Onderzoek Dat groen en natuur een positieve invloed hebben op de gebruikers van de openbare ruimte, is algemeen bekend. Het Bomenkompas van het Leids Universitair Medisch Centrum helpt gebiedsontwikkelaars om groene woon- en werkomgevingen te ontwerpen die écht voor iedereen fijn zijn. En dus niet tot bijvoorbeeld allergische reacties leiden.
Groen is op veel manieren van toegevoegde waarde in gebiedsontwikkeling. Waterberging, hittestress, gezondheid, biodiversiteit en ruimtelijke kwaliteit: groen en natuur leveren op veel terreinen een bijdrage aan de openbare ruimte. Naast deze positieve invloeden lieten onderzoekers van Wageningen University & Research en het Nivel eerder deze maand ook zien dat particulier groen (in bijvoorbeeld tuinen) van groot belang is voor de bewoners en de stad. Niet alleen vanwege de invloed op bijvoorbeeld de biodiversiteit en ruimtelijke kwaliteit, maar ook omdat groen in particuliere tuinen grote invloed lijkt te hebben op de gezondheid en het welzijn van de bewoners.
‘Rotterdam, Nederland - juni 2022: Uitzicht op de hoofdweg Coolsingel in Rotterdam’ door dropStock (bron: Shutterstock)
Het onderzoeksteam keek naar het verband tussen het hebben van een tuin (en de hoeveelheid groen in die tuin) en hoe vaak klachten en aandoeningen voorkomen (zoals bekend bij de huisarts). Het verband is het sterkst bij een beroerte/hersenbloeding. Onder tuineigenaren komt deze aandoening 15 procent minder voor dan onder mensen zonder tuin. “De sterkte van de relaties die we hebben gevonden, is opvallend”, zegt Sjerp de Vries, projectleider bij Wageningen Environmental Research. “Dit is iets om rekening mee te houden bij toekomstige woningbouw en in de visie op de inrichting van stedelijk gebied. Als er meer woningen worden gebouwd in de vorm van appartementen, waardoor straks meer mensen geen privégroen bij huis hebben, kan dat nadelig uitpakken voor de volksgezondheid.”
Voorkomen kan niet, beperken wel
Onderzoek van Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) laat zien welk groen er in die privétuinen en in de openbare ruimte geplant moet worden zodat woon- en werkomgevingen ook echt voor iedereen fijn zijn. Het Bomenkompas geeft gebiedsontwikkelaars alle informatie over welke bomen (en pollen) allergische reacties bij hooikoortspatiënten veroorzaken. Bij nieuwe aanplant kunnen zo de juiste afwegingen kunnen worden gemaakt. “Er zullen in de toekomst dus meer bomen aangeplant worden en mogelijk door de klimaatverandering ook andere soorten bomen. Om hooikoortsklachten in de toekomst te beperken, is het belangrijk om rekening te houden met de allergeniciteit van het pollen van deze nieuwe aanplant.”
In het kompas is te zien welke pollen (en dus welke bomen) een sterke allergische reactie bij hooikoortspatiënten kunnen veroorzaken. Bomen als de els, de berk en de hazelaar zijn de spreekwoordelijke vijand voor een groot deel van de Nederlanders met hooikoorts. Het kompas laat zien welke bomen veel of juist weinig allergeen pollen produceren. “Het volledig voorkomen van allergeen pollen in de lucht is niet mogelijk. Het beperken van allergeen pollen in de lucht kan wel. Het begint bij de besluitvorming van de aanplant van nieuwe bomen. Het bomenkompas toont voor het pollen van de meest voorkomende bomen in Nederland de mate van allergeniciteit. Het maken van goede overwegingen bij de aanplant van bomen – die wel of geen allergeen pollen produceren – kan de luchtkwaliteit in de toekomst bevorderen.”
Diversiteit als succesformule
De kennis uit het Bomenkompas zorgt voor aanbevelingen waar gebiedsontwikkelaars direct mee aan de slag kunnen. Zo adviseren de makers om bomen als de berk en de els die (zeer) sterk allergeen pollen produceren niet te planten bij winkelcentra, scholen of andere drukbezochte openbare ruimtes. En in het geval van bomen die volgens het kompas slechts matig allergeen pollen produceren (niveau drie van vier na zeer sterk en sterk), plant die dan niet in grote aantallen bij elkaar.
‘Eerste deel van het bomenkompas op alfabetische volgorde’ door Letty de Weger (bron: lumc.nl)
Ook dan kan er, ondanks het label matig, een nadelig effect ontstaan doordat er toch te veel pollen in de lucht komen. Diversiteit in de aanplant is volgens de wetenschappers de sleutel tot succes, met daarbij de focus op bomen die geen of slechts zwak allergeen pollen produceren. Dat voorkomt een lokaal hoge concentratie van pollen. En, is het afsluitende advies, hebben gebiedsontwikkelaars de keuze, kies dan voor vrouwelijke bomen of bomen die door insecten worden bestoven. Die laten een stuk minder pollen vrij.
Het Bomenkompas is te vinden op de site van het Leids Universitair Medisch Centrum.
Cover: ‘Ingewikkeld spel van licht en schaduw rond een boom in het Park in Rotterdam, Nederland op een mooie ochtend in november’ door Frans Blok (bron: Shutterstock)