Branding Cities & Bottom-up urbanism - Afbeelding 1

Branding Cities & Bottom-up urbanism

17 februari 2012

2 minuten

Verslag Op 14 februari presenteerde the Why factory van de TU Delft twee publicaties met de resultaten van onderzoek naar de ontwikkeling van stedelijke kwaliteit in Aziatische metropolen. Aansluitend werd een debat georganiseerd, dat werd gedomineerd door realisme, haalbaarheid en een flink portie Rotterdamse degelijkheid. Zoals Wouter Hagen van het (Rotterdamse) bouwbedrijf VolkerWessels het verwoordde: ‘Utopian thinking ends in dystopian reality’. Oftewel: de utopie verwordt tot een nachtmerrie in de realiteit.

Boekpresentaties

Tijdens het debat werden de boeken 'Vertical Village – Individual, Informal, Intense' en 'Hong Kong Fantasies – Challenging World Class City Standards' gepresenteerd. De centrale vragen in beide onderzoeken zijn hoe verdichting kwaliteit kan toevoegen aan de stad en wat stedelijke kwaliteit eigenlijk is?

In ‘Vertical Village’ introduceert professor Winy Maas een nieuwe vorm van participtie, namelijk participatie als sleutel om tot een meer divers stadsbeeld te komen. Deze vorm van participatie is voor het onderzoek ontworpen in een softwareprogramma dat (stads-)plattegronden berekend op basis van woonwensen en budget. Door de verschillen en overeenkomsten in woonwensen kunnen clusters worden gevormd, waardoor een divers, gestapeld, stadsbeeld ontstaat.

In ‘Hong Kong Fantasies’, gepresenteerd door Tihamer Salij, wordt voorgesteld om de kwaliteit van steden vast te leggen in ‘World Class City Standards’. Dit zijn vaste parameters die kunnen indexeren en identificeren hoe goed of hoe slecht een stad ervoor staat. De presentatie was gelardeerd met beelden van strategische ingrepen waarmee Hongkong een grote sprong voorwaarts kan maken.

Branding Cities & Bottom-up urbanism - Afbeelding 1

‘Branding Cities & Bottom-up urbanism - Afbeelding 1’


Uniformiteit en identiteit

Sander de Iongh (EDBR) opent de discussie door te wijzen op het risico dat standaardiseren van parameters voor goede en slechte steden kan leiden tot uniformiteit. Een stad zou Worldclass gemaakt moeten worden vanuit eigen identiteit en uniekheid, aldus De Iongh. Ook Wouter Hagen van VolkerWessels benadrukt in het debat dat de ambities voor een stad in het verlengde moeten liggen van de lokale kunde en kennis. Steden met ambities die niet in het verlengde van hun eigen kracht en identiteit liggen zien hun dromen vaak in duigen vallen. Winy Maas brengt hier tegen in dat World Class City Standards meer een analysemethode is om te kijken of de basis op orde is voor het goed functioneren van een stedelijk systeem. Hierbij verwijst Maas naar de driehoek connectivity-diversity-density, als deze facetten in balans zijn dan heeft de stad een goede basis volgens het WCCS.

Zie voor de volledige publicatie:


Cover: ‘Branding Cities & Bottom-up urbanism - Afbeelding 1’


Portret - Judith van Hees

Door Judith van Hees

YP-redacteur Gebiedsontwikkeling.nu | Eigenaar Natural Urban


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024