Opinie Bij de oplossing van de woningnood moeten we niet beginnen bij starters en doorstromers, maar bij mensen die geen énkel dak boven hun hoofd hebben, meent Frank ten Have.
Veel wordt gezegd en geschreven over de 300.000 woningen die we tekort komen. Een naoorlogs hoogtepunt. Ik ben altijd benieuwd hoe dat wordt berekend. Want wat is woningnood en is dat kwalitatief of kwantitatief? Wie zijn dat dan en waar zitten ze?
Harde woningnood is in ieder geval dakloosheid. Vaak ver van ons bed. Want ik heb geen daklozen in mijn familie- en vriendenkring, en de meeste lezers ongetwijfeld ook niet. Toch zijn er volgens het CBS circa 40.000 dak- en thuislozen in Nederland. Volgens de Federatie Opvang zijn het er eerder 60.000. En iedereen is het er in ieder geval over eens dat die aantallen flink gegroeid zijn.
Ook daar de vraag: hoe is dat precies berekend? Want hoe meten we aantallen bank- en buitenslapers? We weten wel hoeveel mensen in crisisopvang zitten, in beschermd wonen en in andere voorzieningen. Circa 16.000 mensen zitten in zo’n voorziening vast omdat er geen uitstroom naar een eigen wooneenheid is.
U zult er ongetwijfeld een beeld bij hebben van maatschappelijke losers. Velen zijn ongehuwde mannen, laag opgeleid, niet-westerse allochtoon. Oorzaken zijn vooral huisuitzetting (met name door schulden), conflicten/relatiebreuk, ontslag uit instellingen (gevangenis, psychiatrie) en buitenland (uitgeprocedeerde asielzoekers).
Maar ook de categorie ‘pech-mannen’. Bijvoorbeeld een leraar op een middelbare school, mijn leeftijd, baan, gezin, huis. Totdat zijn vrouw er met de buurman vandoor ging en hij aan de drank raakte. Daardoor raakte hij zijn baan kwijt en vervolgens zijn huis. Na enige tijd bij vrienden en familie op de bank, stond hij op straat met zijn laatste spulletjes in twee plastic zakken. Hij heeft mij een rondleiding gegeven door de stad hoe hij daar heeft overleefd.
Grondwettelijk recht
Zo kan het gaan. Als we het dus over woningnood hebben, laten we ons – als alles weer een beetje ‘normaal’ is – vooral daarop richten. Housing First, eerst een dak boven hun hoofd en vervolgens kijken we wel welke zorg en begeleiding nodig is. Want een dak boven je hoofd, is een grondwettelijk recht (artikel 22.2 “Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid”). Een woningnood van 300.000 woningen, het zal wel. Starters, doorstromers, inderdaad, ze moeten allemaal een woning hebben. Maar diegenen die nog geen énkel dak boven hun hoofd hebben, die moeten we toch echt het eerste helpen. Want het zullen er nog wel meer worden. Daklozen, dat zijn de échte woningzoekenden.
Cover: Robin Duister
Cover: ‘GO Column Frank ten Have’ door Robin Duister (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)