Verslag Welke strategieën moeten steden ontwikkelen om zich op een succesvolle manier aan te passen aan de nieuwe tijd? In de sessies rond het thema Nieuwe steden aandacht voor de ontwikkeling van smart cities, privatisering van de stad en de rol van gemeenten en burgerkracht hierbij.
MCDcongres - The Art of Making Cities
Making City
Louis Bekker, City Account Manager Business Development voor Siemens Nederland, gaf tijdens de eerste workshop van de sessie ‘Nieuwe steden’ een toelichting op de zienswijze van Siemens op duurzame stedelijke gebiedsontwikkeling.
Siemens is, als initiatiefnemer of partner, betrokken bij vele projecten op stads-, gebieds- en gebouwniveau, waarbij duurzaamheid een prominente rol speelt: Projecten in de domeinen van mobiliteit, energie, veiligheid, water, warmte, gezondheidszorg, etc. Louis Bekker gaf een aantal voorbeelden van initiatieven, waar Siemens in meer of minder mate bij betrokken is:
- Londen Real Time Dashboard: Veel informatie over het functioneren van de stad is real time en publiek beschikbaar. Mogelijk kan dit in de toekomst ook gebruikt worden om onmiddellijk bij te sturen, aan de hand van scenario’s.
- Amsterdam Smart City: Alle bestaande duurzaamheidsontwikkelingen in de stad zijn bij elkaar te vinden op één portal.
- Mobiliteitsprojecten zoals de HSL, Lightrail en Magneetzweeftreinen.
- Smart grid (koppelen van energiestromen)
- Masdar City: Nieuw ontwikkelde stad in Abu Dhabi, waarbij gestreefd wordt naar maximalisering van Quality of Life en minimalisering van milieu-impacts.
- Instelling van Awards en Rankings voor duurzame gebouwen, gebieden (BREEAM) en steden (Green City Index)
- Zuidkas: Een kas op de Zuidas, gerund door studenten en gericht op leefbaarheid en duurzaamheid van dit gebied.
- Verduurzamen van bestaande woningen en wijken.
Uiteraard kijkt Siemens, als commerciële partij, in eerste instantie naar (potentiële) winstgevendheid van projecten. Maar dat sluit zeker niet uit dat het bedrijf ook bij langetermijnprojecten betrokken kan en wil zijn en een structurele bijdrage kan leveren aan stedelijke ontwikkeling en duurzaamheid – in al haar vormen.
Privatized City
In aansluiting op dit laatste punt werd tijdens de tweede workshop, onder leiding van Hans de Jonge, gediscussieerd over de ontwikkeling van ‘privatized cities’; steden waar de verantwoordelijkheid voor het managen van (delen van) de stad verschuift van publieke naar private actoren.
Het panel van experts bestond uit Michelle Provoost, Directeur International New Town Institute, Carl Smeets, Regiodirecteur Bouwfonds Ontwikkeling regio Zuid, Arie Voorburg, Senior Consultant Stedelijke Ontwikkeling ARCADIS en founder Urban Innovation Lab en Erwin Heurkens, TU Delft, die zijn promotieonderzoek schreef over de rolverdeling van publieke en private partijen in gebiedsontwikkeling binnen de Nederlandse en de internationale context.
Michelle Provoost liet, aan de hand van een aantal cases, zien dat er in het buitenland een trend is naar meer private betrokkenheid. Het zijn echter wel belangrijke vragen wie hier uiteindelijk écht van profiteert (bedrijven, overheid en/of bewoners) en wat de vertaalbaarheid is naar de Nederlandse context. Generieke ontwikkelde (verplaatsbare) steden en modellen waarbij alle informatie en de totale controle in handen is van één private partij – lijken hier een minder goede voedingsbodem te vinden. Arie Voorburg gaf aan dat private partijen niet moeten worden gezien als ‘nieuwe magiërs van geluk en succes’. Private partijen kunnen een belangrijke rol spelen bij duurzame stedelijke ontwikkeling, maar eerst moet gezamenlijk de transitie worden gemaakt naar een meer duurzaam economisch en sociaal model, met slimmer gebruik van grondstoffen en een minder gesegregeerde sociale structuur. Carl Smeets onderkent dat, met een terugtredende overheid, meer gevraagd wordt van private partijen en ook van burgers, maar wijst tegelijkertijd op praktische barrières zoals het risico op ‘double taxation’. In de Nederlandse context is er ook nog steeds een sterk gevoel dat de ‘overheid voor ons zorgt’. Erwin Heurkens plaatst dit tegenover de Angelsaksische situatie, waarbij er veel meer ruimte is voor en een traditie van privaat initiatief. Tussen publieke en private actoren zijn er (vaak langlopende) afspraken, waarbij er goed is nagedacht over de taakverdeling.
Binnen de (Nederlandse) stedelijke context is het een belangrijke vraag of het mogelijk is private partijen te betrekken bij gebiedsontwikkeling in delen van de stad die eerder problematisch dan winstgevend lijken te zijn. Een conclusie is dat er altijd mogelijkheden zijn, maar er zijn geen ‘one size fits all’ oplossingen. Gezocht moet worden naar gebiedsgerichte gelegenheidscombinaties, met private partijen die ook in deze wijken kansen zien. Er zijn bijvoorbeeld bedrijven die belang hebben bij goed opgeleide arbeidskrachten – met relevante kennis en vaardigheden – en bereid zijn te investeren in scholing. Ook van burgers kan in de toekomst (veel) meer eigen initiatief verwacht worden, van CPO tot het zelf regelen van energievoorziening.
Waar mogelijkheden zijn voor privaat en publiek initiatief moeten deze worden gefaciliteerd, om zo goede voorbeelden te creëren. De overheid moet daarbij haar verantwoordelijkheid nemen door enerzijds de ruimte te bieden aan initiatieven, maar anderzijds ook het algemeen belang te blijven waarborgen. Zij blijft belangrijk voor mensen die minder zelfredzaam zijn.
Resilient Cities
Tijdens de laatste presentatie werd door Emiel Rijshouwer, toekomstverkenner van Pantopicon, ingegaan op de toekomst van steden. Is de duurzame stad een super-efficiënte, op sensoren en algoritmen draaiende smart city, of eerder een zich organisch, bottom-up ontwikkelend bolwerk van burgerkracht?
- De ontwikkeling van de Smart City is nu al in volle gang; de hoeveelheid informatie die beschikbaar is (bijvoorbeeld via smartphones) is enorm, en dat wordt in de toekomst alleen maar meer. Koppelen van systemen maakt het mogelijk om centraal te monitoren wat er gebeurt, bewoners te informeren, te adviseren en ontwikkelingen in de gewenste richting te sturen.
- Maar ook de kracht van spontane bottom-up initiatieven is zichtbaar. Het ‘Stadsinitiatief’ en de ‘Test Site’ in Rotterdam en het zelf organiseren van het opruimen van zwerfvuil in Estland zijn slechts enkele voorbeelden. Met de terugtredende overheid en de toenemende kracht van sociale netwerken nemen de kansen en mogelijkheden hiervoor alleen maar toe.
Of in de toekomst één van beide richtingen dominant zal worden is lastig te voorspellen. Beide richtingen sluiten elkaar ook niet uit – dus misschien zien we straks wel overal mooie combinaties ontstaan.
Presentaties
Zie voor de presentaties de website van MCD
Zie ook:
- Werkzame ontwikkelstrategieën (verslag Praktijkcongres Gebiedsontwikkeling 2013)
- Privaat-gestuurde gebiedsontwikkeling (proefschrift Erwin Heurkens)
Cover: ‘Thumb_MCD logo_180px’