Opinie De nationale politieke beslommeringen eisen nog altijd de aandacht op, terwijl we eigenlijk de blik vol op Europa en de aanstaande verkiezingen moeten hebben. Volgens columnist Ellen van Bueren komen lokale stedelijke opgaven daarin ook nog eens veel te weinig aan bod. Een gemiste kans.
Burgemeesters weten wel wat zij van Europa verlangen. In een recente enquête van Eurocities naar hun prioriteiten voor 2024 zetten zij klimaat met stip op één (67 procent), gevolgd door sociale inclusie en gelijkheid (31 procent) en betaalbare woonruimte (30 procent). Zij wijzen daarbij ook op de vele ‘co-benefits’ van maatregelen op deze vlakken; die dienen namelijk vaak meerdere doelen. Met programma’s als de Europese Green Deal en Fit-for-55 worden deze prioriteiten, vooral op het gebied van klimaat en energie, bediend. Wel geven de burgemeesters aan grote behoefte te hebben aan meer geld, liefst direct vanuit Brussel. Daarmee kan de uitvoering van maatregelen – zoals meer groen, ‘nature-based solutions’ en de aanpassing van gebouwen – worden bekostigd.
De speciale VN-gezant voor adequate huisvesting maakt zich vooral zorgen over de wooncrisis, die al snel leidt tot extreemrechtse standpunten ten aanzien van migratie. Hij pleit dan ook voor Europees ingrijpen. De stijgende woning- en huurprijzen vormen een explosief dossier dat inmiddels ook de middenklasse raakt. ‘Europa’ bemoeit zich echter vooralsnog niet met wonen; dat was immers een product waarin de markt kon voorzien.
De afwezigheid van Europa in het Nederlandse woondossier klinkt ook door in de verkiezingsprogramma’s voor de Europese verkiezingen. Slechts drie Nederlandse politieke partijen besteden noemenswaardige aandacht aan de wooncrisis. GroenLinks-PvdA pleit voor een Europees crisisplan en een verantwoordelijke Eurocommissaris. D66 wil dat huisvesting een sociaal grondrecht wordt en Volt zet in op de ondersteuning en financiering van innovatieve huisvestingsmodellen. SP, NSC en BBB leggen in hun verkiezingsprogramma’s een (impliciet) verband met migratie voor arbeid en studie. Het beperken van die instroom vermindert in hun visie de vraag naar woningen. NSC wil daarnaast “minder beperkingen om in Nederland te bepalen hoe we de volkshuisvesting organiseren.” VVD zegt vrijwel niets over wonen. Ook de PVV besteedt er geen expliciete aandacht aan.
De partijen zijn uitgesprokener over Europese thema’s als energie en klimaat. Grofweg wil links het beleid op dit vlak voortzetten of versterken. Rechts wil het ombuigen, afzwakken of afschaffen, want duur en niet urgent. Dit laatste staat haaks op de genoemde prioriteiten van burgemeesters van Europese steden, die zich genoodzaakt zien hun steden voor te bereiden op de toekomst. Een recent onderzoek van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) laat zien dat aan het klimaatbestendig maken van de metropoolregio weliswaar een fors prijskaartje hangt, maar dat dit nog altijd goedkoper is dan niets doen – mede door de vele bijkomende voordelen en koppelkansen.
Het zou interessant zijn als voor de volgende Europese verkiezingen lokale bestuurders en raadsleden meeschrijven aan de programma’s en zich meer mengen in de verkiezingscampagnes. Zo’n 78 procent van de Europese inwoners woont immers in een stedelijk gebied. Dat brengt ‘Europa’ wellicht ook weer dichter bij ‘de burger’. In de tussentijd is het voor de burgemeesters afwachten welke voorkeur hun burgers, inwoners van de EU, uitbrengen van 6 tot en met 9 juni.
Cover: ‘Ellen van Bueren Column Cover’ (bron: Esther Dijkstra)