Verslag Tot niet zo lang geleden was het gemeenschapsgevoel vanzelfsprekend. Je had de kerk, de school en het dorp. De kerk is niet meer de kerk van toen, de school loopt leeg en het dorp krimpt. En dan trekt de overheid zich nog eens terug. De vraag is dan waar we nieuwe vormen van verbinding kunnen vinden. Hoe vind je je eigen identiteit in de globaliserende wereld? En bestaat de ziel van Brabant? En hoe moet het met de zorg van de toekomst? Dit is het onderwerp van het debat “Het Nieuwste Verbinden” op 26 juni 2014 in Roosendaal, georganiseerd door Brabant Kennis. Aan de tafel zitten Lia Voermans, directeur Strategic Board Delta Region en juryvoorzitter van de Bloemencorso Zundert, Gabriël van den Brink, hoogleeraar Maatschappelijke bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en Wim Daniëls, schrijver en taalkundige. Het debat wordt gepresenteerd door Jan Tromp en Anne-Marie Fokkens.
De Brabantse ziel
Het debat begon met de vraag wat typisch Brabants is en wat de Brabants ziel inhoudt. Voor Wim Daniëls is het dialect het meest typische Brabants en hét verbindend element voor mensen. Het geeft een identiteit waardoor er een gevoel van verbinding ontstaat. Lia Voermans ziet het zelforganiserend vermogen van Brabanders als sterkste punt. Mensen weten elkaar te vinden om samen problemen op te lossen. Gabriël van den Brink betoogt dat er geen sprake is van een echte Brabantse ziel of identiteit. “Maar wij moeten doen alsof, dan ontstaat er iets”, aldus Van den Brink. Door de verbeelding kun je toch een identiteit vormen. Het is iets dat moet worden gecultiveerd. Dit kan door er vaak iets mee te doen. Die identiteit is in het geval van Brabant gezelligheid, samenzijn en bourgondische leven. En hoewel dat niet altijd de realiteit is, gaan mensen er toch in geloven en ernaar leven volgens Daniëls. Om nieuwe combinaties, verbindingen en innovaties te ontdekken is wederzijdse vertrouwen nodig. Dat vertrouwen is er niet zomaar, maar het is wel makkelijker in Brabant, doordat de onderlinge verbinding sneller wordt gezocht, vertelt Voermans.
De economie van delen en geven bloeit weer op als een reactie op de ‘koude’ wereld. De massaproductie verdwijnt uit de regio, in plaats daarvan moet Brabant het hebben van effectieve, kleinschalige bedrijven. Voermans stelt dat de MKB’s die vroeger tegen de grote bedrijven aankeken, nu juist van groter belang worden voor innovatie. Dit kan door communities te vormen en menselijke verbindingen aan te gaan.
‘Cultiveer cultuur en creëer krachtige verbindingen - Afbeelding 1’
Verbinding creëren
Een voorbeeld van het creeëren van verbinding is Platvorm R. In deze denktank komen allerlei creatieve breinen samen om slimme oplossingen te bedenken voor Roosendaal. Zij gebruiken kunst en cultuur om mensen samen te brengen. Zo hebben zij de grote, lege marktplein ingericht met meubilair waardoor er een huiskamergevoel ontstond. Een ander voorbeeld is de stichting Tante Netty. Deze stichting zet zich in voor de wijk door middel van bijzondere acties. Het vogelhuisjes-project illustreert goed wat zij doen. Samen met wijkbewoners hingen de creatievelingen een groot aantal vrolijke vogelhuisjes op door de gehele wijk op gebruikelijke en minder gebruikelijke plekken. Door mensen samen te laten werken en zelf de hamer te laten vastpakken voelen zij zich meer eigenaar van het werk. Het derde voorbeeld dat aan bod komt is de Buurtschap Veldstraat. Zij houden zich bezig met het welbekende jaarlijkse Bloemencorso van Zundert. Een groot aantal bewoners helpt mee met alle voorbereidingen. Zelfs op de basisschool wordt er al aandacht gegeven aan de benodigde vaardigheden. Door met jong en oud aan een doel te werken vormt zich een hechte gemeenschap. Dit gemeenschapsgevoel wordt zelfs noodzaak in de toekomst, wanneer de zorg vaker in de handen van naasten zal vallen door de terugtrekkende overheid.
Zorgen we zelf voor de zorg?
De verwachting van de overheid is dat de zorg steeds meer wordt overgenomen door familie, vrienden en buren. Is het realistisch om te verwachten dat de gemeenschap in dit gat zal springen, vraagt Jan Tromp zich af. Van den Brink geeft met sterke woorden duidelijk antwoord: “Zolang het spontaan ontstaat in de buurt is het prima. Zodra het wordt opgelegd vanuit de overheid is het gedoemd te mislukken.” Voermans vervolgt daarop, “De overheid bepaalt niet wat er gebeurt in de maatschappij. De landelijke overheid begrijpt het niet.” Het algemene sentiment is duidelijk wanneer Daniëls toevoegt dat veel mensen worden achtergelaten als ze niet kunnen terugvallen op een centraal geregelde zorg. Het is niet voor iedereen mogelijk om in een sterk verbonden gemeenschap te leven, dat moet de overheid zich realiseren. Sommige mensen, en veel ouderen, hebben niet de benodigde contacten. Die worden achtergelaten.
Het stimuleren en creëren van netwerken is dus geen eenvoudige opgave. Het verbinden is een combinatie van de maatschappelijke en sociale context, individuele eigenschappen en een beetje hulp van centrale regulatie. De belangrijkste voorwaarde voor sterke verbindingen is het creëren en accepteren van een gezamenlijke cultuur waardoor mensen zich met elkaar verbonden kunnen voelen. Dit kan op zijn beurt weer leiden tot verrassende combinaties.
‘Cultiveer cultuur en creëer krachtige verbindingen - Afbeelding 2’
Het Nieuwste Verbinden
26 juni 2014 | St. Jan, Roosendaal
Foto's: Willeke Machiels
Zie ook
Cover: ‘2014.07.01_Creëer cultuur_1_660’