Casus Haan & Laan recenseren gebiedsontwikkelingen in Nederland. Mooie plannen genoeg, maar hoe pakken ze in werkelijkheid uit? Brandevoort in Helmond is volgens nogal wat vakgenoten ‘oubollig’ en ‘truttig’, maar Haan & Laan zien “een uniek, hoogwaardig concept dat helaas niet tot het einde wordt volgehouden”.
Neo-traditionalistische gevels, een middeleeuws stratenpatroon. Eind jaren negentig lijkt Brandevoort uit de lucht te komen vallen. Maar niets is minder waar.
Het ontstaan van Brandevoort past logisch in de ontwikkeling van Helmond. De stad (momenteel 92.000 inwoners) is aan het begin van de twintigste eeuw een centrum van industriële activiteit, met veel textielbedrijven, cacao- en margarinefabrieken en metaalindustrie. De regio biedt van oudsher volop goedkope arbeidskrachten. Na de crisis van de jaren dertig en de oorlog bloeien deze economische activiteiten weer op, totdat vanaf de jaren zestig de concurrentie van landen met nóg lagere lonen talloze bedrijven tot sluiting dwingt. De Peelgemeente komt in een neerwaartse spiraal en krijgt een negatief imago. De bouw van de eerste kubuswoningen van Piet Blom doet daar weinig aan af.
‘De buurten van Brandevoort in Helmond’ door Ineke Lammers (bron: gebiedsontwikkeling.nu)
Vanwege de omvang van de problemen stelt het Rijk de interdepartementale Werkcommissie Helmond in. Mede door die aandacht krijgt Helmond in 1976 in de Verstedelijkingsnota (Derde Nota RO) de status van groeistad. Aan de oostzijde van de stad verrijzen vanaf 1980 de wijken Brouwhuis en Rijpelberg, bij elkaar 7500 woningen met 30 procent sociale huurwoningen.
Dierdonk is de volgende grote ontwikkeling, een publiek-private samenwerking met grondeigenaar BPD (voorheen: Bouwfonds), vrijwel helemaal bestemd voor midden- en hogere inkomens. Die moeten worden verleid, gezien het imago van Helmond. Dat lukt met een in die tijd uniek aanbod: alle woningen in jarendertigstijl. Tussen 1993 en 2001 gaan de 1700 woningen succesvol in de verkoop.
Opnieuw terug in de tijd
In het kader van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra neemt het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven vanaf 1995 een woningbouwtaakstelling op zich. Brandevoort, een agrarische locatie aan de westkant van Helmond op het grondgebied van buurgemeente Mierlo, geschikt voor 6000 woningen, maakt hiervan deel uit.
Annexatie volgt snel. Aannemers en projectontwikkelaars, waaronder BPD, hebben intussen grondposities ingenomen. Zij verkopen die aan de gemeente, en verwerven daarmee tevens een bouwrecht. Het succes van Dierdonk inspireert de partijen om voor een verleidelijk aanbod in Brandevoort opnieuw terug te gaan in de tijd. Voor twee combinaties van aannemers en projectontwikkelaars maakt een aantal ontwerpers het masterplan: de postmodernistische architecten Krier en Kohl, landschapsarchitect Paul van Beek, publieke ruimte-inrichter Jan Nijhof (Grontmij) en Wissing Stedebouw.
Hun voorstel voor een quasi-17e-eeuws vesting-achtig dorp (De Veste) omringd door ruime, groene buurten, de zogenaamde Buitens, slaat inderdaad aan bij koopkrachtige huishoudens. Nogal wat vakgenoten vinden het oubollig en truttig. ‘Disneyficatie’ is zelfs één van de kwalificaties.
In 1998 start de bouw van 3000 woningen in De Veste en de Buitens Schutsboom, Brand en Stepekolk. In 2006 gaat het bestemmingsplan in procedure voor fase II: het westelijk deel van de Veste, de Buitens Hazenwinkel en Liverdonk, en aan de noordkant 1500 woningen plus een bedrijvenpark.
‘Brand, koloniale stijl aan de Zoerbeemden’ (bron: Haan en Laan)
Vaststelling van het bestemmingsplan loopt jarenlange vertraging op door de gevolgen van de Wet Geurhinder en Veehouderij. De bouw van fase I loopt vanaf 2008 vertraging op door de kredietcrisis, die net als elders de vraag naar nieuwbouw decimeert. Eén aannemer gaat failliet. Een woningcorporatie ziet na de wijziging van de Woningwet af van haar grondposities voor marktwoningen. De gemeente houdt, ondanks alles, vast aan het geplande aantal woningen, maar verschuift de afronding van de gebiedsontwikkeling van 2017 naar 2027, later naar 2033.
‘Slimste wijk ter wereld’
In 2016 gaat Helmond in op een initiatief van de TU Eindhoven en het Smart Cities Center. De gemeente ziet in Brandevoort-noord dé plek voor de slimste wijk ter wereld. Onder de vlag van de Stichting Brainport Smart District krijgt UNStudio opdracht voor een nieuw stedenbouwkundig plan. Eind 2021 stellen B&W een masterplan en beeldkwaliteitplan vast voor 2100 woningen, waarvan 500 eerst als tijdelijke eenheden, en 8 hectare bedrijvigheid. Het bestemmingsplan staat voor 2022 op de rol. De opzet, met onder meer een centraal park, wijkt drastisch af van het masterplan Brandevoort. Anno 2022 staat de teller voor heel Brandevoort op zo’n 4000 opgeleverde woningen met bijna 11.000 inwoners. Vijftien procent van de huizen is sociale huur.
Wat zien we?
We komen Brandevoort binnen via het eigen treinstation. Twee torentjes, verbonden met een voetgangersbrug over het spoor, kondigen het historiserende karakter van deze buitenwijk aan. De sierlijke daken van de fietsenstallingen zijn familie van de open markthal, verderop in het centrumdeel.
Maar eerst lopen we naar het lege deel ten noorden van de spoorlijn. Hier komen niet de geplande buurten De Marke en Kranenbroek, maar Brainport Smart District als ‘het eerste rook-, alcohol- en junkfoodvrije lab ter wereld’, aldus de nota van uitgangspunten uit 2018. Voorlopig zijn we snel uitgekeken, want van de vijfhonderd tijdelijke woningen, afgesproken in de Woondeal tussen de regio en het Rijk uit 2020, zien we nog weinig. Voor dit jaar staan er vijftig op de rol.
Moederziel alleen staat het Carolus Borromeus College. Van een afstand lijkt het op een blok woningen en niet een middelbare school voor 1500 leerlingen. De architectuur verwijst naar de Amsterdamse School. Bakstenen gevels, verticaal aangebrachte dakpannen en de letters van de schoolnaam volgen de leer van de beroemde bouwstijl. Het concept voor deze toekomstige buurt voorzag in gebouwen geïnspireerd door een periode van vóór de Amsterdamse School, namelijk einde negentiende eeuw. Het is de vraag hoe dit past in het nieuwe idee van een Brainport Smart District.
Terug naar de zuidkant van het spoor, de vesting met de vele hoektorens. We zijn nieuwsgierig hoe daar de bebouwing erbij staat. Haan was hier zo’n vijftien jaar geleden op excursie, Laan in 2011 op reportage voor NRC Handelsblad.
Het concept verrast opnieuw. Een bijzonder en compact straatbeeld, afwisselende en kleinschalige architectuur. Parkeren van auto’s en fietsen ondergronds of op binnenterreinen met non-descripte achtergevels. In de Herselsestraat staan twee blauw gespoten fietsen, rondom een boom. Kunst in de openbare ruimte, of reclame voor de nabije fietsenzaak?
‘Brandevoort, Helmond’ (bron: Haan en Laan)
We zien redelijk wat mensen op straat, zeker in het centrumgebied De Plaetse, waar aan een smalle gracht belangrijke voorzieningen zijn gelardeerd. De sfeer is dorps, mensen groeten elkaar. Enkele winkel- of bedrijfsruimtes staan te huur, maar het merendeel is bezet. Grote supermarktketens en een drogistenreus zijn present met ingetogen belettering in onopvallende winkelpanden. Plus eetgelegenheden, de bakker en de slager. Appartementengebouwen tellen vier etages en dat komt buiten de grote steden weinig voor, constateert Haan.
Retro-pakhuis en imitatieluiken
Veel bewoners zetten op een strook van een meter voor hun woning een bankje, plantenpotten of stoelen. We genieten van mooie uitzichten en aantrekkelijke doorkijkjes. Plots zien we een retro-pakhuis, met Franse balkons en imitatieluiken. De panden staan er goed bij. Wel eist één materiaalkeuze zijn tol: randen van beton in plaats van – duurder – natuursteen. Een opvallend lelijk detail aan de gevels, en dat verbetert in de loop van de tijd niet.
De kloosterachtige openbare basisschool annex wijkcentrum herbergt een groot aantal verenigingen. Waarom doen Brandevoorters veel met elkaar, vraagt Laan zich af. Omdat tal van inwoners uit sociaal bloeiende dorpen uit de omgeving komen? Of door het wijkontwerp waardoor bewoners elkaar zien, begroeten en gaan herkennen?
Brabantse dorpen
Wij trekken westwaarts en kruisen een aantrekkelijke ommetjesroute, ‘Ecozone’ gedoopt. We betreden de buurt Liverdonk, gebouwd in stijlen van traditionele Brabantse dorpen. Een of twee hoog met zolder. Poorten lijken een entree tot de binnenplaats van een hoeve. Maar, dichterbij, blijken twee bescheiden voordeuren in de neppoort verwerkt. Voortuinen kregen soms deels kiezeltapijt maar zijn nergens watervijandig compleet geplaveid. We lopen door Goedhartdonk en Coolendonk. Er is veel in aanbouw of net klaar. We passeren een oude sloot en oorspronkelijke bomenrij. En in Abendonk en omgeving zien we veel woningen van particuliere opdrachtgevers. Bijvoorbeeld een pand als een stal met zo’n enorme entree waardoor een paard en wagen naar binnen kan rijden. Een informatiepaneel vertelt over archeologische vondsten uit de Brons- en IJzertijd.
'Wauw' roepen we tegelijk
Tussen Liverdonk en de volgende buurt lopen hoogspanningsmasten. Al vanaf het eind van de vorige eeuw levert het mogelijke gevaar voor de volksgezondheid hiervan conflicten tussen betrokkenen op. We lopen door Hazenwinkel, waar ook nog veel wordt gebouwd. De architectuur moet vooral lijken op de plattelandssfeer van Brabantse buitengebieden. Hier ook sociale huur in rijen van afwisselend een of twee lagen met een kap.
Dan komen we in de buurt Stepekolk. Stijl van Brabantse langgevelboerderijen met hoge, rode daken meteen op de eerste bouwlaag. En met hagen. De sfeer inclusief de rode baksteen doet enigszins Duits aan. Een hoekpand bij Raaphoeve lijkt een gemaal, een utiliteitsmachine. Het blijkt een royale woning met drie leefniveaus. We zien de Laathoeve als een mooie laan verder slingeren. Looisehoeve brengt ons in de tuindorpsfeer met de goot op de eerste verdieping. Bij Prenthoeve roepen we allebei “wauw”. Oorspronkelijke bomen, een brinkachtig plantsoen, alles royaal aangelegd.
Op naar Brand, de buurt met koloniale invloeden, tenminste qua bouwstijl. Veel hout en witte elementen in gevels, forse veranda’s en veel erkers, houten hekjes als erfafscheiding. De Voord is een indrukwekkende brede laan, met grote huizen zoals in Overveen bij Haarlem.
We komen in de buurt Schutsboom. Met ‘open sfeer’, de stijl van ‘woningen voor notabelen’, zegt het plan. Gemetselde muurtjes of stalen hekken. Royale routes, bij twee onder een kappers moet minimaal één van de voordeuren aan de voorkant liggen. Aan een rotonde staat prominent een pontificaal huis. Je zou zeggen: typisch de ambtswoning van een burgemeester.
In Tiessenvoort treffen we een degelijke maar saaie sfeer. Basisschool De Vendelier lijkt op een fabrieksgebouw, wel bijzondere architectuur. Op een woning een torentje als uitkijkpunt, het lijkt ook op een kapel.
Terug op het stationsplein raapt een senior bewoner een paar blikjes afval op en stopt ze in een prullenbak. Hij zegt: “Ik doe er wat mee als ik ergens iets tegenkom”. Nu valt op hoe schoon en heel de wijk eigenlijk is.
Wat vinden we ervan?
Brandevoort is een buitenwijk met een centrumgebied en een aantal buurten. Voor alle delen zijn goed doortimmerde thema’s bedacht die consequent zijn uitgevoerd. Bij elkaar vormt de wijk een uniek, hoogwaardig concept.
Een doorlooptijd van 25 jaar maakt een gebiedsontwikkeling gevoelig voor nieuwe trends. Het masterplan Brainport Smart District breekt drastisch met het originele masterplan Brandevoort. Wij verbazen ons hierover. Het succesvolle concept Brandevoort verdient niet te worden gedumpt. Met de negentiende-eeuwse invulling aan de noordkant was Brandevoort de grootste neo-wijk ter wereld geworden!
De Veste ziet er uit als een gerestaureerd historisch plaatsje dat je op vakantie bezoekt, maar met minder terrasjes dan je gewend bent en zonder souvenirwinkels. Je weet dat het niet authentiek is, het beeld is tot in de finesses geregisseerd. Maar het doet nauwelijks afbreuk aan de aangename gewaarwordingen die je telkens doen uitkijken naar wat om de hoek van de straat te zien is.
‘De Veste, ingetogen belettering van winkels aan De Plaetse’ (bron: Haan en Laan)
Voor alle buurten geldt: als je ziet hoe alles is aangelegd en georganiseerd, de hardware dus, dan zie je: ook twintig jaar na start bouw ogen de oudste delen nog prima. Lopen, wandelen en fietsen kan overal. Dankzij zorgvuldige en ruim bemeten ontwerpen voelt ruimte delen nergens als een probleem. Ontsluitende autowegen zijn goed aangelegd en nodigen uit tot beheerst rijden. We zagen alleen één rotonde die aanpassing vergt om oversteken overzichtelijk te maken. Het valt verder op dat veel huishoudens meerdere auto’s bezitten, maar dat geparkeerde auto’s niet domineren.
Beschermde status geven
Wie hier woont weet: door de strenge kwaliteitsregels lever ik bouw- en bewoningsvrijheid in, maar ik krijg er veel voor terug. Zo kijk je altijd uit op een even mooi huis als dat je zelf bewoont, en je leeft in een plaatje. Wat gaat er gebeuren wanneer volgende generaties bewoners zich niet wensen te houden aan de regels van een beeldkwaliteitplan uit eind twintigste eeuw? Er zit niets anders op dan een beschermde status als jong monument!
Vergroenen en verbinden
Ga na of de stenige inrichting in De Veste nog wel bij deze tijd en toenemende stortbuien past. Pak de grote oppervlakten verharding aan, zoals de parkeerterreinen binnen de bouwblokken. Sta in bestaande gevelstroken tuintjes toe. Maak een sterkere verbinding voor voetgangers tussen noord en zuid met een veilige, aantrekkelijke onderdoorgang bij het station.
Voorkom kannibaliseren
Gaat Brainport Smart District de toch al beperkte voorzieningen aan de zuidkant kannibaliseren? Zo suggereert het plan dat het gezondheidscentrum in De Veste verhuist naar de andere kant van het spoor. Vergroot juist het draagvlak van bestaande, goed functionerende voorzieningen. In plaats van Brandevoort leeg te zuigen.
Cover: ‘Haan & Laan’ door Esther Dijkstra (bron: estherdijkstra.com)