Opinie Hoogleraar gebiedsontwikkeling Co Verdaas trapt de serie ‘#crisiscollege’ af met een overzicht van alle dimensies die de coronapandemie raakt. Ook roept hij bezoekers op hun eigen vragen en inzichten te delen.
Corona raakt alles en iedereen. Hoe lang en ingrijpend dat is? Niemand die het weet. Ook aan gebiedsontwikkeling en de leerstoel gaat het virus niet onopgemerkt voorbij. Dat levert stevige dilemma’s op. Aan de ene kant is er de drive om zoveel als maar kan door te werken aan wat al in gang was gezet, alleen dan in digitale vorm. Aan de andere kant noopt de nieuwe werkelijkheid tot reflectie. Doemen nieuwe (kennis)vragen op die ook raken aan het werk van professionals in gebiedsontwikkeling - en dus aan het werk van SKG en de leerstoel? Onderstaande woorden zijn daarom vooral bedoeld als uitnodiging tot dialoog, juist omdat het laatste woord er voorlopig niet over gezegd zal zijn.
Denk mee over corona & gebiedsontwikkeling
In de serie ‘crisiscollege’ geven experts van binnen en buiten het vakgebied adviezen voor wat we kunnen leren van de corona-pandemie. Wilt u ook een gastbijdrage leveren voor deze serie? Neem dan contact met ons op (inclusief korte samenvatting van uw artikelidee) via redactie@gebiedsontwikkeling.nu, dan bespreken we graag de mogelijkheden!
Typische reacties
Zoals elke crisis levert ook het corona-virus een aantal typische en herkenbare reacties op. Twee reacties springen daarbij in het oog. Allereerst zie ik dat de uitdrukking ‘never waste a good crisis’ (vrij naar Churchill) voor sommigen een vrijbrief is om ongegeneerd te tamboeren op het eigen gelijk. De pleidooien variëren van het definitief dichtgooien van de grenzen via het stoppen met vliegen naar een verbod op de intensieve veehouderij.
Een tweede, heel menselijke reactie, is zoveel mogelijk door te gaan met alles waar we mee bezig zijn. Alleen de vorm verandert: in plaats van fysieke ontmoetingen vergaderen we in digitale vorm. Zo heeft het ministerie van BZK een noodwet voorbereid die het naar verwachting medio april mogelijk maakt dat bestuurlijk Nederland ook digitaal besluiten kan nemen, iets dat nu nog niet kan.
Rake dimensies
Wat dat betekent voor gebiedsontwikkeling? Ons vak is van de lange adem, inspelen op conjuncturele schommelingen, en adaptief kunnen omgaan met nieuwe wensen en behoefte. Definitieve antwoorden kunnen we daarom nog niet geven. Wel is het zaak stil te staan bij een aantal dimensies die ons vak gaan raken én ons af te vragen wat nodig is om te blijven werken aan de opgaven waar we voor staan.
1. Woningmarkt
Op korte termijn worden bouwers, ontwikkelaars, beleggers, overheden en woonconsumenten allen in meer of mindere mate geraakt door het virus. Gewoon, omdat mensen ziek worden, de inkomens van de huurders en kopers wegvallen, investeringen gaandeweg stilvallen, besluitvorming lastig wordt en nog niemand kan overzien wat de structurele effecten voor economie en samenleving zijn. Laten we proberen te leren van de vorige crisis, die in 2008 uitbrak, en bezien hoe we door de conjunctuur heen de continuïteit kunnen blijven borgen. Als we nu niet anticiperen op het dal dat komen gaat (hoe diep het ook is), dan weten we nu al dat rond 2023 de kranten wederom vol staan met berichten over de vastgelopen woningmarkt. De huidige terugval in vraag en aanbod is namelijk tijdelijk (tenzij het virus meer slachtoffers gaat maken dan in het meest gitzwarte scenario voor mogelijk is gehouden).
2. Digitalisering
Als de huidige situatie iets duidelijk maakt, is dat we meer dan ooit afhankelijk zijn geworden van digitale technologie. Laten we deze periode benutten om ook te bezien wat de nieuwe standaard moet worden van digitale technologie in (nieuw te bouwen) woningen en steden. Er zal altijd behoefte blijven aan fysieke ontmoetingen, maar als we de digitale mogelijkheden naar een hoger plan tillen, is er wellicht in de toekomst meer variatie en maatwerk mogelijk. Veel zaken blijken prima te kunnen met digitale technieken. Ik ben benieuwd of en hoe dit de gebiedsontwikkelingen van de toekomst gaat raken en bijvoorbeeld de introductie van 5G gaat versnellen.
3. Openbare ruimte
Het corona-virus maakt meer dan ooit helder hoezeer de directe omgeving van invloed is op je welzijn. Natuurlijk is een langdurige gedwongen quarantaine geen reguliere maatschappelijke realiteit (laten we dat in ieder geval hopen). Maar toch: het maakt nogal wat uit of je in een ontspannen groene omgeving woont of ‘opgesloten’ bent in een stedelijke omgeving met relatief weinig buitenruimte. Daarmee zeg ik niet dat we moeten stoppen met binnenstedelijke herstructurering. Wel is het een pleidooi om de maatschappelijke kosten en baten in een breder perspectief te zetten. Er is genoeg onderzoek dat laat zien dat een ontspannen en groene omgeving baten genereert, maar dat we die we in de planexploitatie zelden meenemen.
4. Financiën
Het is evident dat de coronacrisis financiële repercussies heeft. Ook hier geldt dat onzekerheid troef is. Mogen we over een aantal weken alweer terug naar normaal, of gaat het nog een jaar duren? Hoe het ook uitpakt, meer dan ooit zal duidelijk worden dat het zaak is opgaven zoveel mogelijk in samenhang te bezien, private en publieke investeringen te bundelen, en te werken vanuit een samenhangend perspectief. We kunnen het ons eenvoudigweg niet langer permitteren om de beschikbare middelen versnipperd in te zetten. Dat is de positieve kant van de nieuwe schaarste. De leerstoel zet hier al vol op in, en dit thema zal enkel aan urgentie winnen.
5. Maatschappelijke orde
Of en hoe structureel de huidige crisis de maatschappelijke orde gaat beïnvloeden: het is prematuur om hierover te speculeren. Het valt niet uit te sluiten dat, zodra het virus onder controle is, we zo spoedig mogelijke terugveren naar hoe het voor het virus was. Aan de andere kant kan de crisis ertoe leiden dat de overheid voorlopig nog even ‘in control’ blijft en de samenleving dat meer dan voorheen accepteert. Waarschijnlijk is de werkelijkheid die volgt een combinatie van beide. Hoe dan ook volgen we vanuit de leerstoel deze herordening van de maatschappelijke orde, inclusief de interessante inzichten die daarbij ontstaan, en hoe dit de sturing van de inrichting van Nederland beïnvloedt.
6. Hernieuwde energie
Als de concrete aanleiding eenmaal achter de rug is, roept een crisis vaak een tegenreactie op. In dit geval betekent dat hernieuwde energie om te bouwen en te ondernemen. Dat biedt kansen voor gebiedsontwikkelingen. Wat eerder lastig of onmogelijk leek, kan in het post-corona tijdperk wel eens op een ander onthaal rekenen, juist omdat we de crisis achter ons willen laten.
7. Daadkracht en creativiteit
Als de crisis één ding duidelijk maakt, is dat ons land overloopt van daadkracht en creativiteit als de situatie erom vraagt. Dat is een les die we moeten koesteren en die hopelijk beklijft. Nederland is een coalitieland, en daar zitten veel goede kanten aan. We houden altijd rekening met minderheden en hun belangen, we mitigeren extremen, en zorgen zo voor continuïteit. De keerzijde is dat de aanpak van vraagstukken waar we voor de crisis druk mee waren (stikstof, PFAS, CO2-reductie, klimaatadaptatie, bereikbaarheid, woningmarkt, et cetera) stroperig verloopt en niet de gevraagde richting en daadkracht oplevert. Dat is geen verwijt, maar een constatering.
Voor nu wens ik u allen vooral veel gezondheid toe. We vernemen graag welke vragen zich in uw praktijk door het corona-virus opdringen. In dialoog kunnen we sneller de antwoorden vinden.
Cover: Illustratie door Ineke Lammers
Cover: ‘Cover crisiscolleges corona’ door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)