Verslag Vrijdag 5 oktober 2012 presenteerde The Why Factory (faculteit Bouwkunde TU Delft) het zesde boek in de Future Cities serie: ‘City Shock’. Een boek over de rol van angst en onvoorspelbaarheid in stedelijke planning. Stedelijke planning wordt vandaag de dag vooral beheerst door angst in plaats van visie. Angst voor rampen, angst voor veranderingen en angst voor het onbekende. ‘City Shock’ toont dat in een wereld waarin verwachtingen vergeefs, voorspellingen onbetrouwbaar en de meest absurde scenario’s plausibel zijn.
Nieuw boek van The Why Factory over angst en onvoorspelbaarheid in planning
Het boek ‘City Shock’ zinspeelt op de vraag: kunnen we van deze angst wellicht ook leren of haar zelfs inzetten als instrument in stedelijke planning? Het boek onderzoekt tien radicale potentiële trendbreuken en de mogelijke effecten en verkent zo onschuldige ‘what ifs’.
Meer geleid door fantasie dan door wetenschap focust het boek op hoe deze scenario’s een rol kunnen spelen in het Nederlandse landschap tussen 2018 en 2047. In het boek zien we (on)mogelijke of (on)waarschijnlijke krantenkoppen en fictieve nieuwsartikelen die de fictieve gebeurtenissen beschrijven. Zo komen mogelijke oorzaken en consequenties van deze scenario’s voor de Nederlandse ruimtelijke planning en lifestyle aan het licht.
De studenten, die de scenario’s verkenden, hebben het extreme niet geschuwd, met verkenningen op het gebied van o.a. klimaat, economie en politiek. Denk aan een stop van de zoncyclus, die zou leiden tot een daling van de zeespiegel. Het boek toont een droogstaand Venetië als gevolg. En wat als jongeren, voor wie het momenteel moeilijk is om een baan te vinden, nu pensioneren, en pas kantoorwerk gaan doen als ze fysiek beperkter zijn en genoeg van de wereld hebben gezien? Rotterdam zou wemelen van de jong gepensioneerden, met een ‘permanente leisureceultuur’. Ook verkend: het legaliseren van de drugsproductie, waardoor ‘groene daken’ in Amsterdam een geheel nieuwe betekenis krijgen.
Het boek bevat essays van Winy Maas en Felix Madrazo over de effecten van schokkend nieuws op planning en de mogelijkheden die dit biedt. Verder bevat het boek interviews met sleutelfiguren op het gebied van planning en ontwerp, zoals Deyan Sudjic (directeur Design Museum, Londen), Ole Bouman (voormalig directeur NAi), Robert Bood (partner Fairsights), Henk Ovink (Directeur Ruimtelijke Ontwikkeling, ministerie van IenM), Albert van der Horst & Wouter Vermeulen (Centraal Planbureau).
Agenda voor verandering
Na de boekpresentatie discussieerden Henk Ovink en Winy Maas onder leiding van Felix Madrazo over de vraag in hoeverre ruimtelijke planning in de huidige situatie, en binnen de Europese en Nederlandse context, kan reageren op het onverwachte.
‘City Shock - Afbeelding 1’
Madrazo ondervond aan den lijve dat we niet alles kunnen plannen, toen op zijn eerste werkdag aan de TU de faculteit Bouwkunde afbrandde. Maar planning gebaseerd op bescherming tegen gevaar is diepgeworteld in Nederland. Deels is dat noodzakelijk; wonen ‘onder zeeniveau’ veronderstelt immers restrictieve maatregelen. Volgens Ovink en Maas spelen echter ook angst voor verandering en het ‘Calimero-effect’ ons parten. Ovink: ‘Om internationaal toonaangevend te zijn, heeft Nederland meer dapperheid nodig.’ Hoe kunnen we verandering doorvoeren en de inertie in Nederland doorbreken? Komt dit aan op politieke ambitie, het aangrijpen van een grote crisis (zoals Merkel deed met de kernramp in Japan) of initiatieven vanuit de samenleving?
Maas: ‘De inertie in Nederland is groter dan ooit. We hebben last van het ‘Calimero-effect’, dat mede wordt veroorzaakt door een gevoel van intimidatie door de EU.’ Maas mist een radicalere benadering van de crisis in de politiek. In Nederland en de EU draait het vooral om korte-termijn repareeracties, maar zijn er geen radicale projecten in reactie op de crisis.
Ovink noemt twee oorzaken van deze inertie: de gematigde Nederlandse cultuur en de veelheid aan elkaar verwante crises die tegelijkertijd spelen. ‘Het omarmen van de crisis zou leiden tot radicale verandering. Maar mensen hebben weerstand tegen ingrijpende verandering. En radicaliteit zit niet in onze cultuur. Dat is er één van bescheiden en gematigdheid, dus wordt de crisis ook zo benaderd.’ Daarnaast is er sprake van een veelheid aan crises, en een veelheid aan reacties daarop. Hierdoor zie je door de bomen het bos niet meer, wat inertie veroorzaakt. ‘Het is wat dat betreft goed dat er geen derde partij bij het op handen zijnde kabinet betrokken is, voor helderheid in Nederlandse regering.’
Om verandering te bewerkstelligen, zijn spanning en een gevoel van urgentie nodig. Dat illustreert het advies van de Commissie-Veerman uit 2008 voor duurzame kustontwikkeling: de urgentie werd aangetoond, maar het advies was een strategie voor honderd jaar. Ovink: dat werkt een reactie in de hand van ‘het kan ook in 90 jaar en dus kunnen we nu nog 10 jaar wachten.’ Het visualiseren van scenario’s, zoals in City Shock, helpen om scenario’s tastbaar te maken, vindt hij.
Ovink wijst op het belang van het vasthouden van ambitie in tijden van crisis. ‘Het risico van vele ‘kleine crises’, is dat beleid enkel reactief wordt in plaats van gestuurd door een idee over de toekomst. Het ‘voordeel’ van een grote crisis is dat je de hoofdzaak weer ziet.’ Een voorbeeld is de radicale strategieverandering van Merkel in Duitsland na de kernramp in Japan, om te stoppen met kernenergie. Deze strategie was er al voor de kernramp, maar deze ramp werd ‘op briljante wijze’ aangegrepen en er werd snel naar gehandeld. Door politieke ruggesteun werd de kernenergielobby getackeld. De ramp vormde dus niet de aanleiding, maar dat werd wel zo gepresenteerd.
‘Maar het ligt niet zwart-wit. Ik stel uiteraard niet dat we een grote crisis nodig hebben, maar wel ambitie en toekomstvisie.’ Madrazo beaamt: ‘Verandering moet niet alleen ‘rampgestuurd’ tot stand komen, er is ook een agenda nodig voor verandering.’ Ovink: ‘Die ambitie is zaak van zowel politiek als maatschappij. Ook partijen in het veld (waaronder het bedrijfsleven) dragen hierin verantwoordelijkheid. ‘Don’t blame politics.’
Madrazo: ‘Is het probleem in Nederland niet dat fysieke en sociaaleconomische interventies nog steeds plangestuurd, vanuit de lange termijn worden benaderd?’ Ovink is het daarmee oneens: ‘Conflictverkenning en actie-reactie zijn ook onderdeel van langetermijnplanning. Een langetermijnstrategie blijft nodig. Enkel reactieve planning in plaats van planning vanuit een toekomstvisie is defensief en daarmee niet duurzaam. We moeten het handelen naar de economische situatie combineren met handelen vanuit maatschappelijke ambitie.’
Ovink vat samen dat we op drie niveaus moeten bouwen. Ten eerste via de (middel)langetermijnstrategie. Ten tweede is er ruimte nodig voor maatschappelijke discussie en conflicten. Ovink: ‘Niet zozeer de technologie is moeilijk voorspelbaar, maar hoe de maatschappij erop reageert.’ En ten slotte zijn innovatie, inspiratie en (extremere) verkenningen nodig. Aan die derde categorie levert dit boek een bijdrage. Ovink: ‘Als je een grote ambitie hebt, is brede scenarioverkenning nodig. Niet vanwege angst, maar om die ambitie te verwezenlijken.’
Veiligheid, bijvoorbeeld in het kader van het Deltaprogramma, en innovatie zouden volgens Ovink samen moeten gaan. Hij pleit voor een vorm van ruimtelijke planning die niet alleen restrictief is, maar die klimatologische aspecten aan de voorkant meeneemt, waardoor innovatie ontstaat. ‘En bedenk dat veiligheid relatief is. Zo is er in de Randstad geen enkele autoweg zonder tunnel. Dus bij een grote overstroming kun je beter op deze oranje tribune klimmen dan met de auto de Randstad proberen uit te komen.’ En dit is nou juist het helicopterview-denken dat Maas met het boek wil stimuleren.
Meer informatie
City Shock: Planning the Unexpected. Winy Maas, Felix Madrazo, The Why Factory e.a. NAi Uitgevers, Rotterdam 2012.
City Shock is het zesde boek in de NAi010 Uitgevers gepubliceerde Future Cities serie, na Visionary Cities, The Why Factor(y) and the Future City, Green Dream, Vertical Village and Hong Kong Fantasies.
Neem voor meer informatie contact op met de PR-afdeling van The Why Factory: pr@thewhyfactory.com Website The Why Factory
The Why Factory is een denktank opgericht door de faculteit Bouwkunde TU Delft en MVRDV. Naast onderzoek verzorgt The Why Factory ook master studio’s in de master track Architecture van de masteropleiding ‘Architecture, Urbanism and Building Sciences van de TU Delft.