Casus Haan & Laan recenseren gebiedsontwikkelingen in Nederland. Mooie plannen genoeg, maar hoe pakken ze in werkelijkheid uit? In deze aflevering Bolder-Kustwijk in Lelystad, grotendeels jaren zeventig-bouw. “Woonerven achterhaald? Of actueler dan ooit? Ze blijken toekomstbestendig: auto en fiets dichtbij, maar te gast.”
De periode dat de locatie van het huidige Lelystad onder water stond, als stukje bodem van de beruchte Zuiderzee, beslaat maar een fractie van de geschiedenis. Dit gebied was langdurig drassig vasteland totdat ergens voor Christus de waterwolf aanviel.
Polderhoofdstad
Maar het beeld van nieuw gebied creëren is heroïsch en deze uitdaging kwam in 1959 ook terecht op de tekentafel van Cornelis van Eesteren. Hij kreeg zijn stedenbouwkundige droomopdracht: maak op dit middelpunt de hoofdstad van alle IJsselmeerpolders. Vijf jaar later brandden ontwerpers van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) zijn plan af. Zij kwamen vliegensvlug met een ander, naar eigen zeggen ‘minder megalomaan’, ontwerp.
‘Kaart Lelystad’ door Ineke Lammers (bron: gebiedsontwikkeling.nu)
De Rijksdienst tekende een stad voor 100.000 inwoners. Een centrumgebied, gescheiden functies, uitstekende infrastructuur. Met grootschalig de tuinstadgedachte in praktijk gebracht: wonen verweven in het landschap via groene vingers. Elke buurt een eigen centrum. Woonhoven en woonerven als collectieve ruimten, belangrijk voor de sociale structuur. Een lage woningdichtheid, royale bossen en veel vrijetijdsvoorzieningen.
Groei en stagnatie
Een rechthoekig patroon van hoofdwegen bepaalt de structuur, met het doel ‘alles gelijkwaardig per auto bereikbaar’ te maken. Bruggen en onderdoorgangen zorgen voor een apart stelsel van fiets- en looproutes. Laan, ooit landelijk fietslobbyist, vindt in zijn archief een folder uit 1987: ‘Fietsen in Lelystad is veiliger dan in menige andere Nederlandse stad’.
Eigen wegwijzers met rode bordjes en een eigen straatnaam- huisnummersysteem met genummerde straten. Bedacht omdat veel voordeuren aan korte woonpaden liggen waarvoor anders talloze straatnamen moesten worden bedacht. Uniek is ook de jaarlijkse rijksbijdrage sinds 1988 als tegemoetkoming voor de kosten van ‘over-gedimensioneerde’ infrastructuur: € 15 miljoen. Het autowegenstelsel is van cultuurhistorische waarde, zegt in 2021 de Omgevingsvisie 2040.
Verkoop van huurwoningen
De omvangrijkste bouwperiode viel in de jaren zeventig. Na deze opbouwfase liep al in de jaren tachtig het inwonertal terug omdat Almere meer mensen trok. Periodes van veel vallen en telkens een beetje opstaan volgden. In de jaren negentig bleek financiële sanering nodig evenals de samenvoeging van de twee woningcorporaties. Veel sociale huurwoningen werden verkocht. Nieuwbouw bestond in de periode daarna vooral uit middeldure en dure woningen. De vroegere regel voor de samenstelling van de woningvoorraad (70 procent sociale huur, de rest vooral koop) klapte precies om.
Grote sprong
Lange tijd bleef de oeverstrook aan het Markermeer onbebouwd, in afwachting van het besluit de Markerwaard aan te leggen. Na het afblazen van dat project ging Lelystad langzaam de waarde van de oevers ontdekken. De laatste jaren kiest de gemeente, inmiddels met 80.000 inwoners en 35.000 woningen, voor een grote sprong voorwaarts. Weg met het imago van slaapstad voor weinig draagkrachtige inwoners of het minderwaardigheidscomplex ten opzichte van Almere.
Vanaf 2018 spreken de gezamenlijke overheden over Lelystad Next Level. Ruimte genoeg, veel groen is er al.
In 2020 neemt de gemeenteraad een motie aan om maar liefst 40.000 extra huizen te bouwen tot en met 2040. Echter, na vier jaar intensief overleg over de Omgevingsvisie 2040 zegt Lelystad in 2021 zo’n 10.000 woningen extra te bouwen om zo 100.000 inwoners te halen. In februari 2022 bekrachtigen gemeente, provincie, het ministerie van Binnenlandse Zaken en het Rijksvastgoedbedrijf de gezamenlijke groeiambitie. De afspraak is om voortaan minimaal 1.000 woningen per jaar te bouwen tegenover 500 de laatste jaren. Haan ziet voor zich hoeveel energie in dit proces is gestoken, een ware tour de force.
Op verzoek van de gemeente onderzoeken Sjoerd Soeters en Friso de Zeeuw waar woningen kunnen komen. In hun ogen moet de grootste extra klapper komen van 8.000 woningen aan het Markermeer, zodat Lelystad eindelijk een hoogwaardig waterfront krijgt. Ze willen daarvoor een extra stukje polder maken.
‘Haven, Lelystad’ door Jarretera (bron: shutterstock.com)
De Omgevingsvisie Lelystad 2040 neemt de fiets- en voetgangersstructuur als uitgangspunt. Voor autorijden verandert ‘alles gelijkwaardig bereikbaar’ in een andere opzet. Vanuit de buurten rijden alle auto’s eerst naar de hoofddreven, die ook een stapel extra functies krijgen: waterberging, anti-hittestress, biodiversiteit en energietransitie.
Inmiddels kampen inwoners met lange wachtlijsten voor een sociale huurwoning. In 2022 gaan 14 van de 15 gemeenteraadsfracties akkoord met een ommezwaai. De woningvoorraad moet meer toegankelijk worden voor Lelystedelingen: de wachttijd voor een sociale huurwoning gaat naar maximaal twee jaar, ook als dat betekent dat er meer dan 30 procent sociale huur komt. Wijken worden meer gemengd qua inkomens en voor koopwoningen tot een bepaalde prijsklasse geldt voortaan een zelfbewoningsplicht.
Op pad
We gaan de stad in en verkennen Bolder en Kustwijk. Een noordwestelijk stadsdeel uit de jaren zeventig, aangevuld met meer recente bebouwing. Met als grenzen de spoorlijn, de Houtribdreef, het Oostvaardersdiep en de Visarenddreef. Bij elkaar ruim 15.000 inwoners. De buurten dragen namen van scheepstypen zoals Kogge, Kempenaar en Galjoen. Het bestemmingsplan uit 2018 biedt ruimte voor tweehonderd extra grondgebonden woningen of appartementen.
Wat zien we
De afstand tussen het Stadshart en Bolder is minimaal, maar blijkt om te lopen onaangenaam. Dat betreft vooral het smalle stukje Stationsweg onder het spoorviaduct, waar vele fietsers ons pad delen. Maar dan bespeuren we ruimte, gras en woonerven. Terracotta, maïsgeel en muisgrijs geschilderd staan tweelaagse eengezinswoningen aan Kempenaar 27. Ze zijn in 2002 ingrijpend gerenoveerd. Het openbare groen is magertjes, wat je niet kunt zeggen van coniferen in diverse achtertuinen. Die worden altijd hoger dan verwacht.
‘Woonerf Kempenaar 09 met verspringende voorgevels’ (bron: Haan en Laan)
Na sfeervolle hoge treurberken en de kleurrijke basisschool Het Mozaïek slaan we af naar Kempenaar 09. Hier verspringen de voorgevels trapsgewijs, verrassend. De openbare ruimte is spic en span, maar wel erg stenig. De buurt grossiert nogal in snippergroen en blinde muren. Tuinschuttingen staan hier en daar schots en scheef. Op een kruispunt stuiten we op Kemperveste, recent gebouwd door woningstichting Centrada. Met zijn zes woonlagen, alzijdigheid, grijze- en witte bakstenen en geperforeerde witte stalen balkonhekken opvallend tussen alle tweelaagse woningen.
Lege fietsenrekken
Winkelcentrum Kempenaar maakt een naar binnen gekeerde indruk met weinig glas in de gevels. Een grootgrutter plaatste een hele reeks banieren, en bij de slijterij wappert reclame voor een whisky die zich overal thuis voelt. Fietsenrekken staan vrijwel leeg, de autoparkeerplekken vol, op deze vrijdagmiddag. Kempenaar 01 en 03 ontsluiten een klein bedrijventerrein. Bedrijven maken er volgens de gemeente geleidelijk plaats voor ‘niet-economische functies in de sociaal-culturele en maatschappelijke sfeer’.
We slaan af naar de buurt Kogge en staan even later op de appelgroene Koggebrug, een van de fiets- en loopbruggen over de Westerdreef. Overgedimensioneerd is voor deze autoweg een te zwakke kwalificatie, met 2x2 rijstroken en brede groen- en waterstroken. Geen geluidsschermen, de woningen staan een flink stuk van de weg af.
Ruimte genoeg
De buurt Punter kent meer afwisseling in woningtypes en de beleving is groener met uit de kluiten gewassen platanen, essen en brede blokhagen. Op je gevoel voor richting kun je hier lastig vertrouwen, des te meer op de alom aanwezige straatnummering. Op een verhoging staan kloeke woningen aan Punter 15, met hout afgewerkt vanaf de eerste laag en een doorlopend pannendak over twee verdiepingen aan de achterzijde. Zo kijk je vanuit je woonkamer over de geparkeerde auto’s.
‘Anonieme achterkanten in het zicht’ (bron: Haan en Laan)
Auto’s kunnen overal komen, maar we lopen veilig en hebben ook geen last van snelle rijwielen. We zien volop mensen die de hond uitlaten, hardlopers ontbreken juist. Rondom een speelterrein en het Reveilcentrum van de Evangelische Gemeente komen en gaan fietsers. Sommigen steken opvallend nadrukkelijk hun hand uit als ze van richting veranderen. In deze omgeving ook comfortabele nieuwbouw, maar waarom niet vierhoog in plaats van tweelaags? Er is hier ruimte genoeg.
Gevoel van vrijheid
Via de Punterbrug over de Houtribweg bereiken we Bataviahaven, aan de oever van het Markermeer. Het ruime sop klotst hier, een gevoel van vrijheid komt over je heen. In de verte rijden auto`s over de N307 naar Enkhuizen en vlak voor onze neus vertrekt de boot naar de Marker Wadden. Het iconische neo-negentiende eeuwse appartementengebouw uit 2008, dat er na het stilvallen van de nieuwbouw tijdens de kredietcrisis lange tijd wat verloren bij stond, heeft recent een buur gekregen met een sobere uitstraling. Deels vrije sector huur, het fraaie uitzicht voor 14 euro per vierkante meter.
Naar het noorden liggen historische schepen en de bekende outlet Batavia, maar wij buigen zuidelijk af over de Oostvaardersdijk. We treffen een langgerekt woningcomplex, gebouwd anno 2000. Aan de dijk afwisselend eengezinswoningen en appartementen in vijf lagen, aan de Houtribweg een saaie rij eengezins- en er tussenin onder meer patiowoningen. De bloembakken, geplaatst na bewonersklachten over het stenige binnenterrein, staan er niet echt florissant bij. Bij een grote steiger verbiedt een bord vuur te stoken of lawaai te veroorzaken. Een bewoonster verzekert ons dat van overlast geen sprake is. ‘s Zomers is het levendig op de dijk. Ook bewoners uit buurten verder weg komen hier zwemmen.
‘Historiserende bouw aan Bataviahaven’ (bron: Haan en Laan)
We steken de Houtribweg over op maaiveldniveau. Een brede trap slecht het hoogteverschil vanaf de dijk, met voor mensen die niet goed ter been zijn een lange hellingbaan. Bij elkaar een treurig, gedateerd geheel. In de buurt Galjoen zien we tweelaagse woningen van witte kalkzandsteen, voorzien van bruingeschilderde houten betimmering, platte daken met een afschuining van rode dakpannen en dito aangebouwde bergruimtes. Heel veel typischer jaren zeventig vind je het niet.
Weelderig plantsoen
De Jolbrug brengt ons in Gondel en Schouw. Wat een zee van ruimte rond de Hervormde Gemeente aan Gondel 22! Zien we hier een toekomstige inbreidingslocatie? In het westelijk deel van Schouw – ook een scheepstype, weer wat geleerd – trekken huizen aan een weelderig plantsoen onze aandacht met hun okergeel geschilderde betimmering. Te groot voor sociale huur, teveel dezelfde kleur voor koop? Voorbijgangers weten het niet, Funda wel: koop uit 2008, met vraagprijzen vanaf 2.700 euro per vierkante meter. Verderop staan groepjes betonnen garageboxen. Vaak een garantie voor een verwaarloosde aanblik, maar deze zijn onwaarschijnlijk schoon, zelfs met hagelwitte garagedeuren.
Slopershamer
Met zevenhonderd sociale huurwoningen uit 1975 in Schouw-Oost liep het slecht af. Vocht en asbest leidden tot de sloophamer. Vanaf 2007 is de wijk Hanzepark in ontwikkeling: woningen (“in Dudok-stijl”), een school, woonzorgcentrum Hanzeborg, en de Rechtbank Midden-Nederland, pal tegenover de stationsingang. Vloeiend loopt Schouw 24 over in een straat, genoemd naar een plaats aan de Oostzee. De typisch Lelystadse naamgeving en nummering kwam hier niet terug.
Wat vinden we
Dit deel van Lelystad ziet er voornamelijk netjes en verzorgd uit. Veel woningen kregen een make-over waardoor je niet het gevoel hebt door gedateerde buurten te lopen. Er is volop groen, al domineren hier en daar de stenen. Nogal wat bewoners houden overduidelijk niet van tuinieren en laten hun auto’s de volledige voortuin in beslag nemen. Een deel onderhoudt de eigen buitenruimte niet. De broodnodige zitbankjes vinden we uitsluitend bij speelplaatsen.
De sfeer voelt vriendelijk en de meeste mensen groeten elkaar. Het woningaanbod is vooral eengezins in huur en koop, prima. Mensen met een laag inkomen hoeven niet uitsluitend op appartementen te zijn aangewezen. Vanaf de jaren zeventig bouwde Lelystad mooi maatschappelijk kapitaal op door de openbare ruimte allereerst te bestemmen voor spelende en lopende mensen. Woonerven blijken toekomstbestendig: auto en fiets zijn dichtbij, maar te gast.
Houd de jaren zeventig buurten up-to-date
De eengezinswoningen in het groen in een autoluwe omgeving sluiten goed aan bij de huidige woonvoorkeuren van veel Nederlanders. Een conserverend bestemmingsplan, zoals opgesteld in 2018, betekent echter stilstand, dus achteruitgang. Het is belangrijk om jaren zeventig buurten voortdurend up-to-date te houden, zowel voor zittende- als toekomstige bewoners. Onderzoek waar parkeerterreinen geleidelijk aan kleiner of weg kunnen en maak ze waterdoorlatend. Bevorder groene erfafscheidingen aan de openbare ruimte, zet de zaag in te dicht en donker geworden groen. Bied volop mogelijkheden voor optoppen van woningen, voeg woningen toe waar overmaat aan openbare ruimte speelt en anonieme achterkanten het beeld domineren.
Herontwikkel de hoofddreven
Ontwikkel een Hoofddreef-Nieuwe Stijl die geleidelijk bestaande vierbaanautowegen vervangt. Kenmerken: twee maal één autorijstrook en maximumsnelheid van 30 kilometer per uur; een ontwerp dat landschappelijke allure uitstraalt. De afgenomen geluidshinder maakt de bouw van meer woningen nabij dreven aantrekkelijker, met ruimte voor groene claims zoals extra waterberging, anti-hittestress en biodiversiteit.
Zorg voor riante loop- en fietsroutes
Ondanks de fijnmazige fiets- en looproutestructuur wordt de auto veel gebruikt. Benut het gegeven dat vele voorzieningen op kleine fietsafstand liggen en deels op loopafstand. Het maken van een kwaliteitsslag wordt hierdoor mogelijk. Zorg voor perfect aangelegde en goed onderhouden routes met extra aandacht voor veilig lopen. En stimuleer meer bewegen en lopen – goed voor de gezondheid.
Verweef oud en nieuw
Bewoners hebben baat bij een optimaal functionerend stadscentrum, zo dichtbij mogelijk. Lelystad verdient een aantrekkelijke, centrale locatie met een breed cultureel en economisch aanbod, hoeveel duizenden woningen extra de stad straks ook telt. Zorg dat een eventuele toekomstige Markermeerwijk optimaal verweven raakt met Kustwijk-Bolder en de rest van Lelystad. Met doorlopende straten tussen nieuwe en bestaande bebouwing. En wellicht een snelle busbaan die de mensen binnen luttele minuten naar station en Stadshart brengt.
Cover: ‘Haan & Laan’ door Esther Dijkstra (bron: estherdijkstra.com)