Nieuws Binnenkort behandelt de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot permanent maken van de Crisis- en herstelwet. Eind februari wijdde de Tweede Kamercommissie een rondetafelgesprek aan dit dossier. De uitgenodigde wetenschappers gaven unaniem blijk van hun ongezouten kritiek op de wet.
De strekking van hun reacties was dat eerst een goede evaluatie nodig is. Andere geluiden waren: "Zorg voor betere toepassing van huidige wetgeving', 'de praktijk zit niet te wachten op weer een wetswijziging' en 'de wet is een antwoord op de oude wetgeving; wacht op de Omgevingswet en de Wet natuur'.
Het spanningsveld tussen wetenschap en praktijk is ook in de juridische wereld niet ongebruikelijk en zelfs gezond. Maar de discrepantie neemt in het discours rond de Crisis- en herstelwet extreme proporties aan. Wij menen dat de Crisis- en herstelwet zijn nu bewijst en dat wij ervan kunnen leren. Toegegeven: niet alle onderdelen zijn succesvol. En in de directe koppeling die het kabinet heeft aangebracht met - een in cijfers uit te drukken - groei van werkgelegenheid in de bouw, hebben wij nooit geloofd.
Toch vinden wij dat de Crisis- en herstelwet ook na 2013 van kracht moet blijven, in afwachting van de nieuwe Omgevingswet en de nieuwe Algemene wet bestuursrecht. Wij beschouwen het voorstel tot verlenging van de Crisis- en herstelwet als een halte van een omvangrijker en reeds opgestart wetgevingstraject. De Crisis- en herstelwet zorgt voor tempo en schept mogelijkheden voor innovatieve oplossingen en nieuwe samenwerkingsvormen (tussen overheden onderling en met marktpartijen).
Cover: ‘tweeede kamer rijksoverheid’