Analyse Minister Hugo de Jonge schreef een ‘aanmoedigende ministeriële brief’ over het bijbouwen van woningen aan de randen van dorpen en steden. Arjen van der Burg ziet in de Zuid-Hollandse praktijk waar dit nieuwe adagium ‘een straatje erbij’ toe leidt. Sluipende verstedelijking vermomd als dorpsuitbreiding, hij wordt er niet blij van.
“Als elk dorp er een straatje bijbouwt, kunnen we in Nederland in een paar jaar tijd 300.000 woningen bouwen” – aldus de directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in De Telegraaf van 18 oktober 2022. Inmiddels heeft minister De Jonge van Binnenlandse Zaken op 12 oktober 2023 aan de Tweede Kamer een brief geschreven waarin hij erg positief is over dit idee. Hij wil met provincies en gemeenten afspraken gaan maken. Met ‘straatje erbij’ bedoelt hij plannen voor 30 à 50 woningen in het buitengebied. Die 30 à 50 woningen komen voort uit exploitatieoverwegingen: bij kleinere series worden de locaties minder haalbaar.
Misleidend frame
Het landschap lijkt geen serieuze rol te spelen, zolang wettelijk beschermde gebieden maar buiten beschouwing blijven. Het gaat om locaties met lage dichtheden (15 à 25 woningen per hectare), met als referentie Het Gooi. De minister bedoelt dus villaparken en tuindorpen. Daarbij steunt hij op nader onderzoek van het EIB waarin geconcludeerd wordt dat er inderdaad veel ruimte is, alleen voor Noord-Holland al voor 37.000 woningen. We moeten echter wel opletten: voor bijvoorbeeld Haarlemmermeer gaat het om 4.740 woningen – dat is een complete Vinex-locatie en niet een paar straatjes. Het frame ‘straatje erbij’ is op deze manier misleidend.
De aanmoediging om een ‘straatje erbij’ te bouwen hebben overigens veel plattelandskernen niet nodig. Uit het EIB-rapport blijkt dat het vaak de provincies zijn die vanuit landschappelijke overwegingen de rem op dergelijk kleine lokale aangroeisels zetten. Noord-Holland bijvoorbeeld is streng en heeft 11 woningen als maximum gesteld. Je krijgt de indruk dat de minister dat afkeurenswaardig vindt, hoewel het de beleidsvrijheid van de provincie betreft. Uit de praktijk in het dorp Rockanje (Zuid-Holland) kunnen we intussen de eerste lessen trekken, aan de hand van twee plannetjes, Drenkeling en Broershoek.
‘Uitsnede stuifakker en drenkeling’ (bron: Arjen van der Burg)
Een pregnant voorbeeld van stapsgewijze verstedelijking vormt het project ‘Landgoed Drenkeling’. In de jaren 1960 begint het kleine polderwegdorp Rockanje (Zuid-Holland) te groeien, zowel met woningen als met recreatieverblijven. Er komt ook verspreide glastuinbouw. Ten noorden van de Zeeweg (een oude polderdijk) zijn tussen 1960 en 1970 enkele wooncomplexen verschenen. Daarna wordt verder gebouwd in een nieuw uitbreidingsplan: ‘Landgoed Drenkeling Rockanje 1e fase 2017’. Sportvelden die er ten oosten van liggen, zullen op termijn ook bebouwd worden. Telkens een plukje woningen, tot het hele gebied binnen de oude polderdijken is verstedelijkt.
Verkooppraatje
De Drenkeling biedt ruimte voor 123 wooneenheden. Er zijn appartementen, rijtjeswoningen, tweekappers en vrijstaande woningen, in alle prijsklassen. Deze verstedelijking is geen klassieke dorpsuitbreiding met een straatje aansluitend aan de bestaande straten, maar meet zich op papier de allure van een ‘landgoed’ aan. Dat is echter een verkooppraatje. Een landgoed heeft een hoofdgebouw met bijgebouwen en verder een zeer royale tuin en eventueel een bosperceel en akkers. Hier is echter een royale ‘tuinwijk’ aangelegd, koud tegen het dorp (Zeeweg) aan.
‘De Lange Stallen’ (bron: Arjen van der Burg)
‘Harde overgang naar de Zeeweg’ (bron: Arjen van der Burg)
Verder maken de parkeernormen duidelijk dat hier een auto-afhankelijke wijk is gebouwd. De normen lopen uiteen van 1,6 parkeerplaats per woning tot 2,3. En dat is logisch. Rockanje heeft slechts een halfuursdienst per bus naar Brielle en Hellevoetsluis. Het kost van hieruit ruim 1,5 uur om naar Rotterdam Centraal Station te komen. Het is dus geen goede locatie voor het verkeer voor woon-werk of woon-hoger onderwijs.
Woonwijk in open land
Naast deze sluipende verstedelijking-als-dorpsuitbreiding treedt verstedelijking van het landelijke gebied op door de ‘Ruimte voor Ruimte’-regeling. Doel van die regeling is de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door sanering van opstallen, in dit geval van glastuinbouw. Per 5.000 m2 glas mag volgens de provincie Zuid-Holland één woning worden gebouwd, met een maximum van drie per locatie (maar de gemeente kan daarvan afwijken). In de Polder Stuifakker is deze regeling toegepast, met desastreuze gevolgen.
Aan Middelweg 13 lag een tuinbouwbedrijf met 2 ha glas. Hier zijn zeven nieuwe woningen mogelijk gemaakt, vier meer dan de provinciale Ruimte voor Ruimte regeling wenselijk vindt. Het straatje heet ‘Broershoek’. Uitgangspunt van het gemeentelijke beleid voor glassanering is dat de nieuwbouw aansluit op bestaande bebouwingslinten en in clusters bij bestaande woonkernen wordt gerealiseerd. Dat is hier niet het geval. Op deze manier vermindert wel het met glas bebouwde oppervlak, maar is een nieuwe kleine woonwijk in het open land ontstaan. Die wijk is bovendien een privé-enclave.
Het plan is een onderhandelingsresultaat waarin de financiën het kernpunt vormen. “Voor het bepalen van het aantal (compensatie)woningen vormt de ‘Structuurvisie glasherstructurering 1ste herziening” (april 2011) het uitgangspunt. Hierin is verwoord dat het uitgangspunt voor de sanering van kassen is dat voor het glastuinbouwbedrijf geen negatief financieel resultaat ten opzichte van hun huidige bedrijfsvoering ontstaat.” (Bron: Nota Inspraak). Onderstaande afbeeldingen tonen het gebouwde resultaat.
‘Particuliere ontsluitingsweg, ‘Broershoek’’ (bron: Arjen van der Burg)
‘Binnengebied’ (bron: Arjen van der Burg)
Het gaat om (zeer) grote vrijstaande woningen met royale bijgebouwen (auto- en paardenstalling). De auto-afhankelijkheid is ook hier verzekerd. De locatie steekt ver in het open landschap. Ach, zo’n straatje erbij, wat maakt het uit? Verouderd glas of in onbruik geraakte bedrijven worden opgeruimd, men plant wat extra bomen en de woningmarkt krijgt een beetje lucht. Het open landschap, hoe belangrijk is dat nog?
Dit artikel verscheen eerder in Heemschut, jaargang 101, nr. 1, maart 2024.
Cover: ‘De Erven’ (bron: Arjen van der Burg)