Verslag Het denken in termen van brede welvaart is onmiskenbaar aan een opmars bezig. Platform31 laat zien dat de koele cijfers alleen niet afdoende zijn, aan de hand van de ervaringen in twee meer landelijke gemeenten. Juist ook de beleving van de bewoners helpt om dit brede begrip effectief invulling te geven.
Het denken in termen van ‘brede welvaart’ is de laatste jaren aan een gestage opmars bezig. Uit onze analyse van de gemeentelijke coalitieakkoorden uit 2022 blijkt dat circa 25 procent van de gemeenten in Nederland er in hun huidige akkoord aandacht aan besteedt.
Zowel stedelijke als landelijke gemeenten hebben het concept inmiddels omarmd. Nog altijd is er echter volop discussie over de kansen en risico’s van het ‘brede welvaart denken’, over de beste (en slechtste) manieren om het meetbaar te maken, en over hoe je het als afwegingskader kan integreren in je gemeentelijke organisatie. De betekenis die aan brede welvaart gegeven wordt en de manier waarop het in beleid wordt verankerd, is bovendien sterk afhankelijk van de geografische context. In stedelijke gemeenten kan brede welvaart namelijk anders geïnterpreteerd en ervaren worden dan in het landelijk gebied. En ook de beweegredenen om met brede welvaart aan de slag te gaan, is sterk afhankelijk van de lokale en regionale context. Twee gemeenten vertellen meer over hoe zij inhoud en invulling geven aan brede welvaart.
Brede welvaartsmonitor in Midden-Groningen
In de provincie Groningen wordt vooral gefocust op het wegwerken en ombuigen van achterstanden. Yolanda van Doeveren (programmadirecteur Nationaal Programma Groningen vanuit de gemeente Midden-Groningen) licht toe: “In dit gebied is sprake van een stapeling van uitdagingen op het gebied van intergenerationele armoede, huisvesting, bereikbaarheid en het voorzieningenniveau. Op de meeste sociaaleconomische indicatoren scoort de regio slechter dan het Nederlandse gemiddelde. Daarbovenop hebben de aardbevingen van de afgelopen jaren het imago van het gebied geen goed heeft gedaan. In 2019 is daarom het Nationaal Programma Groningen gelanceerd. Een van de ambities van dit programma is om de brede welvaart in de Groningse regio’s te verbeteren.”
Om de voortgang van deze ambities te monitoren is een uitgebreid meerjarig onderzoek opgezet. Een consortium van regionale kennisinstellingen is in 2021 begonnen met een nulmeting van brede welvaartsindicatoren. Iedere Groningse gemeente wordt daarbij systematisch vergeleken met een aantal referentiegemeenten in Nederland, die vergelijkbaar zijn (onder andere aantal inwoners en mate van verstedelijking).
De gegevens worden vervolgens lokaal uitgesplitst en gepresenteerd, waardoor ook trends en verschuivingen op gemeentelijk niveau zichtbaar worden. Ieder jaar worden dezelfde indicatoren opnieuw gemonitord, vergeleken en geduid. Deze duiding vindt, naast regelmatige bespreking in een interne werkgroep, plaats via het ‘Groninger (burger)panel’. Dit panel bestaat uit ruim 7.000 panelleden en een afspiegeling vormt van de Groninger bevolking van 18 jaar en ouder. Dit geeft inzicht in welke aspecten van brede welvaart volgens bewoners het meest cruciaal zijn voor een fijn leven, en hoe dit onderling verschilt.
Verschillende methoden, verschillende inzichten
Door kwantitatieve en kwalitatieve methoden te combineren en zowel te kijken naar absolute en relatieve ontwikkelingen, levert dit geheel aan gegevens een rijk en gelaagd beeld op. Soms is er sprake van tegenstrijdigheden. Een voorbeeld hiervan is de beleving van het Groninger landschap: de rust, ruimte en weidsheid hiervan wordt sterk gewaardeerd. Tegelijkertijd wijkt Groningen op gerelateerde indicatoren (uitstoot broeikasemissies, oppervlakte natuurgebied) negatief af van het landelijke gemiddelde.
Ook in het veiligheidsdomein is er sprake van een paradox: terwijl de statistieken een positieve ontwikkeling laten zien, blijkt uit het burgerpanel dat men zich juist steeds onveiliger is gaan voelen. Dergelijke contradicties tonen aan dat ook de percepties van brede welvaart zowel situatie- en contextafhankelijk zijn. Zelfs bij een uitgebreide, hybride en longitudinale manier van meten blijft het dus zo dat er voorzichtig moet worden omgesprongen met generaliserende conclusies.
‘Siddeburen, Groningen’ door INTREEGUE Photography (bron: shutterstock)
Daarnaast is het belangrijk te beseffen dat het monitoren van brede welvaart niet zomaar inzichten oplevert in causaliteitsrelaties. Dit is soms lastig voor bestuurders, die veelal worden afgerekend op korte termijnresultaten en om die reden graag willen horen dat “maatregel X een aantoonbaar effect Y oplevert.” Hoe ga je daar in de wisselwerking tussen onderzoeker, ambtenaar en bestuurder mee om?
Koerswijziging van Hollands Kroon
Robert Leever is sinds 2022 wethouder Economie en Brede Welvaart in de Noord-Hollandse gemeente Hollands Kroon. Hij vertelt hoe het nieuwe college besloot om het roer om te gooien met betrekking tot met name het economische vestigingsbeleid. In de afgelopen twee decennia accommodeerde de gemeente tal van economische activiteiten waarvan na verloop van tijd de negatieve externe effecten groter bleken dan de economisch-maatschappelijke meerwaarde. Voorbeelden zijn de sterk van arbeidsmigranten afhankelijke glas- en tuinbouw, maar ook de horizonbepalende windparken en datacentra. Naast de constatering dat een laissez-faire-houding ten aanzien van de markt in dit geval ‘landschapspijn’ heeft opgeleverd, ontstond ook steeds meer het gevoel dat de regio een afvoerputje voor nationale opgaven werd.
Het nieuwe bestuursakkoord besteedt daarom prominent aandacht aan brede welvaart, vooral wanneer het gaat om afwegingscriteria in de ruimtelijke ordening en economie. Een concreet voorbeeld hiervan is dat economische activiteiten kritischer worden doordacht dan vroeger. Het bredere scala aan (toekomstige) consequenties op het gebied van huisvesting, milieu en de druk op (energie)voorzieningen wordt meegewogen bij ruimtelijke keuzes.
Om hier inzicht in te krijgen heeft de gemeente een inspiratiekader voor brede welvaart ontwikkeld. Het doel hiervan is om vooral het gesprek aan te gaan met verschillende stakeholders, en vanuit een breder perspectief naar ontwikkelingen en (on)mogelijkheden te kijken. Dit geeft vervolgens handvatten voor een handelingsperspectief. De wethouder benadrukt dat gevoelens en interacties in deze procedures belangrijker zijn dan de statistische analyse.
Monitor én ga in gesprek
Het lijkt erop dat gemeenten in hun brede welvaart-aanpak op moeten zoek gaan naar een ‘onderbouwd pragmatisme’. Dit wil zeggen dat het monitoren van brede welvaartsindicatoren interessante en nuttige inzichten oplevert, maar dat het vervolgens cruciaal is om hierover in gesprek te gaan met burgers, raadsleden en overige betrokken maatschappelijke actoren. Er is een intelligente koppeling nodig tussen de ‘harde cijfers’ en de ‘ervaren gevoelens.’ De daadwerkelijke beleving van brede welvaart kan namelijk sterk afwijken van gemiddelde waarden. Bovendien bestaan er altijd grote verschillen tussen individuen, groepen en dorpen.
Inspiratiekaders voor bestuurlijke afwegingen op het gebied van brede welvaart kunnen losstaan van dergelijke onderzoeken. Hierbij is het vooral van belang om de lange-termijn-impact van een bepaalde ontwikkeling op diverse indicatoren te toetsen. De gemeente Hollands Kroon heeft die toetsing op basis van een fictieve casus gedaan. Zij heeft de ambitie om deze benadering breed in de organisatie te verankeren.
Dit artikel is eerder verschenen op Platform31
Cover: ‘Landelijk landschap in Nederland’ door Menno van der Haven (bron: Shutterstock)