Interview In het kader van het onderzoeksprogramma Red&Blue gaf Deltacommissaris Co Verdaas onlangs zijn visie op het waterbeheer in Nederland, dat steeds meer onder een vergrootglas ligt. Nederland heeft veel te doen, of het nu de waterkwaliteit, de kwantiteit of de veiligheid betreft. Waarbij de grenzen van de technische maakbaarheid in zicht komen.
De waterwereld zit vol tegenstrijdigheden. Soms hebben we te maken met te veel water, dan weer met te weinig water. We zijn gewend aan schoon drinkwater uit de kraan. Tegelijkertijd kampen we met slechte waterkwaliteit van de oppervlaktewateren. Waar ziet u de grootste uitdagingen?
“We moeten op een klimaatrobuuste en in de toekomst volhoudbare manier met al die uitdagingen zien om te gaan. De extremen van vandaag zijn het normaal van de toekomst. Eeuwenlang hebben we deze uitdagingen kunnen oplossen met steeds meer inzet van technologie. Daar is de Nederlandse watersector wereldkampioen in. Maar we lopen tegen de grenzen aan. We zullen technologie altijd nodig hebben, maar we lossen het niet meer alleen met technologie op. Om de rampen van de toekomst voor te zijn, moeten we het anders gaan doen. Niet omdat we het niet goed hebben gedaan, maar omdat het gewoon niet meer alle antwoorden biedt. Dit besef is gaandeweg breed geland. Ook in de watersector.”
In het Deltaprogramma 2025 luidt een van uw adviezen: geef water de ruimte. U benadrukt daarbij dat water steeds meer een ruimtelijk vraagstuk is. Ruimtelijke ordening kan op verschillende principes worden gebaseerd. Welke principes zouden volgens u ten grondslag moeten liggen aan de inrichting van Nederland, en wat is de rol van water daarin?
“Ik ben als planoloog met de lagenbenadering opgegroeid en opgeleid. Met de lagenbenadering geef je je rekenschap van het natuurlijke systeem en de ruimtelijke ontwikkelingen daarop. Wat in de watersector nu 'Water en Bodem Sturend’ heet, is een inzicht dat we eigenlijk al heel lang hebben. We hoefden er alleen niet altijd rekening mee te houden, omdat we het met technologie konden oplossen. Nu we tegen de grenzen aanlopen is het belangrijk om ons goed rekenschap te geven van het water- en bodemsysteem en het veranderende klimaat van de toekomst.”
“Uiteindelijk is het een belangenafweging. Wat zijn acceptabele risico’s? Welke functies krijgen voorrang? Dat vergt ingrijpende keuzes. Mijn rol is om de plussen en minnen van die keuzes in beeld te brengen. Een taak die volgens mij ook bij de wetenschap hoort. Er is geen objectieve waarheid over hoe we Nederland ruimtelijk moeten ontwikkelen – dat is een politieke keuze. En daar ben ik blij om: het is wat mij betreft de kern van onze democratie.”
Met de kamerbrief ‘Water en Bodem Sturend’ gaf kabinet-Rutte IV een duidelijk signaal: het waterbelang moet een sturende rol spelen in de ruimtelijke ordening. Hoe wordt er door kabinet-Schoof I naar ‘water en bodem sturend’ gekeken?
“Ik ben blij dat water en bodem sturend op de agenda is gezet door het vorige kabinet. Het huidige kabinet zegt eigenlijk precies hetzelfde. Het gebruik van de woorden kan iets verschillen, maar de opdracht blijft hetzelfde: we moeten het goed doen voor toekomstige generaties.”
Sinds deze kamerbrief woeden er hevige discussies. Sommigen vinden dat het waterbelang te veel gewicht krijgt en de woningbouw bemoeilijkt. Anderen zijn van mening dat water eindelijk de aandacht in de ruimtelijke ordening krijgt die het altijd had moeten hebben. Hoe luistert u naar dit debat?
“We zijn met elkaar een bocht aan het nemen. Dat leidt tot discussies en gepiep en gekraak. Maar het komt er volgens mij op neer dat we vooruit moeten. We moeten voorkomen dat er ellende ontstaat omdat we onvoldoende rekening hebben gehouden met het klimaat van de toekomst. Dit is geen ideologische opvatting, maar een welbegrepen financiële en economische rationaliteit. Het is economisch best wel slim om te anticiperen op het toekomstige klimaat. Daarom moeten we ook de juiste woorden vinden om te communiceren met banken, investeerders en verzekeraars.”

‘Co Verdaas’ (bron: Phil Nijhuis)
In hoeverre staan de verstedelijkingsopgave en het idee van ‘Water en Bodem Sturend’ elkaar in de weg?
“Een derde van Nederland ligt onder de zeespiegel en twee derde is gevoelig voor overstromingen. De miljoen woningen worden overal in het land gebouwd, op de hoge zandgronden en in de polders in het westen. We moeten veel beter nadenken over hoe we bouwen. Als we in een diepe polder bouwen en die hevige bui valt, dan moet er genoeg ruimte zijn om water naartoe te laten stromen. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat we niet meer in de laaggelegen delen van Nederland gaan bouwen. Dan zet je in feite de Randstad op slot. We moeten dus heel goed nadenken over hoeveel ruimte er voor water nodig is om ellende te voorkomen.”
Er wordt momenteel nagedacht over de juridische verankering van de kamerbrief ‘Water en Bodem Sturend’, bijvoorbeeld over of en hoe we klimaatadaptief bouwen. Is juridische verankering volgens u noodzakelijk om water en bodem sturend door te laten werken naar ruimtelijke plannen voor gebiedsontwikkeling?
“Op dit moment vinden er belangrijke dialogen plaats tussen de nationale overheid en de decentrale overheden. Aan de ene kant stellen waterschappen, provincies en gemeenten hun eigen beleid en regelgeving op. Aan de andere kant is er een appèl om problemen op nationaal niveau aan te pakken. We moeten nadenken over wat behulpzaam is, ook wat betreft regeldruk. De markt vraagt zelf ook om een ambitieus generiek speelveld. Dat helpt voorkomen dat per project de discussie wordt gevoerd. We zijn op dit moment aan het uitzoeken wat nationaal kan worden vastgelegd en wat kan worden overgelaten aan lokaal en regionaal maatwerk. We zitten midden in die fase. Het is best wel een puzzel. Maar het antwoord in algemene zin: we moeten ambities concreet maken en borgen.”
Het is te gemakkelijk om te zeggen dat we niet meer in de laaggelegen delen van Nederland gaan bouwen
Er wordt veel gesproken over de rol van waterschappen in gebiedsontwikkeling. Wat is volgens u de rol die waterschappen zouden moeten spelen?
“Ik heb altijd gepleit, en dat doe ik nog steeds, voor rolvaste waterschappen. Maar mijn appèl is wel dat waterschappen onderdeel van de oplossing worden. De waterschappen zijn gebaat bij het in stand te houden en faciliteren van een robuust en volhoudbaar watersysteem. En daar horen ook noodzakelijke investeringen van de waterschappen bij. Uiteindelijk is de rol die ze spelen ook een politieke keuze van het bestuursorgaan van het waterschap. Een goede discussie om te voeren is of de wetgever de opdracht aan de waterschappen moet oprekken, zodat ze meer ruimte krijgen om actie te ondernemen.”
Meer ruimte voor water is een door u uitgesproken advies aan kabinet-Schoof I. Maar ruimte is schaars. Bovendien is veel ruimte in Nederland in privaat eigendom. Het eigendomsrecht is juridisch goed beschermd en als grondrecht vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het ontnemen of reguleren van eigendom kan met het oog op het algemeen belang. Hoe kijkt u naar de verhouding tussen het algemene belang en het individuele eigendomsrecht vanuit uw rol als Deltacommissaris?
“Het algemeen belang is een weging van verschillende maatschappelijke belangen, met ingrepen in de ruimte tot gevolg. Het ontnemen of reguleren van privaat eigendom is het laatste redmiddel. Maar uiteindelijk raak je op enig moment het private eigendom aan. Bijna elke centimeter in dit land is aangelegd, dus het kan niet anders. Maar de overheid moet er tijdig, transparant en op een correcte manier mee omgaan. En bedenk: overal waar nu wordt gewoond of gewerkt heeft ooit ook iemand plaats moeten maken voor het algemeen belang…”
De beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater adviseerde om de invoering van een verplicht waterlabel voor woningen en andere gebouwen te verkennen om het waterbewustzijn rond extreme neerslag en overstromingen bij de verkoop en koop van woningen te vergroten en handelingsperspectief te bieden. De banken ING, ABN Amro en de Rabobank kwamen met soortgelijk advies. Wat vindt u van zo’n waterlabel?
“Ik ben een groot voorstander van volstrekte transparantie als het gaat om de risico's die we lopen door hitte, water, funderingsproblemen en droogte, vooral in de context van een veranderend klimaat. Ik weet alleen niet of we de risico's meteen moeten vertalen in labels. Daar zitten nogal wat haken en ogen aan. De gevolgen van labels zijn niet bekend, althans, nog niet. Een mogelijk onbedoeld effect van labels is de afwaardering van vastgoed. Die afwaardering zou voor veel problemen kunnen zorgen.”

‘Hoge waterstand in Hoorn’ door Dylan Winter (bron: Shutterstock)
“Laten we ons voorlopig concentreren op het zo transparant mogelijk delen van informatie. Gelukkig wordt dit steeds makkelijker met apps en websites waar je heel veel informatie kan vinden over je eigen leefomgeving. Misschien dat we ooit een punt bereiken waarop we ervan overtuigd zijn dat de informatie goed te vertalen is in labels. Het is goed om te zien dat de banken en verzekeraars er actief mee bezig zijn en dat het bewustzijn groeit.”
Hoe beoordeelt u de huidige verdeling van kosten en baten voor klimaatadaptatie in gebiedsontwikkeling?
“Er hangt een kostenplaatje aan klimaatadaptatie. Als we niks doen dan zullen de kosten alleen maar toenemen. Gelijktijdig moeten we investeren in een toekomst die we nog niet volledig kennen. Toch zie ik daar veel beweging op. Ook bij banken, die in de kern zeggen: als de risico's te groot worden dan financieren we het niet meer. Uiteindelijk gaan er economische krachten werken die ons dwingen om verantwoord te handelen. We worden met de neus op de feiten gedrukt en in die zin hebben we geen keuze: we moeten aan de voorkant investeren. Dat vereist natuurlijk altijd een zorgvuldige afweging.”
‘In wezen is er niets nieuws onder de zon. De wereld verandert voortdurend en aanpassen aan veranderingen is iets wat we altijd gedaan hebben. Maar het gaat deze keer sneller en er is meer onzekerheid. Toch zit het in ons genetisch materiaal om ons aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Ik geloof dat we met een beetje gezond verstand en goede wil een heel eind komen. Ik kijk weleens tien jaar terug. Toen werd dit gesprek in een kleine kring gevoerd. Nu is het een breed maatschappelijk gesprek. Ik heb er vertrouwen in dat we over nog eens tien jaar veel meer bereikt zullen hebben.’
Het interview met Co Verdaas vond plaats in oktober 2024 en is eerder in het Engels verschenen.
Cover: ‘Deventer’ door Ton Hazewinkel (bron: shutterstock)