Analyse Bouwen boven het spoor is een droom van menig gebiedsontwikkelaar, maar dergelijke kunststukjes blijken in de praktijk vaak te duur en te lastig. Daarom kiezen steeds meer partijen voor bouwen langs het spoor, ook al zijn deze ontwikkelingen door strenge milieueisen eveneens prijzig en complex. Dit blijkt uit een artikel in ROmagazine.
“In Schieveste wil je graag wonen, omdat je daar zo centraal woont. Elke minuut vertrekt er wel een trein, bus of metro op loopafstand!” De aankondigingen op de projectwebsite van het woon-werkgebied zijn ronkend, de plaatjes zijn schitterend. Op deze plek, ingeklemd tussen de snelweg A20 en station Schiedam Centrum, verrijzen de komende jaren 3.000 woningen. In combinatie met werken, horeca en andere voorzieningen moet dat voor een “echte gemengde stedelijke centrumwijk” zorgen. Op de website gebruikt de ontwikkelaar bereikbaarheid als belangrijke troef om kopers en huurders warm te maken voor een woning.
IJskast
De plannen voor Schiedam staan niet op zichzelf. Ze passen perfect in het grotere plaatje dat langzaamaan in heel Nederland zichtbaar wordt: bouwen vlak naast in plaats van boven het spoor. In een artikel van ROmagazine vertellen experts over de redenen van deze verschuiving. Bouwen boven het spoor is te duur en te lastig. De bouwkundige eisen vanwege bijvoorbeeld veiligheid, geluid en trilling drijven niet alleen de kosten op, maar maken de ontwikkeling van deze gebieden ook zeer complex. De gemeente Utrecht zette vanwege deze redenen de plannen voor Utrecht Centraal eerder dit jaar nog in de ijskast.
“Overkluizing van het spoor is gewoon ingewikkelder en veel duurder, vooral als mensen er langdurig verblijven zoals bij kantoren en woningen het geval is,” legt directeur Gijs van den Boomen van stedenbouwkundig bureau KuiperCompagnons uit in ROmagazine. Zijn bedrijf is in veel gebiedsontwikkelingen rondom het spoor actief, onder andere in Schieveste. “Als er veel gevaarlijke stoffen over het spoor gaan, is het sowieso niet mogelijk. En vaak moet je preventieve maatregelen inbouwen. Die maken het plan een stuk duurder.”
75.000 woningen
De focus ligt daarom steeds vaker op gebieden vlak langs het spoor. Ook daar zijn de kosten van de gebiedsontwikkelingen door veiligheidseisen vaak hoger, maar die wegen niet op tegen de baten. De combinatie van wonen, werken en recreatie zonder de afhankelijkheid van de auto en met een goede ontsluiting via openbaar vervoer is voor veel gemeenten een kans om een aantrekkelijk leefgebied te creëren. Een (oud) industrieel gebied weer onderdeel maken van de stad, zoals bijvoorbeeld ook in de Tilburgse Spoorzone is gebeurd, is daar een mooi voorbeeld van.
De directe omgeving van de Oude Lijn in Zuid-Holland is een ander gebied waarvoor op verschillende locaties plannen voor het bouwen langs het spoor klaarliggen. Langs de spoorlijn tussen Delft en Dordrecht staan zo’n 75.000 woningen (inclusief de 3.000 in Schiedam) gepland. “Het maatschappelijk rendement is binnenstedelijk hoger, zeker op dit soort plekken vanwege onder andere de bijkomende agglomeratievoordelen”, legt Annemarie Hatzman, projectmanager planvorming en mobiliteit bij Antea Group, uit. Het bedrijf werkt in Zwijndrecht aan een van de locaties langs de Oude Lijn. “Het is goed dat daar regionaal beleid op wordt gemaakt. De ruimte is schaars, dus gezamenlijke keuzes belangrijk. Uiteindelijk gaat het vervolgens om de integrale blik in dit soort projecten. In Zwijndrecht hebben we door de combinatie van milieuthema’s in de lokale context meer mogelijk kunnen maken binnen hetzelfde veiligheidsniveau.”
Lees het volledige artikel op de website van ROmagazine.
Cover: ‘Locomotiefhal - Spoorzone Tilburg’ door Harry_nl (bron: Flickr.com)