5 april 2012
2 minuten
Nieuws De Raad van State had veel kritiek op het voorstel van het kabinet om de Crisis- en herstelwet permanent te maken. De evaluatie van de wet was bijvoorbeeld nog niet afgerond. Inmiddels heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu het wetsvoorstel aangepast. Zo is de duur van het wetsvoorstel niet langer 'permanent', maar wordt de wet verlengd voor 'onbepaalde tijd'. Een goed voorstel?
Opinie: Friso de Zeeuw
"De kritiek van de Raad van State maakt weinig indruk, ze haalt veel oude koeien uit de sloot. De Raad stelt onder andere dat wetgeving zelden voor vertraging zorgt. Die zou vooral worden veroorzaakt door het uitlopen van de uitvoering van die projecten. Maar het is én/én. Je moet zowel werken aan een efficiënte wetgeving als een efficiënte besluitvorming en uitvoering. De commissie Elverding heeft over dat laatste al een advies uitgebracht. Deze aanpak wordt inmiddels volop gevolgd.
Natuurlijk is het goed de Crisis- en herstelwet de evalueren, maar de praktijk laat nu al successen zien. De Raad dient bijvoorbeeld binnen zes maanden na afloop van de beroepstermijn uitspraak te doen of een project wel of een groen licht krijgt. Een groot maar onderschat voordeel, omdat bouwers en ontwikkelaars nu eerder weten waar ze aan toe zijn en ze er in hun planning rekening mee kunnen houden. Ook kunnen milieuvoorschriften die soms onnodig belemmerend zijn soepeler worden toegepast. Tien jaar ontheffing bijvoorbeeld is van groot beland voor binnenstedelijke projecten.
Door de Crisis- en herstelwet voor 'onbepaalde tijd' te verlegen komt het kabinet op het oog op een handig manier tegemoet aan de kritiek van de Raad van State. Uiteindelijk zullen belangrijke onderdelen permanent worden vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht en in de nieuwe Omgevingswet. De Tweede Kamer stemt ongetwijfeld in met de aanpassingen, al is de beslissing van de Eerste Kamer een fractie onzekerder."
Cover: ‘Thumb_wet en regelgeving_0_1000px’