2015.06.08_Circulair met stadswarmte_C

Circulair met stadswarmte

8 juni 2015

6 minuten

Persoonlijk Bij gebiedsontwikkeling staan vooral zonnepanelen en windmolens in de schijnwerpers als groene energiebronnen. Voor stadswarmte is veel minder aandacht. Terecht, of zijn warmtenetten juist een onmisbare schakel in de transitie van gasgestookte ketels naar een duurzame, circulaire warmtevoorziening? Drie experts delen hun mening.

Energie die wordt opgewekt met zonnecollectoren en windmolens staat te boek als duurzaam. De ondergrondse pijpleidingen van stadswarmtenetten roepen daarentegen niet meteen groene associaties op. Toch levert het gebruik van restwarmte milieuwinst op, bijvoorbeeld als het gaat om vermindering van de CO2-uitstoot. Sterker nog, pleitbezorgers van stadswarmte zien de warmtenetten als een duurzame basisinfrastructuur voor onze toekomstige energiehuishouding. Vooralsnog kampt stadswarmte met een imagoprobleem. Drie kwesties onder de loep.

Restwarmte: duurzaam alternatief voor gas?

De warmte die vrijkomt bij afvalverbranders, elektriciteitscentrales en datacentra nuttig gebruiken – en niet zomaar laten wegkoelen via water of lucht. Dat is een van de duurzaamheidsclaims van stadswarmtenetwerken, die woningen en bedrijfspanden met restwarmte kunnen voorzien van warm water en ruimteverwarming. Met de recent gelanceerde Warmtevisie wil minister Kamp van Economische Zaken het gebruik van (rest)warmte een prominente rol geven in de energievoorzieningen in Nederland. Niet simpelweg uit duurzaamheidsoverwegingen, maar ook om onze afhankelijkheid van Gronings en Russisch gas te verminderen.

“In een aantal gevallen biedt stadswarmte goede oplossingen, want er is veel warmte – met name uit de industrie – die we op een zinnige manier kunnen gebruiken”, zegt onafhankelijk milieu- en energiedeskundige Teus van Eck. “Je kunt wel vraagtekens plaatsen bij de lange termijn houdbaarheid van de warmtebronnen van afvalverbranders, zoals die worden ingezet bij bijvoorbeeld Nijmegen, Amsterdam en Rotterdam. We importeren nu al afval om dit soort centrales continu te kunnen laten draaien. En afval over grote afstanden versjouwen, is natuurlijk geen duurzame oplossing.”

“Stadswarmte is een belangrijk onderdeel in de transitie naar een duurzame energievoorziening, omdat er nog zo’n groot aandeel warmte weggegooid wordt”, vindt senior onderzoeker en adviseur Benno Schepers van CE Delft. “Maar stadswarmte klinkt een stuk minder sexy dan zonnepanelen en windturbines. En Nederland is echt een gasland. Voor warmte is structureel minder aandacht.” Die beperkte belangstelling is opmerkelijk gezien het brede palet aan – vaak innovatieve – technieken die beschikbaar zijn voor onze warmtevoorziening: van warmtekoude-opslag tot geothermie.

“We zijn nu afhankelijk van gas en op een gegeven moment houdt dat gewoon op”, zegt Alexander van Ofwegen, directeur Warmte van Nuon. Hij verwacht dat de Warmtevisie kansen biedt om het gebruik van stadswarmte een impuls te geven. “De gasinfrastructuur in Nederland dateert van vlak na de oorlog. Dat roept de vraag op: gaan we investeren in de modernisering van de gasinfrastructuur, of in de aanleg en uitbreiding van warmtenetwerken? Vooral in grootstedelijke gebieden is die vraag urgent, want als we daar in 2030 geen gas meer hebben, is het noodzakelijk om nu al plannen te maken voor een alternatieve infrastructuur.”

Stadswarmte: in heel Nederland?

Zijn de acht miljoen woningen in Nederland dan over een paar decennia allemaal aangesloten op het warmtenet? Benno Schepers van CE Delft denkt van niet. Met name gezien de huidige trend in nulenergiewoningen. Dat soort woningen heeft door de invoering van energiebesparende maatregelen en de eigenstandige opwekking van energie, zoals zonnepanelen, nauwelijks externe energie- en warmtetoevoer nodig. “Vooral rijtjeshuizen uit de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw – en nieuwbouwprojecten – zijn geschikt om nulopdemeterwoning te worden.” Voor de grofweg vier miljoen huishoudens die dat niet zijn, kan stadswarmte in principe uitkomst bieden om de energierekening te verlagen en duurzaamheidsprestaties te verbeteren.

Maar niet op alle locaties in Nederland is stadswarmte een reële optie, benadrukt energie- en milieudeskundige Van Eck. “Amsterdam, Rotterdam, Purmerend en de stadsregio Arnhem-Nijmegen zijn de meest voor de hand liggende plekken: daar is restwarmte beschikbaar en bestaat veel vraag naar warmte, zowel voor woningen als voor andere gebouwen en de industrie. Om stadswarmte rendabel te maken, is nu eenmaal een grote warmtevraag in een relatief klein gebied nodig.” Om die reden is het nog maar de vraag of voor de restwarmte van datacentra, zoals die van Google in Delfzijl, altijd een zinnige bestemming gevonden kan worden. “Op zulke locaties kan restwarmte alleen nuttig gebruikt worden door de bestaande woningen en panden in de directe omgeving aan te sluiten op het stadswarmtenetwerk. Maar een verplichting daartoe ligt lastig.” Zulke verplichtingen zullen er niet zo snel komen, denkt Benno Schepers van CE Delft. “Gemeenten kunnen wel lokaal afspraken maken over een verplichte aansluiting van nieuwbouwprojecten op het stadswarmtenet. In Amsterdam en Rotterdam gebeurt dat al jaren. Om zo’n verplichting ook voor de bestaande bouw mogelijk te maken, is bemoeienis van de rijksoverheid nodig.” Zelfs de recente Warmtevisie bevat geen signalen dat de overheid hiervoor plannen heeft.

Pleitbezorgers van stadswarmte erkennen dat de uitbreiding van warmtenetten momenteel vooral voor de hand ligt in nieuwbouwprojecten en dichtbevolkte regio’s. Van Ofwegen: “In stedelijke gebieden is het efficiënt gebruik van restwarmte goed mogelijk, omdat de klant dan dichtbij de bron zit en de infrastructuur dus relatief goedkoop is. Bovendien past stadswarmte binnen de klimaat- en energieplannen van grote gemeenten zoals Amsterdam, Rotterdam en Nijmegen.” In de Amsterdamse buurt Buiksloterham is het lokale warmtenet bijvoorbeeld onderdeel van de transformatie van het voormalige industrieterrein tot een duurzaam woon- en werkgebied – met als doel de wijk te laten uitgroeien tot een koploper in circulaire stadsontwikkeling.

Warmtenetten: infrastructuur voor de toekomst?

Een miljoen. Dat is volgens TNO het aantal Nederlandse woningen dat kan worden voorzien van warm water en verwarming vanuit restwarmte. “Maar laten we niet vergeten dat we nu zo veel energie verbruiken dat we echt naar besparingen toe moeten”, zegt energie- en milieudeskundige Van Eck. “Pas als we het energieverbruik verminderen, ontstaan kansen voor duurzaamheid. Alles met restwarmte of geothermie willen oplossen, is gekkenwerk.” Bovendien is geothermie nog volop in ontwikkeling: de diepteboringen naar warmte, die bijvoorbeeld in het Westland op stapel staan, zijn kostbaar en risicovol.

Van Eck vreest bovendien dat de positieve pers waarop restwarmte de laatste tijd kan rekenen, ten koste gaat van aandacht voor besparingsmaatregelen. “Stadswarmte mag naar mijn idee nooit een excuus zijn om niets aan energiebesparing te doen. Want met besparen is meer milieuwinst te boeken dan met de inzet van restwarmte of welke andere energiebron dan ook. De ontwikkeling van een stadswarmtenetwerk vraagt letterlijk jaren aan investeringen – besparen kan morgen al.”

“Naarmate het warmtenet groeit, kunnen er nieuwe, duurzame bronnen aan worden toegevoegd. Zoals van biomassa- en biogascentrales, en zelfs zonnecollectoren”, reageert Nuon-directeur Van Ofwegen. In Almere zijn op het zogenoemde Zoneiland 520 zonnecollectoren geplaatst, die via het stadswarmtenetwerk 2.700 woningen in de nabijgelegen nieuwbouwwijk Noorderplassen-West van warmte voorzien. Bovendien zijn er volop lokale innovaties die nieuwe mogelijkheden bieden om duurzame bronnen aan warmtenetten te koppelen. “In de Amsterdamse wijk Houthavens wordt geëxperimenteerd met uiteenlopende technieken om woningen CO2-neutraal te maken. Van zonnepanelen tot warmtekoudeopslag.”

Lees verder


Cover: ‘2015.06.08_Circulair met stadswarmte_C’


Portret - Lynsey Dubbeld

Door Lynsey Dubbeld

Trend analyst en schrijver


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024