Csepel Works in Boedapest door Attila JANDI (bron: Shutterstock)

Creativiteit moet Oost-Europese brownfields er bovenop krijgen

8 november 2021

4 minuten

Onderzoek Het einde van het communisme heeft een grote negatieve invloed gehad op de gebiedsontwikkeling in diverse Oost-Europese landen en steden. Wetenschappers pleiten daarom voor een nieuwe vorm van stedelijke herontwikkeling, waarbij creativiteit en vertrouwen centraal staan.

De val van het communisme eind vorige eeuw had niet alleen enorme bestuurlijke gevolgen voor veel Oost-Europese landen. Ook de gebiedsontwikkeling kreeg in de vele steden te maken met een enorme verandering, onder andere vanwege de decentralisatie van het openbaar bestuur. Tegelijkertijd zorgde de invoering van het kapitalisme en bijbehorende vrijemarkteconomie ervoor dat private partijen vaak de dominante partij werden in gebiedsontwikkeling. Onderzoekers hebben al eerder geconcludeerd dat deze combinatie van een verzwakte nationale regering, sociale ontwikkelingen en de versterkte rol van de markt geen goede ontwikkeling zijn geweest voor de kwaliteit van de openbare ruimte.

Brownfields

In nieuw onderzoek, dat deze zomer werd gepresenteerd in het Journal of Urban Design, beantwoorden wetenschappers van de TU Delft de vraag hoe Oost-Europese steden deze trend kunnen omkeren. Een van de grootste directe en negatieve gevolgen na de val van het communisme voor gebiedsontwikkeling is volgens hen het ontstaan van brownfields: verouderde, binnenstedelijke bedrijfsterreinen waar gesloten en verlaten fabrieken het beeld domineren en de grond vaak vervuild is.

Bijkomend probleem is dat de decentralisatie van het openbaar bestuur het proces van gentrificatie in een stroomversnelling heeft gebracht. Lokale overheden hadden geen geld meer om de huizenblokken te onderhouden, waardoor private investeerders het voor het zeggen kregen. Die bouwden niet alleen voornamelijk duurdere woningen terug (gentrificatie), maar lieten de brownfields vanwege de hoge ontwikkelingskosten ook grotendeels links liggen. Gecombineerd met het versnipperde eigenaarschap was het lange tijd onmogelijk een goede bestemming voor deze gebieden te vinden.

De rol van de gemeente is primair om vertrouwen op te bouwen in de gemeenschap

Creativiteit

Om deze problematiek te illustreren, wordt de wijk Csepel Works in de Hongaarse hoofdstad Boedapest als casus gebruikt. De wijk ligt in de zogeheten transitiezone, een gebied tussen de historische binnenstad en de buitenwijken dat in veel Oost-Europese steden voorkomt. Net als veel andere transitiezone-gebieden staat Csepel Works vol grote (verlaten) fabrieken, de kenmerkende Sovjet-woningbouw en overblijfselen uit de tijd dat deze zone nog landelijk gebied was. Privatisering en de bijbehorende versnippering van eigenaarschap hebben ervoor gezorgd dat in dit soort gebieden (en dus ook in deze wijk) een lapjesdeken van verlaten of nauwelijks gebruikte brownfields is ontstaan.

De Delftse onderzoekers proberen met een westerse blik op stedelijke ontwikkeling het gebruik van deze gebieden te stimuleren. De creatieve sector, vol kleine lokale ondernemers, is daarbij cruciaal. In veel westerse steden worden verlate fabrieksterreinen sinds het begin van deze eeuw massaal omarmd door deze doelgroep. Hun creativiteit kan ook in Oost-Europa volgens de wetenschappers als vliegwiel dienen voor de transformatie van deze transitiezones. Nieuwe activiteiten zorgen voor nieuwe inkomsten en banen, waardoor er een positieve wind door het hele gebied gaat waaien. Grond wordt aantrekkelijker en meer waard, bewoners kunnen dichterbij huis werken (wat zorgt voor minder vervoersbewegingen en uitstoot) en er is de mogelijkheid tot het ontstaan van een lokale gemeenschap. Op deze manier worden brownfields weer aantrekkelijk voor de private sector om in te investeren.

Vertrouwen opbouwen

Met deze ‘westerse blik’ hopen de onderzoekers gebieden als Csepel Works in Boedapest te ondersteunen in de transformatie naar een duurzame stadswijk met bijbehorende interacties tussen (maatschappelijke) actoren. In drie hoofdfasen (initiatie, pilot en implementatie) kunnen de overheid, de private sector, lokale ondernemers en burgers deze stap naar de toekomst zetten.

Er is nog wel een probleem dat opgelost moet worden: het maatschappelijke middenveld in veel Oost-Europese steden is nog een stuk minder ontwikkeld dan in het Westen. Dit segment beschikt namelijk pas sinds een kleine dertig jaar over de vrijheid om zelf beslissingen binnen gebiedsontwikkeling te maken. Het ontwerpproces kan hierbij als hulpmiddel en als structuur dienen om deze achterstand in te lopen. Dit proces laat de interacties tussen actoren zo effectief mogelijk verlopen en geeft creativiteit een vaste plek. “Het voorgestelde ontwerp is dan ook geen blauwdruk, maar een proces waarbij de rol van de gemeente primair is om vertrouwen op te bouwen in de gemeenschap en een kader te bieden voor creatieve ontwikkeling.”


Lees het volledige onderzoek op de website van de Technische Universiteit Delft.


Cover: ‘Csepel Works in Boedapest’ door Attila JANDI (bron: Shutterstock)


Jasper_monster_sandervanwettum door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Jasper Monster

Redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024