Nieuws Het was een opmerkelijk bericht begin deze maand: Amsterdam wil corporatiewoningen opkopen. De gemeente als huisbaas om te voorkomen dat sociale huurwoningen worden verkocht en voor hogere prijzen de markt weer opkomen. Ondanks die achterliggende gedachte zijn experts en betrokkenen niet enthousiast.
“Het is een illusie om te denken dat de gemeente een betere huisbaas is dan de corporaties.” Emeritus hoogleraar woningmarkt Johan Conijn is geen fan van het plan van de Amsterdamse wethouder Laurens Ivens, blijkt uit het artikel van NRC. “Als Ivens vindt dat de corporaties te veel woningen verkopen, moet hij andere prestatieafspraken met ze maken.” Conijn noemt het onverstandig wanneer Amsterdam “woningen zou gaan kopen op de top van de markt, en verlies zou lijden op de exploitatie.”
Honderden miljoenen
Het klinkt niet logisch, de gemeente als huisbaas. Toch was het tot zo’n dertig jaar geleden normaal dat gemeenten betaalbare woningen bouwden en beheerden, ook in Amsterdam. Tot begin jaren negentig was het Gemeentelijk Woningbedrijf met tienduizenden woningen de grootste sociale verhuurder van de hoofdstad. Maar na fusies met woningcorporaties in de regio ontstond woningcorporatie Ymere, schrijft NRC, en sindsdien heeft de gemeente geen grootschalig woningbezit meer.
Dat maakt dat het plan van Laurens Ivens toch het nodige stof doet opwaaien. Volgens de wethouder hebben corporaties in de huidige woningmarkt te weinig investeringscapaciteit om de groeiende vraag naar betaalbare huurwoningen – in de sociale sector met een maandhuur van maximaal 752 euro – bij te kunnen houden. Met het plan hoopt Ivens iets aan het tekort aan betaalbare woningen te doen. In Het Parool noemde hij al het aantal van ‘enkele honderden woningen per jaar’. Dat zou de gemeente jaarlijks honderden miljoenen kosten. De corporaties krijgen wel zeggenschap over het verhuur en beheer van de woningen.
Proefballon
Tussen 2011 en 2019 is het aantal corporatiewoningen in Amsterdam gedaald van 195.000 naar 179.000. Corporaties verkochten de afgelopen jaren oude huurwoningen omdat ze anders niet genoeg geld overhielden voor het bouwen en verduurzamen van huizen. Tegelijkertijd lukte het de corporaties niet om genoeg terug te bouwen om zo te kunnen voldoen aan de groeiende vraag aan sociale huurwoningen.
Dat is precies de reden waarom de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) niet erg blij wordt van de proefballon van Ivens. „Het opkopen van corporatiewoningen klinkt sympathiek, maar ligt niet erg voor de hand. We hebben niet voor niets corporaties uitgevonden in dit land”, aldus de AFWC tegen NRC. De federatie vindt het een betere optie “dat de gemeente zich ervoor sterk maakt dat corporaties sneller en eenvoudiger nieuwe woningen kunnen bouwen. Bijvoorbeeld door allerlei extra eisen en regels te schrappen”.
Verkiezingen
Het gebrek aan investeringscapaciteit van corporaties, mede veroorzaakt door de verhuurderheffing, is een van de belangrijkste motivaties achter de plannen van Ivens. “Mocht het Rijk geen maatregelen nemen, zoals het afschaffen van de verhuurderheffing, waardoor de noodzaak tot verkoop van sociale huurwoningen blijft”, schrijft Ivens aan de gemeenteraad, is zijn plan een van de alternatieven. Het is de vraag wat er na de verkiezingen met de verhuurderheffing gaat gebeuren. In de verkiezingsprogramma’s pleiten veel partijen namelijk al wel voor afschaffing.
Lees het nieuwsartikel en de analyse op de website van NRC.
Cover: ‘Amsterdam corporatiewoningen’ door A. Bakker (bron: Wikimedia Commons)