2013.09.04_corporatie van de toekomst_180

Corporatie van de toekomst is herkenbaar en dienstbaar

4 september 2013

2 minuten

Verslag Na jaren van onenigheid en bij gebrek aan een duidelijk profiel is het hoog tijd om met elkaar een nieuwe start te maken. “We moeten voor onze huurders en stakeholders weer herkenbaar worden”, aldus voorzitter Marien de Langen van De Vernieuwde Stad op het jaarcongres ‘De corporatiesector van de toekomst’ (vrijdag 28 juni).

De Langen opende het Jaarcongres van de Vernieuwde Stad in Utrecht. Samen met Marc Calon, voorzitter van Aedes Vereniging van Woningcorporaties en Paul Schnabel, tot voor kort directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, gaf hij zijn visie op het centrale thema van de bijeenkomst: de corporatiesector van de toekomst.

Een duidelijk profiel is volgens De Langen het eerste vereiste om die toekomst zeker te stellen. Dus: een sector die er primair is voor mensen en wijken die zich op eigen kracht niet kunnen redden, en die efficiënt, transparant en integer zijn werk doet. Activiteiten die niet tot de kerntaken behoren, worden alleen ontplooid als de gemeente daarom vraagt en de markt het laat afweten. De efficiency wordt getoetst aan de hand van een ‘scherpe benchmark’, en toezicht wordt gehouden zoals de diverse gedragscodes dat beogen: ‘met een bite’.

Paul Schnabel wees zijn gehoor met name op de sterk veranderende doelgroep van de woningcorporaties. “De huurder van de corporaties is niet meer dat modale, autochtone gezin waar zij voorheen voor bouwden.” Een steeds groter deel van het klantenbestand wordt gevormd door de nieuwe Nederlanders. Velen van hen zijn laag opgeleid, hebben een laag inkomen en komen uit landen waar het algemeen belang traditioneel veel minder een rol speelt dan het individuele welzijn. “Zij hebben andere prioriteiten, en willen voor alles gewoon prettig wonen. Verwacht er dus niet teveel van.”

Voor Marc Calon, voorzitter van Aedes, blijkt uit de conflicten van de laatste jaren dat de corporaties zelf bij voortduring wat anders vinden dan de mensen om hen heen. “We hebben in 100 jaar volkshuisvesting hele mooie woonbedrijven gemaakt, die kostenefficiënt woningen produceren. Maar in die race zijn we wel de mensen waar we het voor deden, kwijt geraakt.” Dat is wat hem betreft dan ook de voornaamste opgave. “We moeten weer verbinden en verbonden zijn, niet alleen met onze huurders, maar ook met andere partijen en andere sectoren. We moeten ons weer dienstbaar opstellen. Daar ligt onze toekomst.”

Het jaarcongres van De Vernieuwde Stad wil vooral agenderend zijn: de discussie over het domein, de vorm en de verbinding met maatschappij en huurder moet verder vorm gegeven worden.

Zie ook de uitgebreide publicatie van De Vernieuwde Stad gewijd aan dit congres.


Cover: ‘2013.09.04_corporatie van de toekomst_180’



Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024