DeBuurt -> Gekregen van Christi Anne Zehenpfenning-Herbrink, projectontwikkelaar AM

Met deze balansact realiseer je de inclusieve stad

22 september 2020

3 minuten


Casus Hoe maak je een woningproject met middenhuur én duurzaam én inclusief? Josje Hoekveld, woningmarktstrateeg bij AM, legt dit uit via DeBuurt in Utrecht Overvecht. "De inclusieve stad vraagt om een slimme balansact, waarbij je haalbare ambities én een integrale aanpak op één lijn brengt."

Een inclusieve stad gaat om betaalbaarheid en ontmoeting. Betaalbare woningen creëren is al een grote uitdaging. Duurzaamheidseisen drijven de bouwkosten verder op en tegelijkertijd vereisen tenders vaak het hoogste grondbod van de marktpartij. Daarnaast moet je die ontmoeting faciliteren, zodat mensen met verschillende achtergronden en leefstijlen elkaar ook echt leren kennen. Dat zet de haalbaarheid van een plan nog meer onder druk. Dat het toch kan, zien we in het AM-project DeBuurt in de Utrechtse krachtwijk Overvecht.

De gemeente Utrecht wilde hier appartementen voor studenten, starters op de woningmarkt, samenwoners, mensen met een zorgbehoefte, senioren uit Overvecht en Utrecht. En ze wilde dat zij elkaar kunnen ontmoeten en zichzelf kunnen ontwikkelen. Bij AM bedachten we daarom (naast de drie wooncomplexen Bario, Birim en Blend) de ‘Superplint’ (later hernoemd naar AMONI): een algemene ruimte waar mensen uit de wijk en Utrecht elkaar ontmoeten en kunnen kennismaken met kunst en cultuur. Startende, creatieve en culturele ondernemers kunnen in de Superplint van 2.400 vierkante meter hun talent of onderneming verder ontwikkelen onder leiding van zogenaamde Plaatsmakers. 

Uit-engineeren

Zo’n plint kost natuurlijk in de ontwikkeling alleen maar geld. En dat wordt niet terugverdiend in hogere opbrengsten aan de verkoopkant, zoals we normaal gesproken onrendabele voorzieningen financieren. Het is namelijk al lastig om de grondwaarde te halen als je voornamelijk middenhuurwoningen ontwikkelt. We bedachten daarom een aantal slimmigheden.

We keken bijvoorbeeld naar de bouwkosten. We lieten het structuurontwerp eerst volledig ‘uit-engineeren’ door de bouwer, pas daarna zetten we de architecten aan het werk. Dat beperkte weliswaar de vrijheid van de architecten, maar daardoor bleven de bouwkosten vanaf het begin beheersbaar. Natuurlijk scheelt het ook ontwikkelkosten als je twee keer hetzelfde blok maakt. Daarnaast vroegen we huurders om een maandelijkse bijdrage van 50 tot 80 euro voor de Superplint, omdat zij meeprofiteren van deze voorziening. Bovendien konden we de huuropbrengsten gebruiken om de voorzieningen in de Superplint mogelijk te maken. Dat kon omdat er nog geen koppeling was tijdens de ontwikkeling van dit project tussen het minimale metrage woonoppervlak en de huurprijs. Met deze koppeling volgens het nieuwe middenhuurstelsel was het project in deze vorm financieel niet haalbaar geweest.

Slimme balansact

Voor een inclusieve wijk moet je weten wat er speelt op straatniveau, onder omwonenden en lokale ondernemers, wat van meerwaarde is voor buurt of bewoners. Ontwikkelen met die inclusieve bril kan de kosten natuurlijk opdrijven, maar dit betekent niet dat inclusiviteit onhaalbaar is. Nog te vaak kijken we vooral naar wat financieel het meeste oplevert en niet naar de winst voor de buurt of bewoners. Dat is wel nodig. Daarom moet je voor een inclusieve stad heel slim en interdisciplinair ontwikkelen en naar álle onderdelen kijken en verschillende disciplines verbinden om tot slimme, betaalbare en toekomstbestendige oplossingen te komen. Zo is de parkeergarage in DeBuurt niet ondergronds aangelegd, maar juist in de kern van het gebouw. Hierdoor is het gebouw aan alle kanten levendig, zijn de bouwkosten lager en is de parkeerruimte bij een veranderde parkeerbehoefte ook bruikbaar als bijvoorbeeld sportschool of atelierruimte.

Een inclusieve stad bereik je alleen met realistische en haalbare ambities die je afspreekt met alle betrokken partijen – en je moet zorgen dat iedereen zich daaraan houdt. Je kunt dan ook niet eindeloos ambities stapelen met én duurzaam én middenhuur én minimale metrages én maatschappelijke voorzieningen. Want zelfs met de slimste ontwikkeloplossingen kom je er dan financieel niet uit. De inclusieve stad vraagt juist om een slimme balansact, waarbij je haalbare ambities én een integrale aanpak op één lijn brengt.

4 ambities en 10 gouden regels binnen DeBuurt

AM werkt bij DeBuurt met het zogenaamde DNA van het project: de vier hoofdambities Ontmoeting, Talentontwikkeling, Toekomstbestendig en Gezond wonen en leven. Deze zijn vertaald in tien gouden regels waaraan alle keuzes in het ontwikkelproces worden getoetst:

  1. Drempelloos (letterlijk en figuurlijk)
  2. Flexibiliteit in functies en woningen
  3. Energieneutraal
  4. GPR (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn, een digitaal instrument om de duurzaamheid van gebouwen te meten) van minimaal 8,5
  5. Zorgbehoevende ouderen een plek bieden
  6. Ruimte bieden aan starters
  7. Transparant samenwerken
  8. Architectuur die uitnodigt tot ontmoeting
  9. Door Overvecht, voor Overvecht
  10. De Superplint biedt ruimte voor cultuur

Dit artikel verscheen eerder op de website van Platform31

Cover: DeBuurt, Christi Anne Zehenpfenning-Herbrink en projectontwikkelaar AM 


Cover: ‘DeBuurt -> Gekregen van Christi Anne Zehenpfenning-Herbrink, projectontwikkelaar AM’


Josje Hoekveld

Door Josje Hoekveld

Woningmarktstrateeg bij AM


Meest recent

Fietsen in de Tiengemeten Hoeksche Waard door INTREEGUE Photography (bron: Shutterstock)

Reiziger tussen stad en platteland

De grenzen tussen stad & platteland leken eind vorige eeuw te vervagen. Hoe is de situatie nu en wat is de huidige betekenis van stad, dorp en platteland? Wouter Mensink schreef er een persoonlijk en zeer leesbaar boek over, vindt Ries van der Wouden

Recensie

1 april 2025

Een kind in een rolstoel met een verzorger door Goldsithney (bron: Shutterstock)

Nature based solutions in de stad, maar dan wel voor iedereen

Nature based solutions in steden echt voor iedereen een oplossing te laten zijn. Dat is het doel van het driejarige NATURO-project. Drie Europese steden fungeren als proeftuin, waaronder ’s-Hertogenbosch.

Analyse

1 april 2025

Vogelkijkplaats De Kiekkaaste door Peter116 (bron: Shutterstock)

Vrijetijdseconomie Groningen op een hoger plan brengen: de provincie jaagt aan

Groningen kan beter op de kaart worden gezet, zodat meer toeristen hun weg naar dit gebied weten te vinden – en de bevolking daar ook van profiteert. De provincie faciliteert dit proces, zo geeft gedeputeerde Susan Top aan.

Interview

31 maart 2025

Schrijf u in voor de wekelijkse nieuwsbrief van Gebiedsontwikkeling.nu

Aanmelden →