Analyse Rijksbouwmeester Floris Alkemade noemde de Bredase Aanpak Wonen en Zorg onlangs een goed voorbeeld van een inclusieve aanpak voor langer thuis wonen. Die aanpak is wijkgericht, met een vinger aan de pols en aan ambities zijn concrete acties verbonden. Marjon Rijnart, adviseur Wonen bij de gemeente Breda, vertelt wat de Aanpak Wonen en Zorg inhoudt en hoe die zich die de afgelopen 20 jaar heeft ontwikkeld.
Rond de eeuwwisseling is Breda al begonnen met de huidige aanpak van wonen en zorg. De gemeente heeft vijftien woongebieden met 10.000 tot 15.000 inwoners geformeerd die elk een Centrale Zone hebben. Dit is het kloppende hart van ieder woongebied. Daar concentreren zich niet alleen voorzieningen op het gebied van wonen, zorg en welzijn maar ook voorzieningen voor de dagelijkse levensbehoeften. Voor ieder woongebied is bepaald wat gewenst is. Hoeveel levensloopbestendige woningen zijn er nodig en op welke plek? Welke woonomgeving sluit hier het beste op aan en welk voorzieningenniveau, zoals winkels en zorg- en welzijnsdiensten? Deze indeling is vastgelegd in de huidige visie Aanpak Wonen en Zorg. Dit was voorheen de visie Geschikt Wonen voor Iedereen (GWI).
Al sinds de start zorgt de afdeling Onderzoek en Inzicht van de gemeente Breda voor monitoring. Indicatoren op het gebied van wonen, woonomgeving, welzijn en zorg worden getoetst aan de hand van objectieve en subjectieve data, zowel op stedelijk niveau als per woongebied. Hierdoor worden opgaven heel gericht in beeld gebracht. Met behulp van deze monitoring is op straatniveau exact bekend of woningen wel of niet geschikt zijn om zelfstandig thuis te wonen met een zorgvraag. Naast de vierjaarlijkse monitoring op straatniveau laat de gemeente Breda regelmatig aanvullend onderzoek uitvoeren. Denk daarbij aan onderzoek naar informele zorg (waaronder mantelzorg en vrijwilligerswerk in buurten), het bereik van dienstverlening aan kwetsbare Bredanaars, een Wmo-cliëntervaringsonderzoek, of naar buurtinitiatieven op gebied van ontmoeting en activiteiten in wijken via de wijkplatforms.
Visie én concrete uitvoering
In 2007 is de indeling van Breda in vijftien woongebieden bekrachtigd door het college van burgemeester en wethouders. Per gebied is vervolgens een Wonen en Zorgvisie vastgesteld, met oog voor de langere termijn, destijds was dat een doorkijk naar 2020, inmiddels ligt de horizon in 2032 of zelfs 2040. De Wonen en Zorgvisies zijn vastgesteld door werkgroepen die bestaan uit vertegenwoordigers van de gemeente, maatschappelijke partners en consumenten. De gemeentelijke aanpak Wonen en Zorg is inmiddels ook in andere gemeentelijke visies en documenten opgenomen, zoals in de Structuurvisie 2030, de Woonvisie Breda en een aantal wijkplannen.
De Aanpak Wonen en Zorg komt niet alleen in plannen en visies terug. Er wordt ook concreet uitvoering aan gegeven. Als een ontwikkelaar in een gebied wil bouwen, dan wordt ook getoetst op de gemeentelijke visie Wonen en Zorg. Daarnaast maakt de gemeente met de corporaties prestatieafspraken om voldoende geschikte huurwoningen in de woongebieden te garanderen. Daarnaast worden afspraken gemaakt om diverse doelgroepen goed in de wijken te laten landen. Denk daarbij aan senioren, mensen in een beschermde woonomgeving en de maatschappelijke opvang. Verder heeft de gemeente met de bewustwordingscampagne ‘Wonen met Gemak’ veel aandacht voor woningaanpassingen in de koop- en huursector. Elke drie maanden start in steeds een ander woongebied een campagne waar allerlei woonthema’s, veiligheid en welzijn aan bod komen en bewoners zich kunnen opgeven om een scan van hun woning te laten doen.
De gemeente is de ‘aanjager’ geweest van de visie Geschikt Wonen voor Iedereen (GWI) en voert nu regie op de Aanpak Wonen en Zorg. Deze integrale woonzorgwelzijn-blik is inmiddels onderdeel geworden van het DNA van de gemeente en de betrokken woningcorporaties. Tot op de dag van vandaag vindt bij alle ruimtelijke plannen voor woningen en/of zorg- en welzijnsvoorzieningen advisering plaats vanuit de afdelingen die bij de brede aanpak betrokken zijn.
Al deze elementen hebben ertoe geleid dat dat Rijksbouwmeester Floris Alkemade de Bredase aanpak recent als landelijk voorbeeld heeft bestempeld.
Meest toegankelijke stad in Europa
Breda is al 20 jaar actief om iedereen in de stad geschikt te laten wonen. In de afgelopen jaren zijn ongeveer 1.800 woningen (2,2%) geschikt gemaakt op basis van een Wmo-indicatie voor (beperking van de) ouderen en zorgdoelgroepen. Deze woningen zijn niet meegenomen in de cijfers over de fysieke geschiktheid van de woningvoorraad in Breda. Afhankelijk van de levensloopbestendigheid van een woning kent de gemeente sterren toe aan een woning (van nul tot drie sterren. Die scores zijn ook waardevolle informatie voor de afspraken die gemeente en corporaties maken over het verder geschikt maken van de woningvoorraad. Voor Breda is de geplande nieuwbouw voor geschikte woningen momenteel voldoende om in de vraag te voorzien. Alleen voor rolstoeltoegankelijke woningen geldt dat de vraag groter is dan het aanbod.
Breda richt zich niet alleen op voldoende geschikte woningen. De gemeente onderneemt ook veel om de fysieke en sociale omgeving meer toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Een van die voorbeelden is dat in de afgelopen anderhalf jaar door de gemeente bij 800 horecagelegenheden en winkels een quick scan is uitgevoerd naar de fysieke toegankelijkheid van deze gebouwen. Daarnaast zijn 200 publieke gebouwen in Breda geschouwd. Ook is een workshop ‘Leren door Ervaren’ ontwikkeld om de bewustwording over dit thema te vergroten. Op de website van het Platform Breda voor iedereen, gastvrij en toegankelijk zijn alle uitgevoerde activiteiten en behaalde resultaten terug te vinden.
Vanwege al deze inspanningen is Breda onlangs verkozen tot de meest toegankelijke stad in Europa.
Cover: MichielverbeekNL | Wikimedia Commons
Dit artikel verscheen eerder op platform31.nl
Cover: ‘Breda | MichielverbeekNL Wikimedia Commons’ door MichielverbeekNL (bron: Wikimedia Commons) onder CC BY-SA 3.0, uitsnede van origineel