad voor ontwerp
Alhoewel Europees beleid duidelijk inzet op natuur als panacee voor het oplossen van de vele stedelijke problemen, ontbrak volgens de onderzoeker een methode die meetbaar maakt welke ontwerpprincipes van groene ontwerpelementen daadwerkelijk bijdragen aan welzijn. Er wordt gevraagd of neurodesign dan puur bedoeld is om de impact van het ontwerp te kwantificeren. Volgens Olszewska-Guizzo ontbrak het aan een wetenschappelijke naslagweg voor de ontwerper om de groene plekken op basis van de laatste wetenschappelijke kennis vorm te geven. “There is a difference between design based on empathy, intuition and inspiration or scientific evidence.”
Haar werk biedt daarmee een wetenschappelijk onderbouwd instrument voor de praktijk waarmee professionals de kwaliteit van stedelijk groen niet alleen kunnen beoordelen, maar ook gebruiken als leidraad voor toekomstig ontwerp.
‘Boekcovers’ door HvA (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)
Architect-onderzoeker Davide Ruzzon van de universiteit van Venetië biedt met zijn werk 'Tuning Architecture with Humans: Neuroscience Applied to Architectural Design' een uniek perspectief vanuit een antropologische benadering op de relatie tussen mens en architectuur. Door de menselijke evolutie als lens te gebruiken, onderzoekt Ruzzon hoe de interactie tussen architectuur en omgeving zich door de tijd heen heeft ontvouwd. In zijn werk stelt de onderzoeker en praktiserend architect dat architecturale ontwerpen niet los gezien kunnen worden van de natuurlijke vormen en structuren waarin de menselijke evolutie heeft plaatsgevonden. Hiermee onderstreept Ruzzon – oprichter van de eerste Master op dit gebied, Neuroscience Applied to Architectural (NAAD) – het belang van een beter begrip van de menselijke instinctieve interacties met de bebouwde omgeving. Dat geldt evenzeer voor ontwerpen die deze natuurlijke verbindingen niet alleen erkennen maar ook versterken.
Reactie op omgeving
Ten slotte komen Justin Hollander, professor aan Tufts University en Ann Sussmann, oprichter van het Human Architecture and Planning Institute (HAPI), aan het woord. Dit onderzoeksteam uit Boston verkent het potentieel van biometrische technologie om de gebruikerservaring van architectuur te meten tijdens de eerste seconden dat iemand de omgeving onbewust scant.
Naast eyetracking behoren innovatieve technieken zoals facial expression recognition, hartslag en zweetuitstoot tot de gereedschapskist waarmee de onbewuste emotionele reactie op de omgeving kan worden gemeten. In “Cognitive Architecture: Designing How We Respond to the Built Environment ” illustreren de onderzoekers hoe subtiele ontwerpelementen impact hebben op de waarneming en aan mensen emotionele reacties ontlokken.
Zo grijpt een prestigieus modernistisch ontwerp met een glazen gevel nauwelijks de aandacht. Dit in tegenstelling tot billboards, voetgangers of voertuigen. “All that effort on the design and nobody looks at it”, onderstreept Hollander. “It’s practically invisible.” Naast biometrische technologie, bespreken Sussman en Hollander de opkomst van AI-software, waarmee bepaalde modellen al met 92 procent zekerheid kunnen voorspellen waar men naar kijkt in stedelijke omgevingen. Waar commerciële partijen in marketing de inzet van biometrische technieken en AI al lang en breed hebben gevonden (neuromarketing), is er onder ontwerpers nog weinig over bekend.
‘Vlnr: Justin Hollander, Davide Ruzzon, Olszewska Guizzo, Frank Suurenbroek, Ann Sussman, Gideon Spanjar.’ door HvA (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)
Het publiek is dan ook nieuwsgierig hoe deze technologieën hun weg kunnen vinden naar de dagelijkse praktijk van stedenbouw en architectuur. Het aanleggen van een wetenschappelijke kennisbasis over de gebruikerservaring in stedelijke gebieden is een belangrijke eerste stap in de goede richting. Het vergt echter een grote inhaalslag om deze technologieën te integreren in de dagelijkse werkzaamheden zoals elders al wordt gedaan, benadrukt Sussman: “There is urgency to get the science out there.”
De onderzoeksbevindingen van alle sprekers samen maken de potentie duidelijk van dit nieuwe werkveld. Door de inzet van neuroarchitectuur en innovatieve technologieën in de praktijk te omarmen, kunnen steden worden ontworpen die niet alleen voldoen aan de huidige behoeften, maar ook het welzijn van toekomstige generaties bevorderen.
Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.
Cover: ‘Claude Debussylaan op de Zuidas, Amsterdam’ door David Peperkamp (bron: shutterstock.com)