Opinie Het is de droom van elke bestuurder: burgers die ten stadhuize komen melden dat ze graag de een of andere publieke taak voor hun rekening nemen. Maar de financiële risico's die dat met zich meebrengt worden onderschat.
Geef gemeente meer ruimte voor buffer door eigen inkomsten
Of het nu gaat om groenonderhoud of een energieproject, gemeenten hebben de afgelopen jaren kennisgemaakt met dergelijke initiatieven. De initiatiefrijke burger loopt nogal eens tegen een argwanend bestuur op; decennia burgerparticipatie en interactieve beleidsvorming ginge uit van meedoen, niet zelf doen.
Tegelijk zijn bestuurders blij. De gebraden hanen van de particuliere taakverlichting komen de hongerige kelen van gemeente op een juist moment binnengevlogen. De uitkering uit het gemeentefonds daalt, decentralisaties gaan samen met bezuinigingen, de kosten van de bijstand stijgen en het gemeentelijk grondbedrijf is niet langer een vaste inkomstenbron, maar een verlieslatende activiteit.
De waarde van 'vermaatschappelijking', de verzamelterm voor de trend, moet vooral gezien worden in niet-financiële termen; het is de vraag of een andere taakverdeling tussen publiek en particulier structureel minder beslag legt op publieke middelen. Minder sturing op publieke taken houdt meer risico's in: gaat er iets fout, dan is de reflex nog altijd: Wat gaat de wethouder daar aan doen? Risicomanagement is nog volop in ontwikkeling, terwijl de acceptatie van de risico's van initiatiefrijk opererende gemeenten minimaal is.
Sinds het lokaal bestuur zichzelf uitriep tot eerste overheid, is daar door het Rijk enthousiast op gereageerd met een decentralisatieagenda die haar weerga niet kent. Na de welzijns- en ondersteuningstaken die aan gemeenten werden overgedragen, zijn nu taken op het gebied van jeugd, werk, en zorg en AWBZ onderweg.
Decentralisaties zijn, met de trend van vermaatschappelijking, een bron van risico en dat is op zichzelf geen probleem. Veel ernstiger is het structurele gebrek aan aandacht voor die risico's, te meer daar die maatschappijbreed niet worden aanvaard. Aandacht voor die risico's draagt bij aan een beperking ervan; het noodzaakt tot een besluitvorming waarin ook de effecten van publieke pech worden meegewogen.
Door de crisis is versneld zichtbaar geworden dat ook overheden reële risico's lopen, die uiteindelijk neerslaan bij burgers, meestal in financiële termen. Denk aan de tekorten bij de gemeentelijke grondbedrijven. Ook zijn risico's richting overheden weggeorganiseerd door garantstellingen of deelnemingen in samenwerkingsconstructies.
De pech moet weg, maar waarheen als ook de gemeente geen middelen heeft om een handje te helpen? Nog steeds mogen gemeenten niet voorzien in meer eigen inkomsten, bijvoorbeeld door een vergroot eigen belastinggebied. Eigen inkomsten zijn een adequaat middel om voorzieningen in stand te houden en een buffer te vormen voor tegenslag.
Risico's van overheden - publieke pech - zijn een realiteit en een constante bij elk overheidsoptreden en verdienen alle aandacht. Niet om tegen elke prijs alle onheil te willen afdekken, wel om evenwicht aan te brengen tussen het te lopen risico en maatregelen om de kans hierop te beperken.
Het regeerakkoord 2012 noodzaakt tot een nieuw risicoparadigma dat niet alleen tegemoetkomt aan de veranderde verhoudingen tussen privaat en publiek, maar ook aan de nieuwe verantwoordelijkheden van het lokaal bestuur.
Cover: ‘Participatie’ door Desizned (bron: shutterstock.com)