Nieuws Een compleet nieuw dorp met 8000 woningen, midden in een laaggelegen polder. Hoewel de plannen niet nieuw zijn, zorgde het masterplan van de Zuid-Hollandse gemeente Zuidplas afgelopen week landelijk voor veel discussie. Kan dat wel, woningen in zo’n gebied bouwen? Ja, zegt Co Verdaas, hoogleraar gebiedsontwikkeling én dijkgraaf in het waterschap Rivierenland. “Er moet iets gebeuren in het gebied, het kan niet zo doorgaan.”
De plannen voor de woningbouw in de Zuidplaspolder zijn duidelijk. In het open gebied tussen Gouda en Rotterdam moeten 8.000 woningen samen het vijfde dorp van de gemeente Zuidplas vormen. De provincie Zuid-Holland, de betrokken gemeenten en het waterschap Schieland en Krimpenerwaard hopen met deze impuls tussen de 10.000 en 20.000 mensen aan een woning te helpen.
De plannen zijn helemaal niet nieuw, want in 2004 werd het gebied al aangemerkt als locatie voor woningbouw.Toch zorgde het masterplan afgelopen week voor veel ophef. Lokale partijen waren ‘geschrokken’ van de plannen, omwonenden reageerden online woest en hoogleraar duurzaamheid Jan Rotmans noemde de ideeën zelfs onverantwoord.
Vooral de locatie van het nieuwe dorp is een doorn in het oog van veel tegenstanders. De polder ligt namelijk zes meter onder NAP in het laagste gebied van Nederland. Vanwege overstromingsgevaar noemde het toenmalige Ruimtelijk Planbureau in 2007 de polder al een ‘ongunstige locatie voor investeringen’.
Combineren
Maar, zegt hoogleraar gebiedsontwikkeling én dijkgraaf in het waterschap Rivierenland Co Verdaas, de discussie ligt een stuk genuanceerder. De ‘platte tegenstelling van diepe polder, niet bouwen’ die is ontstaan, doet geen recht aan de situatie, betoogt Verdaas. “Bijna een derde van Nederland ligt onder NAP, moeten we dat allemaal maar opgeven? Of je nou 6 meter of 4 meter onder NAP bouwt, het gaat erom dat je voor droge voeten zorgt.”
De waterhuishouding in het gebied is daarom volgens Verdaas de belangrijkste reden om een stuk neutraler naar de plannen te kijken dan de afgelopen week is gebeurd. “Als je het masterplan leest, zie je dat er in het gebied een vicieuze cirkel is ontstaan. De agrarische functie in het gebied staat onder druk, omdat de bodem te nat is. Maar het wegpompen van het water zorgt ervoor dat de bodem verzakt. Het waterschap moet hoe dan ook iets doen aan het watersysteem.”
En dus, stelt Verdaas, is het creëren van een robuuster watersysteem door functies als landbouw, wonen en recreatie te combineren in het gebied juist uiterst relevant. “Er moet iets gebeuren in het gebied, het kan niet zo doorgaan. Tegelijkertijd moeten er de komende tien jaar een miljoen woningen worden bijgebouwd. Dan ga je er niet aan ontkomen om in deze gebieden te bouwen.”
Plussen en minnen
Volgende maand stemt de gemeenteraad van Zuidplas over de gebiedsontwikkeling. Dan zal blijken of de ambities van de provincie en de gemeente ook echt uitgevoerd worden of dat de plannen opnieuw moeten worden aangepast. Verdaas hoopt dat - ondanks het commentaar in het publieke debat van bijvoorbeeld hoogleraar Jan Rotmans - de overheden de ruimte krijgen om keuzes te maken. “De consequentie van een decentraal stelsel is dat decentrale overheden keuzes moeten maken. De wetenschap kan de plannen becommentariëren en plussen en minnen aangeven, maar het is de taak van de decentrale overheden om ambities te realiseren. Zij moeten daarin het advies van de wetenschap meenemen, maar de wetenschap moet niet op de stoel van de provincie, waterschap of gemeente zitten.”
Tijdens de NOVI-conferentie vorige maand sprak Verdaas met publieke en private partijen al over de kwestie hoe ambities zoals voor Zuidplas naar uitvoering kunnen worden omgezet in het fysieke domein. Zij adviseerden het nieuwe kabinet om investeringen in het ruimtelijke domein te laten landen in de regio om de complexe ruimtelijke opgaven in Nederland integraal en gericht uit te voeren.
Lees het volledige masterplan op de website van de gemeente Zuidplas.
Cover: ‘Zuidplaspolder bij Gouda’ door Frans Blok (bron: Shutterstock)